Stiebel Eltron SHW ... S 24.01.2005 - 31.11.2007: 2. Montage-aanwijzing

2. Montage-aanwijzing: Stiebel Eltron SHW ... S 24.01.2005 - 31.11.2007

background image

21

Nederlands

2. Montage-aanwijzing

 voor de installateur

Voor het transport naar de plaats van

opstelling adviseren wij de

ommanteling van de boiler te demonteren

(zie „2.4“), zodat deze niet vuil of

beschadigd kan worden.

2.1 Opbouw van het toestel

A

en 

C

1

Temperatuurkeuzeknop

2

Thermometer (zit bij aflevering in het

deksel van de schakelkast)

3

Drukknop voor snelverwarming

4

Indicator van de signaalanode

5

Kunststof-sokkel

6

Schakelkastdeksel

7

Kunststof-ommanteling

8

Aansluitpunt G 1/2 b.v. voor circulatie

9

Kunststof-deksel

10

Transportbeveiliging

11

Signaalanode

12

Elektrische verwarmingsflens

13

Kabeldoorvoerwartels PG 16 en PG 13,5

voor elektrische aansluiting

14

Warmwateraansluitpunt G 1

15

Warmte-isolatie

16

Stalen reservoir met speciale emaillaag

Losse onderdelen in de bijverpakking:

17

Koudwaterinlooppijp G 1 met vlakke

afdichting

18

Kunststof-afsluitkap voor afdekking van

de drukknop

19

Verloopstuk 1/2" met vlakke afdichting

20

Zelfklevende rozet voor circulatieleiding

21

Gebruiks- en montagehandleiding

2.2 Voorschriften en

bepalingen

"

De montage (wateraansluiting en elektri-

sche installatie), de eerste ingebruikname

en het onderhoud van dit toestel mogen

uitsluitend door een erkend installateur

volgens deze voorschriften worden

uitgevoerd.

"

Het correct functioneren en de

bedrijfsveiligheid is alleen met de voor het

toestel bestemde originele accessoires en

reserveonderdelen gegarandeerd.

"

DIN VDE 0100.

"

Voorschriften van het plaatselijke

energiebedrijf.

"

DIN 1988 / DIN 4109.

"

Voorschriften van het desbetreffende

waterleidingbedrijf

"

De staande boiler moet aan de vloer

worden bevestigd.

Verder moeten in acht worden genomen:

"

Het typeplaatje.

"

De technische gegevens.

"

Waterinstallatie

Leidingmateriaal:

– Koudwater- – Warmwater-

leiding

leiding

Koperen buis

#

Koperen buis

Stalen buis

#

Stalen of koperen buis

Kunststof-leidingen:

Installatie ook in combinatie met DVGW-

goedgekeurde kunststof-buizen voor

koud- en warmwaterleidingen.

(Duitse) Wet op de energiebesparing

(„ENEG“)

– De warmwaterleiding moet warmte-

geïsoleerd zijn.

– De warmwatertemperatuur in het

leidingnet moet door automatisch

werkende inrichtingen of andere

voorzieningen op ten hoogste 60 °C

worden begrensd. Dit geldt niet voor

proceswater, waarbij hogere temperaturen

voorgeschreven zijn of waarbij een

leidinglengte van minder dan 5 m

noodzakelijk is.

– Warmwaterinstallaties moeten met

automatisch werkende voorzieningen voor

het uitschakelen van de circulatiepomp

worden uitgerust.

Bij staande boilers met een circulatieleiding

moet de circulatiepomp door inbouw van

een schakelklok en eventueel een

contactthermostaat worden aangestuurd.

"

Elektrische installatie

– Elektrische aansluiting uitsluitend op vast

gemonteerde leidingen in combinatie

met de uitneembare kabeldoorvoer.

– Het toestel moet b.v. door zekeringen

met een scheidingsafstand van

tenminste 3 mm alpolig van het net

kunnen worden gescheiden!

2.3 Plaats van montage

"

In een vorstvrije ruimte.

"

In de nabijheid van de kraan opstellen.

2.4 Demontage/montage van

de ommanteling van de

boiler

De ommanteling van de boiler is in

afleveringstoestand gemonteerd. Deze kan

indien nodig worden verwijderd.

Demontage:

1.

Kunststof-deksel (

9

) afnemen.

2.

Kunststof sokkel (

5

) afnemen.

3.

Temperatuurkeuzeknop (

1

) aftrekken.

4.

Schakelkastkap (

6

) en kabeldoorvoer (

13

)

afnemen.

5.

Kunststof-ommanteling (

7

) afnemen.

Montage:

In omgekeerde volgorde als de demontage.

De ommanteling en het deksel

moeten vóór de wateraansluiting en

vóór de eventuele circulatieleiding

gemonteerd zijn. De sokkel na controle op

dichtheid monteren.

2.5 Wateraansluiting

"

Leiding goed doorspoelen.

"

Warmwater-uitloopleiding monteren.

"

Koudwater-aanvoerleiding monteren 

D

     

.

De aansluitpijp kan naar keuze tussen de

poten (

a

) worden gemonteerd. Bij het

vastschroeven met een sleutel (

b

)

tegenhouden. De stabiliteit van de

aansluitpijpen moet worden

gecontroleerd; evt. ter plaatse extra

bevestigen. Indien nodig kan de

koudwateraansluiting direct op de

aansluitpunten (

c

) worden gemonteerd.

"

Installeer een type-gekeurde

veiligheidsgroep, zoals b.v. Stiebel Eltron

ZH 1, Bestel-nr. 07 43 70

 tot 0,6 MPa

waterleidingdruk (rustdruk 0,48 MPa). Bij

rustdruk > 0,48 MPa moet bovendien het

drukreduceerventiel

DMV/ZH 1, Bestel-nr. 07 43 71

 worden

geïnstalleerd.

Schakelschema 

E

:

a

Afsluiter

b

Drukreduceerventiel DMV/ZH 1

(indien nodig)

c

Testventiel

d

Terugslagklep

e

Aansluiting voor meetapparatuur

f

Aftapkraan

g

Veiligheidsventiel G 3/4, 0,6 MPa (6 bar)

h

Afblaasleiding

– De afblaasleiding moet groot genoeg

zijn voor volledig geopend

veiligheidsventiel. De afvoeropening

moet een open verbinding naar buiten

hebben.

– De afvoerleiding van het

veiligheidsventiel moet met een

ononderbroken verval worden

geïnstalleerd.

– De aanwijzingen in de

montagehandleiding „Veiligheidsventiel“

moeten in acht worden genomen.

"

Het toestel door het openen van de

warmwaterkraan met water vullen en

goed doorspoelen.

"

Een dichtheidscontrole uitvoeren.

"

Opmerking m.b.t. de circulatieleiding:

Als er een circulatieleiding geïnstalleerd

moet worden, dan moet de leiding op de

aansluitpunten (

8

) worden gemonteerd.

(Aansluitpunten van de thermometer ook

mogelijk). Hiertoe moet de kunststof-

ommanteling op de markering worden

opengeboord (b.v. met een 70 mm

gatenzaag). De warmte-isolatie moet rond

de aansluitpunten worden verwijderd,

zodat de circulatieleiding kan worden

gemonteerd. Hiertoe het bijgesloten

reduceerstuk 1/2" (

19

) met bouwzijdige

verlenging opschroeven. De zelfklevende

rozet (

20

) moet op de kunststof-

ommanteling worden geplakt (afdekking

van het gat).

background image

22

2.7 Montage van de

thermometer

F

De thermometer (deze bevindt zich bij

aflevering in de schakelkast) tot de aanslag

insteken (

a

) en in de juiste stand brengen.

2.8 Belangrijke aanwijzingen

"

Signaalanode

– Transportbeveiliging verwijderen (

10

)

– Indicator (

4

) op transportschade

controleren!

– De staande boiler mag niet zonder

indicator en ook niet met een

beschadigde indicator worden gebruikt,

omdat hier anders na verbruik van de

anode waterlekkage ontstaat.

"

Temperatuurbegrenzing 

  

G

Indien gewenst kan de door de fabriek

gemonteerde warmwatertemperatuur-

begrenzing (60 °C) aan de elektrische

verwarmingsflens (

a

) door de installateur

worden gewijzigd:

de staande boiler van het net scheiden,

temperatuurkeuzeschakelaar op 

!

 zetten

en de knop aftrekken.

– Begrenzing op 45 °C

De begrensschijf (b) van de as van de

temperatuurkeuzeknop trekken en 180°

draaien.

– Begrenzing op ca. 80 °C

Begrensschijf van de as van de

temperatuurkeuzeknop (c) verwijderen,

temperatuur-keuzeknop opsteken.

Aanwijzing 2.2 „Wet op de

energiebesparing“ in acht nemen.

"

Bij temperaturen beneden - 15 °C (b.v. bij

transport/opslag) kan de veiligheids-

temperatuurbegrenzer aanspreken.

Resetknop 

G

(

d

) indrukken.

2.9 Eerste ingebruikname

(mag uitsluitend door een vakman

plaatsvinden!)

1

2

3

4

5

6

7

8

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

9

Toestel vullen, ontluchten en

grondig doorspoelen!

1

2

3

4

5

6

7

8

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

9

Temperatuurkeuzeknop tot de

aanslag naar rechts draaien

 (tot de

temperatuurbegrenzing)

!

1

2

3

4

5

6

7

8

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

9

Netspanning inschakelen!

1

2

3

4

5

6

7

8

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

9

Correct functioneren van het

toestel controleren!

Bij de elektrische aansluiting 

I

 en

J

 moet de drukknop (hoofdtarief)

worden ingedrukt.

1

2

3

4

5

6

7

8

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

9

Veiligheidsventiel op correct

functioneren controleren!

2.6 Elektrische aansluiting

De staande boilers 

SHW 200-400 S

     hebben

een basisverwarming en een bijschakelbare

snelverwarming, die met de drukknop wordt

ingeschakeld. Is door het energiebedrijf een

snelverwarming niet toegestaan, dan moet de

drukknop (

3

) met de bijgesloten kunststof-

afsluitkap (

18

) worden afgedekt.

"

Temperatuurkeuzeknop aftrekken.

"

Deksel van de schakelkast afnemen.

"

Aansluitleiding voorbereiden en door de

kabelinvoer (

13

) in de schakelkast

brengen.

"

Het gewenste vermogen moet

overeenkomstig de aansluitvoorbeelden

worden aangesloten.

"

Deksel van de schakelkast monteren.

"

Temperatuurkeuzeknop opsteken.

"

Nadat het toestel elektrisch is aangesloten,

moet het vakje met het desbetreffende

aansluitvermogen en de netspanning op

het toestel-kenplaatje met b.v. een

ballpoint worden gemarkeerd.

$

Elektrisch schakelschema 

H

a

Drukknop voor de snelverwarming

b

Veiligheids-temperatuurbegrenzer

c

Vermogensschakelaar in het

schakelkastje

d

Temperatuurregelaar

e

Relais

$

Aansluiting met twee circuits

"""""

Meting met twee kWh-meters 

I

a

Nachtstroomcontact

– voor vermogensvarianten zie 

J

.

––––– let op fasegelijkheid!

- Zonder streeplijnen voor

1/N/PE ~ 230 V

- Met streeplijnen voor

3/N/PE ~ 400 V

"""""

Meting met één kWh-meter 

J

a

Nachtstroomcontact

b

Afstandsbediening drukknop voor

desnelverwarming

c

Functieschakelaar in het schakelkastje

$

Aansluiting met één circuit

K

c

Functieschakelaar in het schakelkastje

"""""

Snelverwarming

Bij het indrukken van de drukknop

worden de vermogens achter de schuine

streep (.. / 

XX 

kW) resp. tussen haakjes

(

XX 

kW) bereikt; het toestel verwarmt

eenmalig met een hoog vermogen tot de

ingestelde warmwatertemperatuur.

Overdracht van het toestel!

De gebruiker de werking van het toestel

uitleggen en met het gebruik vertrouwd

maken.

Belangrijke aanwijzingen:

De gebruiker op mogelijke gevaren attent

maken (Gevaar voor verbranding).

Deze gebruiks- en montagehandleiding

afgeven om zorgvuldig te bewaren. Alle

informaties in deze handleiding moeten

zeer zorgvuldig in acht worden genomen.

Zij geven informatie omtrent veiligheid,

bediening, installatie en het onderhoud van

het toestel.

2.10 Onderhoud

Bij alle werkzaamheden aan het toestel dit

alpolig van het elektriciteitsnet scheiden!

Het veiligheidsventiel regelmatig in werking

stellen, tot de volle waterstroom uitloopt.

Na controle het veiligheidsventiel sluiten.

Verdere aanwijzingen omtrent het

toestel:

Ontkalken

Gebruik geen ontkalkingspomp. Ontkalken

van de flens uitsluitend na demontage.

Emaillering en beschermanode niet met

ontkalkingsmiddelen behandelen.

Aanhaalmoment van de flensbouten:

50 - 60 Nm.

Uitwisseling van het verwarmingselement

en leiding aansluiting

G

Verwarmingselement (

e

) en de aansluiting

van de leiding (

f

) moeten elektrisch

geïsoleerd in de flens (

g

) worden

ingebouwd. Het verwarmingselement

wordt aansluitend over de corrosie-

beschermings-weerstand ( 

h

, 390 Ohm)

met het voorraadvat verbonden.

"

Aftappen van het reservoir:

Voor het aftappen het toestel van het

net scheiden!

– Afsluiter in de koudwatertoevoer

sluiten.

– Warmwaterkranen van alle tappunten

geheel openen.

– Het aftappen geschiedt via de

aftapkraan 

E

(

f

), restwater blijft in de

koudwateraansluitleiding.

Bij het aftappen kan heet water naar

buiten komen.

"

Vervanging van de signaalanode 

F

(

b

)

Is de signaalanode verbruikt, dan moet

deze door een nieuwe worden vervangen.

Signaalanode:

Best.-nr. 14 09 20.

Mocht inbouw van een staafanode van

bovenaf niet mogelijk zijn, dan installeert u

een

signaal-schakelanode:

Best.-nr. 14 34 98.