Merit Medical HepaSphere Microspheres(With Doxorubicin) IFU-Int'l: NEDERLANDS

NEDERLANDS: Merit Medical HepaSphere Microspheres(With Doxorubicin) IFU-Int'l

730095003_A ID 102412_IFU HS DOXO :print 9/11/12 17:09 Page 27

NEDERLANDS

g

enomen, zich ervan vergewissen dat hij/zij de grootte van de

BEOOGDE TOEPASSING

HepaSphere-microsferen zorgvuldig selecteert overeenkomstig de

HepaSphere™-microsferen zijn geïndiceerd voor toepassing bij de

grootte van de te behandelen bloedvaten en de gewenste mate van

e

mbolisatie van bloedvaten met of zonder afgifte van doxorubicine HCl

occlusie in het vaatstelsel.

voor therapeutische of preoperatieve doeleinden bij de volgende

Met het oog op de omvangrijke complicaties ingeval van onjuiste

ingrepen:

embolisatie, dient er grote zorgvuldigheid te worden betracht bij

Embolisatie van hepatocellulair carcinoom

procedures waarbij de intracraniële bloedsomloop van het hoofd en de

Embolisatie van levermetastase

n

ek betrokken zijn en de arts dient de potentiële voordelen van

gebruikmaking van embolisatie zorgvuldig af te wegen tegen de risico’s

BESCHRIJVING:

en potentiële complicaties van de ingreep. Deze complicaties kunnen

HepaSphere-microsferen behoren tot een productgroep

blindheid, gehoorverlies, reukverlies, verlamming en overlijden

embolisatiemiddelen die zijn gebaseerd op gepatenteerde

omvatten.

t

echnologieën. Zij zijn ontwikkeld voor gecontroleerde, doelgerichte

Ernstig huidletsel bij patiënten door straling kan voorkomen bij

embolisatie. De HepaSphere-microsferen kunnen worden geladen met

langdurige fluoroscopie, zware patiënten röntgenfoto’s onder een

doxorubicine HCl en kunnen het geneesmiddel lokaal op de plaats van

invalshoek en veelvuldige beeldvorming of radiografie. Raadpleeg het

embolisatie afgeven. HepaSphere-microsferen zijn biocompatibel, niet-

klinisch protocol van uw instelling om u ervan te verzekeren dat de

resorbeerbaar, vervormbaar en zwellen op wanneer ze in aanraking

juiste stralingsdosis wordt toegepast voor ieder specifiek type verrichte

komen met waterige oplossingen. Zij zijn in diverse afmetingen

procedure.

verkrijgbaar.

De eerste manifestaties van stralingsletsel bij de patiënt kunnen

Droog (µm)

vertraagd optreden. Patiënten dienen te worden geïnformeerd over de

30-60

potentiële uitwerkingen van de straling, waar ze op moeten letten en

met wie ze contact moeten opnemen indien zich symptomen voordoen.

50-100

HepaSphere-microsferen DIENEN NIET te worden gereconstitueerd in

100-150

steriel injectiewater. Het reconstitueren in steriel water resulteert in

omvangrijk opzwellen waardoor injectie van HepaSphere-microsferen

150-200

zeer moeilijk wordt of de inspuiting wordt belet.

Reconstitueer HepaSphere-microsferen niet met Lipiodol / Ethiodol.

VERPAKKING:

Let aandachtig op tekens van niet goed gerichte embolisatie. Zie

HepaSphere-microsferen zijn verpakt in een steriele 10 ml injectieflacon

tijdens het injecteren aandachtig toe op vitale tekens van de patiënt met

van cyclo-olefinecopolymeren (COC), met krimpdop, verpakt in een

inbegrip van SAO2 (bijv. hypoxia, CNS veranderingen). Neem het

verzegelde zak.

afsluiten van de procedure in beschouwing, lettend op mogelijke

Inhoud: 25 mg of 50 mg droge HepaSphere-microsferen per

shunting, of gebruik van grotere microsferen als er zich tekenen

injectieflacon, die voor gebruik moeten worden gereconstitueerd.

voordoen van niet goede afstemming of als er zich symptomen bij de

patiënt ontwikkelen.

CONTRA-INDICATIES:

Neem een vergroting van de microsferen in beschouwing als de

Patiënten die geen vasculaire occlusieprocedures verdragen

angiografische overtuiging van embolisatie niet snel verschijnt tijdens

Vasculaire anatomie of bloedstroom die een juiste plaatsing van de

het injecteren van de microsferen.

katheter of embolische injectie onmogelijk maakt

Aanwezigheid of vermoeden van vasospasme

Waarschuwingen over het gebruik van kleine microsferen

Aanwezigheid of waarschijnlijk optreden van hemorragie

Er dient zeer zorgvuldig te worden gehandeld wanneer het gebruik

Aanwezigheid van ernstige atheromateuze aandoening

van embolische middelen met een kleinere diameter dan het oplossend

Voedende slagaderen die te klein zijn voor de geselecteerde

vermogen van uw weergave apparatuur wordt overwogen. De

HepaSphere-microsferen

aanwezigheid van arterioveneuze anastomoses, bloedvatvertakkingen

Aanwezigheid van collaterale vaatverbindingen die mogelijk de

die wegleiden van het te behandelen gebied of opkomende bloedvaten

gezonde gebieden tijdens de embolisatie in gevaar brengen

die voorafgaand aan de embolisatie niet zichtbaar waren,kunnen leiden

‘High-flow arterioveneuze shunts of fistels met een lumendiameter

tot niet goed gerichte embolisatie en ernstige complicaties.

die groter is dan de geselecteerde grootte van de HepaSphere-

Microsferen kleiner dan 100 micron zullen over het algemeen distaal

microsferen

migreren naar anastomose feeders en het is zodanig waarschijnlijker

Vasculaire weerstand perifeer ten opzichte van de voedende arteriën

dat zij circulatie naar distaalweefsel beëindigen. Een groter risico van

die de passage van de HepaSphere-microsferen tot in de laesie

ischemische verwonding vloeit voort uit het gebruik van microsferen

onmogelijk maakt

van een kleinere grootte en er moet voorafgaand aan de embolisatie

Aanwezigheid van arteriën die de laesie van bloed voorzien die te klein

aandachtig worden gelet op de consequentie van deze verwonding. De

zijn voor de HepaSphere-microsferen

mogelijke consequenties omvatten opzwellen, necrose, verlamming,

Niet gebruiken voor longvaten, coronairvaten, en bloedvaten van het

abces en/of een sterker post-embolisatie syndroom.

centrale zenuwstelsel

Post-embolisatie zwellingen kunnen uitlopen op ischemie aan

Bekende overgevoeligheid voor polyvinylalccohol-conatriumacrylaat

weefsels die naast het doelgebied liggen. Er moet worden toegezien op

het voorkomen van ischemie van ongevoelig, niet te behandelen

WAARSCHUWINGEN:

weefsel, zoals zenuwweefsel.

De grootte van de HepaSphere-microsferen moet worden

geselecteerd na beoordeling van het arterioveneuze angiografische

VOORZORGEN:

beeld. De HepaSphere-microsferen moeten een zodanige grootte

HepaSphere-microsferen dienen uitsluitend te worden gebruikt door

hebben dat de deeltjes niet vanuit een arterie in een vene terecht

artsen die zijn opgeleid in vasculaire embolisatieprocedures.De maat en

kunnen komen.

hoeveelheid microsferen moeten zorgvuldig worden geselecteerd

Het is mogelijk dat sommige van de HepaSphere-microsferen

overeenkomstig de te behandelen laesie en de potentiële aanwezigheid

enigszins buiten het bereik liggen; daarom moet de arts, na het

van shunts. Alleen de arts kan het meest geschikte tijdstip bepalen

arterioveneuze voorkomen in het angiogram in aanmerking te hebben

waarop het injecteren van HepaSphere-microsferen wordt gestaakt.

27

730095003_A ID 102412_IFU HS DOXO :print 9/11/12 17:09 Page 28

N

iet gebruiken als de injectieflacon, de dop of het zakje beschadigd

Complicaties in verband met katheterisatie (bijv. hematomen bij de

lijken.

toegangsplaats, vorming van bloedstolsels bij de tip van de katheter en

V

oor toediening aan slechts één patiënt Inhoud steriel geleverd De

d

aaropvolgend losraken, en zenuw- en/of circulatoir letsel dat kan leiden

inhoud van een geopende injectieflacon nooit hergebruiken, opnieuw

tot beenletsel)

verwerken of opnieuw steriliseren. Hergebruik, opnieuw verwerken of

Allergische reactie op medicatie (bijv. pijnstillende middelen)

opnieuw steriliseren kan de structurele integriteit van het hulpmiddel

Allergische reactie op niet-ionogene contrastmiddelen of embolisch

s

chaden en/of leiden tot falen van het hulpmiddel, waaruit verwonding,

m

ateriaal

ziekte of overlijden van de patiënt kan voortvloeien. Het hergebruik, het

Ruptuur van bloedvaten of laesie en hemorragie

opnieuw verwerken, of het opnieuw steriliseren kan eveneens leiden tot

Overlijden

het risico van besmetting van het hulpmiddel en/of de patiënt, of

Bijkomende informatie kan in het gedeelte Waarschuwingen worden

kruisinfectie veroorzaken, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de

gevonden.

overdracht van infectieziekte(s) van de ene op de andere patiënt.

Besmetting van het hulpmiddel kan leiden tot verwonding, ziekte of

ZWELEIGENSCHAPPEN:

overlijden van de patiënt. Alle handelingen dienen te worden verricht

HepaSphere-microsferen zwellen op tijdens reconstitutie in NaCl 0,9%

overeenkomstig de erkende aseptische techniek.

waterige oplossingen en niet-ionogene contrastmiddelen. Bij hydratatie

i

n een 100% NaCl 0,9% waterige oplossing of niet-ionogene

H

epaSphere-microsferen MOGEN NIET worden gebruikt in hun

c

ontrastmiddelen,of een 50% niet-ionogeen contrastmiddel en een 50%

oorspronkelijke droge staat.

Zij moeten ór het gebruik worden

NaCl 0,9% waterige oplossing, zwellen HepaSphere-microsferen in

gereconstitueerd. HepaSphere-microsferen zwellen op in een waterige

ongeveer 10 minuten op tot 4 keer de oorspronkelijke droge diameter.

oplossing. De mate van opzwellen is afhankelijk van de

Bijvoorbeeld, HepaSphere-microsferen met een diameter van ongeveer

ionenconcentratie van de oplossing. De microsferen zwellen op tot

50-100 micron in droge staat zwellen op tot ongeveer 200-400 micron

ongeveer vier keer hun oorspronkelijke droge diameter in een 0,9 %

in de hieronder aanbevolen reconstitutie. Wegens de inherente

NaCl waterige oplossing en niet-ionische contrastmiddelen.

variabiliteit van het uitzettingsproces, zullen een aantal HepaSphere-

De mate van opzwellen wanneer zij met doxorubicine HCl zijn geladen,

microsferen na reconstitutie enigzins buiten deze variatiebreedte vallen,

is afhankelijk van de hoeveelheid geneesmiddel waarmee het product is

de arts dient de omvang van de HepaSphere-microsferen dus zorgvuldig

geladen. Gevriesdroogde doxorubicine HCl moet worden

te selecteren overeenkomstig de omvang van de te behandelen

gereconstitueerd in een waterige oplossing van 0,9 % NaCl.Wanneer zij

bloedvaten op het gewenste occlusieniveau in het vaatstelsel en de aard

worden geladen met doxorubicine HCl neemt de omvang van

van de waterige oplossing.

HepaSphere-microsferen met ongeveer 20 % af in vergelijking met de

Opmerking:

Om goed uit te zetten dienen de HepaSphere-microsferen

omvang in een zuivere waterige oplossing van 0,9 % NaCl.HepaSphere-

te worden blootgesteld aan een oplossing van minimaal 10ml.

microsferen zijn comprimeerbaar en kunnen gemakkelijk via

De omvang van de uitzetting wanneer zij met doxorubicine HCl zijn

microkatheters worden geïnjecteerd. Injectie van niet volledig uitgezette

geladen, hangt af van de hoeveelheid geneesmiddel waarmee het

HepaSphere-microsferen kan echter leiden tot het niet bereiken van het

product wordt geladen. Wanneer zij worden geladen met doxorubicine

beoogde embolisatiedoel, en mogelijke embolisatie van een groter

HCl neemt de omvang van de HepaSphere-microsferen met ongeveer

weefselgebied.

20% af in vergelijking met de omvang in een pure NaCl 0,9% waterige

Opmerking:

De maximale aanbevolen concentratie doxorubicine HCl is

oplossing.

5 mg/ml. Concentraties doxorubicine HCl hoger dan 5 mg/ml vergroten

de viscositeit van de oplossing aanzienlijk en maken de oplossing

KATHETERCOMPATIBILITEIT:

moeilijk hanteerbaar met HepaSphere-microsferen.

HepaSphere-microsferen kunnen worden geïnjecteerd in microkatheters

met de volgende specificaties:

Patiënten met bekende allergieën voor niet-ionogene contrastmiddelen

kunnen voorafgaand aan de embolisatie corticosteroïden vergen.

Geschat maatbereik

Aanvullende beoordelingen of voorzorgsmaatregelen kunnen

Katheter maat

Droog (µm)

na reconstitutie

noodzakelijk zijn bij de periprocedurele zorg voor patiënten met de

ID (in.)

(µm)

volgende aandoeningen:

hemorragische diathese of hypercoagulatie

30-60 120 -240

0.021

gecompromitteerd immuunsysteem

50-100 200 - 400

0.021

MOGELIJKE COMPLICATIES:

100-150 400 - 600

0.024

Vasculaire embolisatie is een ingreep waaraan hoge risico’s zijn

150-200 600 - 800

verbonden. Er kunnen zich op elk moment tijdens of na de procedure

0.027

complicaties voordoen en deze kunnen onder meer de volgende

complicaties omvatten:

INSTRUCTIES

Paralyse ten gevolge van niet-doelgerichte embolisatie of ischemisch

HepaSphere-microsferen moeten worden gereconstitueerd in een 100%

letsel door aangrenzend weefseloedeem

NaCl 0,9% waterige oplossing of een niet- ionogeen contrastmiddel, of

Ongewenste reflux of passage van HepaSphere-microsferen in

in een 50% niet-ionogeen contrastmiddel en een 50% NaCl 0,9%

normale slagaders grenzend aan de te behandelen laesie,of viade laesie

waterige oplossing bij gebruik zonder afgifte van doxorubicine HCl, of

in andere slagaders of arteriële bedden, zoals de carotis interna,

met doxorubicine HCl geladen alvorens de katheter te plaatsen.

pulmonale of coronaire bloedsomloop.

Selecteer zorgvuldig de maat van de HepaSphere-microsferen volgens

Longembolie veroorzaakt door arterioveneuze shunting

de maat van de te behandelen bloedvaten bij het gewenste

Ischemie op een ongewenste locatie, met inbegrip van ischemisch

occlusieniveau in de vasculatuur, en de aard van de waterige oplossing.

hersenletsel, ischemisch infarct (inclusief myocardinfarct), en

Zie de beschrijving bij “ZWELEIGENSCHAPPEN”.

weefselnecrose

Er kunnen HepaSphere-microsferen aanwezig zijn buiten de

Afsluiting van een capillair vaatbed en weefselbeschadiging

injectieflacon. Hiertoe dient de injectieflacon aseptisch te worden

Vasospasme

gehanteerd buiten het voornaamste steriele veld.

Herkanalisatie

Controleer de compatibiliteit van de HepaSphere-microsferen met de

Blindheid, gehoorverlies, reukverlies

beoogde maat van de te gebruiken katheter. Zie bovenstaande tabel.

Reacties veroorzaakt door een vreemd lichaam die een medische

Inspecteer de verpakking om te garanderen dat deze intact is. Neem

ingreep vergen

de injectieflacon uit het zakje. Het buitenoppervlak van de injectieflacon

Infectie die een medische ingreep noodzakelijk maakt

is steriel.

28

730095003_A ID 102412_IFU HS DOXO :print 9/11/12 17:09 Page 29

A

ls algemene richtlijn geldt dat het laden van HepaSphere-microsferen

HEPASPHERE-MICROSFEREN KUNNEN WORDEN GEBRUIKT MET

met gevriesdroogde doxorubicine HCl, opgelost in een NaCl 0,9%

O

F ZONDER DOXORUBICINE HCL.

waterige oplossing één uur duurt. De HepaSphere-microsferen dienen

n

iet te worden gebruikt voordat ze volledig zijn gehydrateerd en uitgezet.

OPTIE 1: PREPARATIE VOOR EMBOLISATIE ZONDER

De kinetiek van laden van voorafgaand oplosbaar gemaakt doxorubicine

DOXORUBICINE HCl

HCI kan variëren,naar gelang de concentratie en de pH van de oplossing.

De reconstitutietijd bedraagt ongeveer 10 min bij gebruik zonder lading

met doxorubicine HCl.

Selecteer de juiste dosis in de HepaSphere-microsferen te laden

doxorubicine HCl.

Vul een 10 ml injectiespuit met een 100% NaCl 0,9% waterige

oplossing of niet-ionogeen contrastmiddel (of 50% NaCl 0,9% waterige

O

pmerking:

o

plossing en 50% contrastmiddel).Sluit de injectiespuit aan op een naald

Een maximale dosis doxorubicine HCl 75 mg kan in iedere injectieflacon

van gauge 20 of groter.

van HepaSphere-microsferen worden geladen. Los de gewenste dosis

Voor een juiste reconstitutie van de HepaSphere-microsferen neemt u

gevriesdroogde doxorubicine HCl op in 20 ml

NaCl 0,9% injectie-

d

e injectieflacon horizontaal tussen de vingertoppen en laat u hem

oplossing. NOOIT ZUIVER WATER GEBRUIKEN

verschillende keren rollen. Hierdoor komt de droge inhoud van de

Opmerking:

De maximaal aanbevolen concentratie doxorubicine HCl

injectieflacon tegen de zijwand te zitten.

bedraagt 5 mg/ml. Concentraties doxorubicine HCl hoger dan 5 mg/ml

Opmerking:

Trek alleen de flip-top-dop los; verwijder de krimpring of

v

erhogen de viscositeit van de oplossing aanzienlijk waardoor de

de stop niet van de injectieflacon.

hanteerbaarheid moeilijk wordt met HepaSphere-microsferen.

Steek de naald van de injectiespuit voorzichtig door de stop van de

Zuig de 20 ml doxorubicine HCl oplossing op in twee aparte 30 ml

injectieflacon. Blijf de injectieflacon tussen uw vingers rollen en injecteer

injectiespuiten. Iedere 30 ml injectiespuit dient 10 ml doxorubicine HCl

de volledige inhoud (10 ml) van het oplosmiddel in de injectieflacon. Zet

oplossing te bevatten.

de injectieflacon vervolgens rechtop en verwijder de injectiespuit

Sluit één van de 30 ml injectiespuiten met de 10 ml doxorubicine HCl

zorgvuldig met de bevestigde naald.

oplossing aan op een naald van gauge 20 of meer.

Opmerking:

De injectieflacon is hermetisch afgesloten. Juiste door de

Voor een goede reconstitutie van de HepaSphere-microsferen neemt u

zorginstelling goedgekeurde zuig- en/of extractietechnieken kunnen

de HepaSphere-microsferen injectieflacon horizontaal tussen de

worden gebruikt om het injecteren van het oplosmiddel in de

vingertoppen en rolt u de injectieflacon verschillende malen tussen uw

injectieflacon te vereenvoudigen. Als er vóór reconstitutie lucht wordt

vingers. Hierdoor komt de droge inhoud van de injectieflacon tegen de

opgezogen uit de injectieflacon dient u er op te letten de sferen niet te

zijwand te zitten.

verwijderen uit de injectieflacon.

Opmerking:

Trek alleen de flip-top-dop los; verwijder de krimpring en

Voor een homogene samenstelling van de HepaSphere-microsferen

de stop niet van de injectieflacon.

keert u de injectieflacon voorzichtig een paar keer om zodat de vloeistof

Steek de naald van één van de 30 ml injectiespuiten met de 10 ml

5-10 keer in contact komt met de stop.

doxorubicine HCl oplossing voorzichtig in de stop van de injectieflacon.

Opmerking :

Flink schudden kan leiden tot microbelletjes, waardoor de

Blijf de injectieflacon tussen uw vingers rollen en injecteer de volledige

microsferen kunnen aggregeren.

10 ml doxorubicine HCl oplossing in de injectieflacon.

Wacht minimaal 10 minuten,

om de HepaSphere-microsferen te laten

Zet de HepaSphere-microsferen injectieflacon vervolgens verticaal.

reconstitueren en volledig uit te zetten.

Verwijder de injectiespuit met de bevestigde naald voorzichtig en laat de

Gebruik een 30 ml injectiespuit en een naald van gauge 20 of meer om

injectieflacon 10 minuten staan zodat de sferen volledig worden

de inhoud van de injectieflacon op te zuigen. Zet de injectieflacon

gehydrateerd.

verticaal met de bodem van de injectieflacon naar boven. Trek de naald

Tijdens de 10 minuten durende hydratatieperiode schudt u de

terug zodat hij nog in de vloeistof zit en niet wordt geoccludeerd door de

injectieflacon met HepaSphere-microsferen meerdere keren heen en

stop. Zuig de volledige inhoud van de injectieflacon voorzichtig in de

weer zodat de vloeistof in contact komt met de grijze stop. Herhaal deze

injectiespuit.

procedure om de 2-3 minuten zodat er een homogene reconstitutie van

Opmerking : Als de lucht voorafgaand is opgezogen uit de injectieflacon,

de HepaSphere-microsferen wordt verkregen.

wordt het opzuigen van de inhoud van de injectieflacon door de

Opmerking:

De injectieflacon is hermetisch afgesloten. Geschikte door

injectienaald vereenvoudigd door voorafgaand voorzichtig lucht in te

de zorginstelling goedgekeurde zuig- en/of extractietechnieken kunnen

spuiten met behulp van de injectiespuit. Als de volledige inhoud niet is

worden gebruikt om het injecteren van reconstitutiemiddelen in de

opgezogen spuit u een extra hoeveelheid lucht in en herhaalt u het

injectieflacon te vereenvoudigen.Als er vóór de reconstitutie lucht wordt

zuigproces. Het is mogelijk een extra hoeveelheid niet-ionogeen

opgezogen uit de injectieflacon, dient u er op te letten de sferen niet te

contrastmiddel of NaCl 0,9% waterige oplossing toe te voegen in de

verwijderen uit de injectieflacon.

injectiespuit om een grotere dispersie van microsferen te verkrijgen.

Na de 10 minuten durende hydratatieperiode bevestigt u een naald

Opmerking:

Reconstitutie van HepaSphere-microsferen zoals

hierboven beschreven kan worden gebruikt in aanwezigheid van

met een gauge van 20 of meer aan de tweede 30 ml injectiespuit met

chemotherapeutica zoals cisplatine, epirubicine, doxorubicine HCl,

de resterende 10 ml doxorubicine HCl oplossing en steekt u deze in de

fluorouracil, irinotecan en mitomycine na hydratie. HepaSphere-

HepaSphere-microsferen injectieflacon. Zuig de inhoud van de

microsferen worden voor de afgifte van geneesmiddelen echter

HepaSphere-microsferen injectieflacon op in de 30 ml injectiespuit met

uitsluitend geïndiceerd voor gebruik met doxorubicine HCl (zie Optie 2

de resterende 10 ml doxorubicine HCl oplossing. Zet de injectieflacon

hieronder).

verticaal met de bodem van de injectieflacon naar boven. Trek de naald

Als de microsferen werden gereconstitueerd met gebruik van 100%

terug zodat hij volledig in de vloeistof zit maar niet wordt geoccludeerd

NaCl 0,9% dan moet non-ionogeen contrastmiddel worden

door de stop. Zuig de volledige inhoud van de injectieflacon voorzichtig

toegevoegd aan de HepaSphere-microsferen bevattende injectiespuit

in de injectiespuit.

voor fluoroscopische visualisatie. Als non-ionogeen contrastmiddel

Voorafgaand aan het verwijderen van de naald uit de HepaSphere-

werd gebruikt om de microsferen te reconstitueren, kan bijkomend

microsferen injectieflacon houdt u de injectiespuit verticaal en trekt u de

non-ionogeen contrastmiddel worden toegevoegd.

zuiger van de injectiespuit voorzichtig naar beneden, waardoor de

eventueel in de hub van de naald aanwezige oplossing wordt verwijderd.

Vervang de naald door een injectiespuitdop en keer de injectiespuit een

OPTIE 2: PREPARATIE VOOR MET DOXORUBICINE HCl GELADEN

aantal keer om voor een goede dispersie van de inhoud in de

EMBOLISATIE

injectiespuit. Wacht minimaal 60 minuten zodat de HepaSphere-

microsferen volledig kunnen uitzetten en de doxorubicine HCl laden.

WAARSCHUWING:

Liposomale samenstellingen van doxorubicine HCl

Gedurende de 60 minuten, dient de injectiespuit om de 10 15 minuten

zijn niet geschikt om in HepaSphere-microsferen te worden geladen.

te worden omgekeerd om de verdeling van het medicijn in de

29