Merit Medical HepaSphere Microspheres(With Doxorubicin) IFU-Int'l: / 

/ : Merit Medical HepaSphere Microspheres(With Doxorubicin) IFU-Int'l

m

icrosferen te optimaliseren.

r

esulteert in niet-doelgerichte embolisatie. Verwijder de katheter onder

Na 60 minuten laat u de injectiespuit staan zodat de microsferen

lichte aspiratie en werp de katheter vervolgens weg.

n

eerslaan en verwijdert u al de supernatant.Voer deze af volgens de door

de instelling goedgekeurde standaardprocedures.

Voeg een minimum van 20 ml non-ionogeen contrastmiddel toe aan de

BEWARING EN OPSLAG:

3

0 ml injectiespuit met de met doxorubicine HCl geladen HepaSphere-

H

epaSphere-microsferen moeten in de oorspronkelijke injectieflacons

microsferen, een grotere hoeveelheid oplossing kan echter betere

en verpakking worden bewaard op een droge,donkere plaats.Gebruiken

c

ontrole bieden tijdens de embolisatie. Keer de injectiespuit voorzichtig

o

vereenkomstig de op de labels van de verpakking en het zakje

2 tot 3 keer om en wacht 5 minuten totdat een homogene oplossing is

vermelde datum.

v

erkregen.

Controleer alvorens te injecteren of de microsferen in suspensie zijn,

Wanneer het reconstitutieproces is voltooid, bewaart u de HepaSphere-

a

ls dat niet het geval is, keer de injectiespuit dan een paar keer om om

m

icrosferen bij een temperatuur van 2 tot 8 °C en gebruikt u ze binnen

de inhoud in de injectiespuit te verspreiden.

de 24 uur als de oplossing niet onmiddellijk wordt gebruikt.

HepaSphere-microsferen niet bewaren na toevoeging van het

contrastmiddel.

INSTRUCTIES VOOR INBRENGEN

Beoordeel het vasculair stelsel alsmede de te behandelen laesie

zorgvuldig met hoge-resolutie imaging.

Opmerking:

Het is belangrijk vast te stellen of er arterioveneuze shunts

aanwezig zijn voordat wordt begonnen met de embolisatie.

Plaats de katheter volgens de standaardtechnieken in het te

behandelen bloedvat en de tip van de katheter zo dicht mogelijk bij het

embolisatiedoel.

Gebruik een injectiespuit niet groter dan 3 ml voor de toediening van

de met doxorubicine geladen HepaSphere-microsferen. Het verdient

aanbeveling een injectiespuit van 1 ml te gebruiken.

Zuig 1 ml HepaSphere-microsferen mengsel in de injectiespuit.

Er kunnen twee methodes voor embolisch aliquot sekwestreren voor

injectie worden gebruikt:

- Optie 1:

Sluit een 3-wegkraan aan op de 30 ml injectiespuit met de

met doxorubicine geladen HepaSphere-microsferen op de

infusiemicrokatheter en gebruik een 1 ml injectiespuit voor injectie door

de open poort van de 3-wegkraan.

Informatie op de verpakking:

- Optie 2:

Seriële aliquots van de met doxorubicine geladen

HepaSphere-microsferen kunnen van de 30 ml injectiespuit naar een 1

Symbool Beschrijving

ml injectiespuit worden gezogen door een 3-wegkraan die niet is

bevestigd aan de infusiekatheter. De 1 ml spuit die ieder aliquot bevat

Fabrikant: naam en adres

kan onafhankelijk worden bevestigd op de infusiemicrokatheter en

worden geïnjecteerd.

Uiterste gebruiksdatum: jaar-maand

Keer de 30 ml spuit een paar keer om zodat de homogene suspensie

van het HepaSphere-microsferenmengsel wordt behouden.

LOT Batchcode

Injecteer de aliquot met doxorubicine geladen HepaSphere-

microsferen onder voortdurende fluoroscopische geleiding op langzame,

REF Catalogusnummer

niet-krachtige, pulsatieve wijze over een periode van ongeveer 1 minuut

per ml microsfeeroplossing. Altijd free flow injecteren en monitoren op

reflux.

Opmerking:

Reflux van embolische sferen kan onmiddellijke ischemie

van niet te behandelen weefsels en bloedvaten veroorzaken.

Wanneer er stasis ontstaat in de toedieningspedikel tijdens het

inbrengen van de met doxorubicine geladen HepaSphere-microsferen,

wacht u minimaal 5 minuten en maakt u na het verstrijken van de 5

minuten een selectieve angiogram om te controleren of de antegrade

stroom is gestopt.

Als de antegrade stroom niet is gestopt, zet u de infusie onder

fluoroscopische geleiding voort totdat de gewenste devascularisatie is

verkregen.

Nadat de HepaSphere-microsfereninfusie is voltooid, verwijdert u de

katheter onder lichte aspiratie om losraken van eventueel resterende

HepaSphere-microsferen die zich nog in het katheterlumen kunnen

bevinden te voorkomen. Werp de katheter na verwijderen weg; niet

hergebruiken.

Werp geopende injectieflacons of ongebruikte HepaSphere-

microsferen weg.

LET OP:

Indien de katheter verstopt raakt of indien er aanzienlijke

infusieweerstand wordt waargenomen tijdens het injecteren, dient u niet

Alle ernstige of levensbedreigende bijwerkingen of sterfgevallen in

te proberen de katheter met overmatige druk door te spoelen, want in dit

verband met het gebruik van HepaSphere-microsferen moeten

geval kan er zich reflux van embolisch materiaal voordoen, hetgeen

gemeld worden aan de fabrikant van het hulpmiddel.

30

2

STERILIZE

Niet opnieuw steriliseren

Niet gebruiken als de verpakkingbeschadigd is

Niet aan zonlicht blootstellen

Droog houden

2

730095003_A ID 102412_IFU HS DOXO :print 9/11/12 17:09 Page 30

M

aat droge

H

oeveelheid

K

leurencode

producten

microsferen

Referentie

(labelranden)

(µm)

(mg)

25

V 225 HS

30-60 Oranje

50

V 250 HS

25

V 325 HS

50-100 Geel

50

V 350 HS

25

V 525 HS

100-150 Blauw

50

V 550 HS

25

V 725 HS

150-200 Rood

50

V 750 HS

Niet gebruiken

Opgelet Raadpleeg de gebruiksaanwijzing

Pyrogeen

STERILE

R

Door straling gesteriliseerd

CE markeringslogo -

Identificatie aangemelde instantie:0459

Grootte van de droge microsferen / Grootte van de

/

gehydrateerde microsferen