Polaris Серия P 15 0R/UR: NL
NL: Polaris Серия P 15 0R/UR

NL
Beschrijving van de warmwaterboiler
(figuur 7)
F) schakelaar / plastic kapje controlelampje
A) sluitkap
M) regelknop
B) watertoevoerbuis
C) waterafvoerbuis
Technische kenmerken
Raadpleg de typeplaat vor de technische eingenschappen (geplakt bij de
buizen voor toevoer en afvoer van water).
Biven wasbak Biven wasbak Biven wasbak
Onder wasbak Onder wasbak
Model 10 15 30
Theoretisch gewicht kg: 6,6 7,4 12,8
Algemene aanwijzingen
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen (inbegrepen
kinderen) met beperkte lichamelijke mogelijkheden, of door personen
zonder ervaring of kennis, behalve als ze onder toezicht staan en worden
geleid bij het gebruik van het apparaat door personen, die verantwoordelijk
zijn voor hun veiligheid. Kinderen moeten worden gecontroleerd door
personen, die verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid en er voor zorgen
dat deze niet met het apparaat spelen.
De nationale voorschriften kunnen beperkende bepalingen bevatten wat
de installatie in badkamers betreft.
De installatie geschiedt ten laste van de koper.
De maatschappij nemmt geen verantwoordelijkheid voor schade veroorzaakt
door verkeerd gebruik en door het niet in acht nemen van de aanwijzingen
die dit boekje bevat; in het bijzonder:
1) de elektrische verbinding moet korresponderen met de specifikatie in
de desbetreffende paragraaf
2) de installatie dient door gekwalificeerde vaklui worden uitgevoerd.
Normen voor de installatie
De reeks van warmwaterboilers omvat modellen die geschikt zijn voor
montage onder het tappunt (wasbak, gootsteen, douche enz.).
De modellen die bestemd zijn voor montage onder het tappunt worden
“onder wasbak” genoemd en worden in kode aangegeven met de letter “S”.
Bevestiging
Bevestig de bijgeleverde montageplaat aan de muur met pluggen en
aan de muur
schroeven die de juiste afmetingen hebben voor het soort muur. Haak de
boiler aan de montageplaat en trek hem naar beneden zodat hij goed
vast zit.
Hydraulische
Verbind de aanvoer en afvoer de boielr met buizen en verbindingstukken
verbinding
die bestand zijn, behalve tegen de waterdruk, ook tegen de temperatuur
15

NL
van het warme water dat normaal 80° C en hoger kan bereiken. Gebruik
dus geen materiaal dat niet bestand is tegen deze temperaturen.
Voor hydraulische systemen en verbindingen wordt verwezen naar de
bepalingen van de plaatselijke organismen, de installatie moet in ieder
geval volgens de regelen der kunst worden uitgevoerd. Controleer of het
toestel voor het gewenste doel geschikt is.
De koud water inlaatbuis is aangeduid met een blauwe kraag, de warm
water uitlaatbuis heeft een rode kraag.
De warm water boiler in geen geval onderwerpen aan een druk die hoger
is dan 6 bar, aangezien dit onherstelbare schade aan het apparaat zou
kunnen berokkenen.
1) Het is verplicht een 1/2” G filet veiligheidsunit (Afb. 1) volgens norm
NFD 36.401 te monteren bij de koud water inlaat van het toestel.
Op de inlaatbuis de veiligheidsunit aandraaien (wordt niet meegeleverd
met het toestel) en de watertoevoer buis verbinden.
Deze combinatie bevat een terugstroomklep, een veiligheidsklep en een
stopkraan.
Volg nauwkeurig het installatieschema ter garantie van een goede werking
van de boiler.
2) In geval van een te hoge bedrijfsdruk, de drukverminderings klep
instellen op maximum 5 bar en bij voorkeur vlak boven de watermeter
installeren.
3) In geval gebruik gemaarkt wordt van een of meer mengkranen, moet
een terugstroomklep geinstalleerd worden op de kolom die deze
mengkranen van koud water voorziet.
4) Er moet een stopkraan worden aangebracht op de koud water toevoer
van het toestel.
Lage druk
Voor dit type installatie is het noddzakelijk een speciale kraan (lage druk)
aansluiting
te gebruiken en de verbinding uit te voeren zoals in figuur 2 is aangegeven.
Met deze oplossing kan de geiser altijd bij iedere waterleidingdruk werken.
U mag aan de waterbuis, die een beveiligende functie heeft, geen enkele
soort kraan bevestigen.
Elektrische
De voedingskabel (HO5 VV - F3x1 diameter 8.5 mm) (in de modellen 30
verbinding
die er geen bevatten) moet worden ingevoerd in de daartoe bestemde
opening (F in figuur 3), die zich op de rugzijde van het apparaat bevindt,
en moet worden doorgetrokken tot zijn behuizing V figuur 5, naast de
thermostaat.
Volgens de CEI-EN normen moet een tweepolige schakelaar met een
kontaktopening van 3 mm in de installatie voorzien worden.
De elektrische verbinding moet meteen aan de klemmen van de thermostaat
(M van figuur 5) worden uitgevoerd. De aardingskabel (die groen-geel
moet zijn en langer dan die van de fasen) moet aan klem T, gekenmerkt
door het symbol worden bevestigd.
Voor de in gebruikname dient te worden gekontroleerd of de netspanning
korrespondeert met de waarde die op het plaatje van het apparaat staat
aangegeven.
Indien het apparaat niet is voorzien van een voedingskabel moet u
de leidingaansluiting uitvoeren met een stijve buis of vaste kabel.
Het in werking
Het opvullen van de ketel met water is de laatste handeling die gepleegd
stellen en
moet worden voor men het toestel onder spanning zet.
de proef
Open de afsluitkraan en de warmwaterkraan tot al de lucht uit het toestel
is verdwenen, t.t.z. tot de warmwaterkraan een stabiele waterstraal geeft.
16

NL
Kontroleren of er eventuele lekkage is en of de flens zich in de centrale
positie bevindt (moer E figuur 5 eventueel een weinig aanschroeven).
Dan eerst het toestel onder spanning brengen door schakelaar F van
positie OFF naar positie ON te zetten.
Het kontrolelampje blijft alleen branden gedurende de verwarmingsfase.
De thermostaat schakelt automatisch de weerstand uit wanneer de
gewenste temperatuur is bereik.
De modellen die niet beschikken over een schakelaar kunnen onder
spanning worden gebracht door de regelknop rechtsom te draaien.
Onderhoudsvoorschriften
Herstelling of
Alle ingrepen en onderhoudsactiviteiten moeten door erkende installateurs
vervanging van
worden uitgevoerd.
het apparaat
Voordat u de Technische Servicedienst inschakelt voor een vermoede
storing, dient u te controleren of deze storing niet afhankelijk is van andere
oorzaken zoals bijvoorbeeld een tijdelijke onderbreking van de toevoer
van water of elektriciteit.
Alvorens ook maar enige bandeling van onderhould te verrichten, het
apparaat van het elektriciteitsnet afschakelen.
Voor ingrijpen bij de aan de flens vastgelaste elektrische weerstand, moet
u het apparaat ledigen. Hiertoe sluit u de hoofdkraan, u opent de afvoer
van de veiligheidsklep en laat het water weglopen uit de toevoerbuis door
de warmwaterkraan open te draaien.
Vervolgens, de klemmen X en Y en de aarding losmaken (figuur 5) en de
beugel die de flens vasthoudt wegnemen, met een tang de bout Z
vasthouden en de flens in het apparaat duwen.
Dan kan men de flens laten draaien zoals in figuur 4 en naar buiten
trekken.
Bij het hermonteren (figuur 4) erop toezien dat de pakking, de flens en
de thermostaat hun oorspronkelijke plaatsen weer innemen (figuur 5).
Periodiek
Om een goede werking van het apparaat te behouden is het nodig circa
onderhoud
om de twee jaar ketelsteen, welke zich op de weerstand R (figuur 6)
bevindt verwijderen.
Indien men zonder zuren wil werken, kan de handeling worden verricht
door de ketelsteen af te schrapen, erop lettend de weerstand niet de
beschadigen.
De magnesiumanode N fig. 6 (voor de modellen die een anode hebben),
moet elke twee jaar vervangen worden. Om hem te kunnen verwijderen
dient u de weerstand te demonteren en de magnesiumanode uit de
steunbeugel los te schroeven.
Tweepolige
In geval van abnormal verwarming van het water onderbreekt een
veiligheid
thermische veiligheidsschakelaar, die aan de CEI-EN-normel voldoet, het
elektriciteitscircuit op de beide toevoerfasen naar de weerstand. In een
dergelijk geval de hulp van de technische dienst inroepen.
Veiligheidsklep
Bij de modellen voorzien van veiligheidsklep met hendel kan deze worden
gebruikt, naar boven toe, voor:
- het apparaat legen indien noodzakelijk
- regelmatig (eens per maand) de werking van de klep controleren.
17

NL
Nuttige
1) Als uit de kranen geen warm water komt, moet men vooraleer de hulp
wenken
van de technische dienst in te roepen, kontroleren of de verbindingen
zowel de elektrische als die van het water, in de staat zijn zoals
gespecifieerd in de overeenkomende paragrafen.
Tevens op de thermostaat, na hem te hebben gedemonteerd, het
kontakt van de klemmen en de betreffende faston kontroleren.
Is dit alles in orde, dan is het waarschijnlijk dat de bipolaire veiligheid
heeft gewerkt (technische dienst waarschuwen).
2) Als het kontrolelampje niet brandt, ook als het apparaat warmwater
levert, is het mogelijk dat alleen het lampje defekt is. Om het lampje te
vervangen is het nodig de thermostaat weg te nemen door de twee
bevestigingsschroeven los te draaien, de verbindingsfaston los te
maken, de lamp uit de behuizing van de thermostaat te halen, het
nieuwe lampje er in te zetten en de thermostaat terug te monteren.
3)Voor het goed functioneren van het galvanische veiligheidssysteem
van de boiler mag de permanente hardheid van het water niet minder
zijn dan 12° fr. Gedurende het normaal functioneren van het apparaat
kunnen de hydraulische aansluitingen warm worden.
Gebruiksnormen (gebruiker)
Regeling van
De temperatuuregeling gebeurt door de knop M figuur 7 tegen de klok in
de temperatuur
te draaien om de temperatuur te verminderen. In positie E ontstaat een
ideale temperatuur voor de werking van het apparaat (55-60° C). Deze
temperatuur staat een optimaal gebruik van het apparaat toe, met een
verstandige besparing van energie en een maximale betrouwbaarheid
van de boiler.
Antivriesfunctie
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen EMC 89/336/CEE betreffende
de elektromagnetische compatibiliteit.
LET OP! In landen die Europese Richtlijn 1487:2000 erkend hebben,
is het mechanisme tegen overdruk dat eventueel bij het product
geleverd wordt niet in overeenstemming met de nationale regelgeving.
Het mechanisme dat aan de regels voldoet dient een maximale druk
hebben van 0,7 MPa (7 bar) en moet minstens het volgende omvatten:
een aftapkraan, een terugslagklep, een controlemechanisme van de
terugslagklep, een veiligheidsklep, een onderbrekingsmechanisme
van de watertoevoer.
Dit product is conform aan de richtlijn EU 2002/96/EC.
Het symbool “vuilbak doorstreept” op het toestel, geeft weer dat het toestel op het einde van zijn levensduur
afzonderlijk van de huishoudelijke afval verwerkt moet worden. Het dient gebracht te worden naar een
centrum van afvalverwerking van elektrische en elektronische apparaten of teruggebracht naar de verdeler
indien een nieuw gelijkaardig toestel wordt aangeschaft.
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat het toestel na de levensduur gedeponeerd wordt in een geschikt
verzamelcentrum.
Het selectief sorteren, wat toelaat het toestel of delen ervan te recycleren, de verwerking van dit sorteren en het
verwijderen van de afval dragen op een positieve manier bij aan de omgeving en de gezondheid. Bovendien
laat het toe om onderdelen te hergebruiken in de ontwikkeling van nieuwe producten.
Om meer te weten betreffende de bestaande verzamelpunten van afval dient u zich te richten tot de lokale
dienst van afvalverzameling of in de winkel waar u uw toestel heeft aangekocht.
18