Yamaha RX-397 – page 8

Manual for Yamaha RX-397

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

3

INL

E

ID

ING

Nederlands

1

STANDBY/ON

Hiermee zet u dit toestel aan of uit (standby).

Zie bladzijde 14 voor details.

Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds 

een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op 

de infraroodsignalen van de afstandsbediening.

2

Sensor voor de afstandsbediening

Ontvangt de infraroodsignalen van de afstandsbediening.

3

Display voorpaneel

Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de 

toestand waarin het toestel zich bevindt.

4

EDIT

Laat twee voorkeuzezenders met elkaar wisselen wanneer de 

TUNER is geselecteerd als de signaalbron (zie bladzijde 24).

5

FM/AM

Schakelt de radioband heen en weer tussen AM en FM 

wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie 

bladzijde 20).

6

TUNING 

l

 / 

h

Kiest de frequentie waarop is afgestemd wanneer de 

TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 20).

7

TUNING MODE

Schakelt het afstemmen heen en weer tussen automatisch 

(de AUTO indicator zal verschijnen) en handmatig (de 

AUTO indicator zal verdwijnen) wanneer de TUNER is 

geselecteerd als signaalbron.

8

MEMORY

Hiermee kunt u een zender in het systeemgeheugen 

opslaan (zie bladzijde 23).

Zet het toestel in de automatische 

voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 21).

9

PURE DIRECT en indicator

Stelt u in staat om te luisteren naar de onveranderde, pure 

weergave van een signaalbron. De indicator erboven zal 

oplichten wanneer deze functie is ingeschakeld (zie 

bladzijde 16).

0

TAPE MONITOR

Stelt u in staat te luisteren naar de weergave van een 

cassettedeck dat is verbonden met de TAPE aansluitingen 

op het achterpaneel van dit toestel.

Wanneer er wordt opgenomen met een cassettedeck met 3 

koppen, kunt u het geluid dat wordt opgenomen volgen.

De TAPE MON indicator zal oplichten op het display op 

het voorpaneel wanneer u op TAPE MONITOR drukt (zie 

bladzijde 17).

• Wanneer de TAPE MON indicator oplicht, kunt geen 

signaalbron meer selecteren.

• Om te kunnen luisteren naar de met INPUT geselecteerde 

signaalbron, dient u nog eens op TAPE MONITOR te drukken 

zodat de TAPE MON indicator uit gaat.

• Wanneer TAPE (cassettedeck) wordt geselecteerd met INPUT, 

zal deze functie niet worden ingeschakeld, zelfs niet als er op 

TAPE MONITOR wordt gedrukt.

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

Voorpaneel

STANDBY 

/ON

INPUT

PHONES

BASS

SPEAKERS

TAPE MONITOR

PURE DIRECT

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

VOLUME

l

 TUNING 

h

FM/AM

EDIT

A/B/C/D/E

1

2

3

4

5

6

7

8

MEMORY

MAN'L/AUTO FM

TUNING MODE

AUTO/MAN'L

B

A

TREBLE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

BALANCE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

R

L

LOUDNESS

5

7

1

FLAT

6

4

8

2

10

–30dB

3

9

0

12

12

2

8

4

20

20

60

60

26

26

40

40

16

16

-dB

-dB

DISPLAY

2

1

5

4

7 8

3

0

9

6

D

C

B

E

F

G

H

I

J

A

(Modellen voor de VS en

Canada)

Opmerking

Opmerkingen

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

4

A

VOLUME

Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.

Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.

B

INPUT keuzeknop

Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt 

luisteren.

C

A/B/C/D/E

Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is 

geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 22).

D

PHONES aansluiting

Produceert geluidssignalen waar u ongestoord naar kunt 

luisteren met een hoofdtelefoon.

Druk op SPEAKERS A en B zodat de SP A/B indicators uit gaan 

voor u de hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting.

E

SPEAKERS A/B

Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set 

luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of 

SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of 

uit (zie bladzijde 15).

F

BASS

Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage 

tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie 

bladzijde 16).

G

TREBLE

Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de 

hoge tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie 

bladzijde 16).

H

BALANCE

Regelt de balans tussen de linker en rechter luidsprekers 

ter compensatie van afwijkingen die worden veroorzaakt 

door de opstelling van de luidsprekers of door de 

omstandigheden in de luisterruimte (zie bladzijde 16).

I

LOUDNESS

Bewaart een volledig toonbereik bij elk volumeniveau om 

te compenseren voor het feit dat het menselijk gehoor bij 

lage volumes minder gevoelig is voor zowel hogere als 

lagere tonen (zie bladzijde 16).

J

Voorkeuzetoetsen (1 t/m 8)

Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER 

is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 24).

Opmerking

Opmerking

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

5

INL

E

ID

ING

Nederlands

1

SP (SPEAKERS) A/B indicators

Lichten op om aan te geven welke set luidsprekers is 

geselecteerd.

Beide indicators lichten op wanneer beide sets 

luidsprekers worden geselecteerd.

2

TAPE MON (MONITOR) indicator

Licht op wanneer TAPE volgfunctie is ingeschakeld.

3

MEMORY indicator

Knippert ongeveer 5 seconden lang nadat er op MEMORY 

op het voorpaneel is gedrukt. Terwijl de MEMORY 

indicator knippert, kunt u de getoonde zender in het 

geheugen opslaan met behulp van A/B/C/D/E en één van 

de voorkeuzetoetsen op het voorpaneel.

4

AUTO indicator

Licht op wanneer het toestel in de automatische 

afstemfunctie staat.

5

TUNED indicator

Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.

6

STEREO indicator

Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal 

ontvangt en de AUTO indicator brandt.

7

SLEEP indicator

Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.

8

MUTE indicator

Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen 

geluidsweergave) is ingeschakeld.

9

Multifunctioneel display

Toont informatie bij het regelen of wijzigen van 

instellingen.

Alleen modellen voor Europa

0

Radio Data Systeem indicators

De vierkante indicator naast elk van de Radio Data 

Systeem functies zal oplichten wanneer de bijbehorende 

Radio Data Systeem functie is geselecteerd.

PTY HOLD indicator

Licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie 

naar zenders wordt gezocht.

EON indicator

Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data 

Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.

Display voorpaneel

SP

HOLD

PTY

A  B

TAPE MON MEMORY AUTO TUNED STEREO SLEEP

EON

PS

RT

PTY

CT

MUTE

0

9

1

3

4

6

7

8

5

2

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

6

1

Antenne-aansluitingen

Aansluiten van de FM en AM antennes.

Zie 11 voor meer informatie over deze aansluiting.

2

AUDIO aansluitingen

Sluit audiocomponenten aan.

Zie 9 voor meer informatie over deze aansluiting.

3

REMOTE aansluitingen

Deze aansluitingen worden gebruikt voor het ontvangen/

doorgeven van afstandsbedieningssignalen.

Zie 13 voor meer informatie over deze aansluiting.

4

PHONO aansluitingen en GND aansluiting

Hierop kunt u een draaitafel aansluiten.

Zie 9 voor meer informatie over deze aansluiting.

5

SPEAKERS aansluitingen

Sluit hierop uw luidsprekers aan.

Zie bladzijde 10 voor meer informatie over deze 

aansluitingen.

6

IMPEDANCE SELECTOR schakelaar

Hiermee kunt u de instelling voor de impedantie 

omschakelen.

Zie bladzijde 10 voor details.

7

AC OUTLET(S) (SWITCHED)

Hiermee kunt eventueel andere audiocomponenten van 

stroom voorzien.

Zie bladzijde 13 voor details.

Alleen modellen voor Azië en algemene 

modellen

VOLTAGE SELECTOR

Zie bladzijde 13 voor details.

Achterpaneel

GND

AM

ANT

FM

ANT

75

UNBAL.

CD/DVD

AUX

IN

(PLAY)

IN

(PLAY)

OUT

(REC)

OUT

(REC)

TAPE

MD

AUDIO

TUNER

AUDIO

GND

REMOTE

PHONO

IN

OUT

A OR B: 4

MIN. /SPEAKER

   A + B: 8

MIN. /SPEAKER

A OR B: 8

MIN. /SPEAKER

IMPEDANCE SELECTOR

SET BEFORE POWER ON

SELECTEUR D'IMPEDANCE

SPEAKERS

CLASS 2 WIRING

A

B

AC OUTLETS

SWITCHED

6

7

4

5

1

2

3

(Modellen voor de VS en Canada)

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

7

INL

E

ID

ING

Nederlands

In dit hoofdstuk worden de functies beschreven van de 

toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening 

waarmee u andere apparatuur van YAMAHA kunt 

bedienen. De functies van de toetsen waarmee andere 

audiocomponenten worden bediend zijn hetzelfde als die 

van de corresponderende toetsen op de componenten in 

kwestie. Raadpleeg de handleiding van de component in 

kwestie voor details.

1

Infraroodzender

Zendt infrarode signalen uit.

2

SLEEP

Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.

3

Ingangskeuzetoetsen

Selecteer de gewenste signaalbron.

4

PRESET 

u

 / 

d

Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER 

is geselecteerd als signaalbron.

5

A/B/C/D/E

Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is 

geselecteerd als signaalbron.

6

Radio Data Systeem/CD-speler/Cassettedeck 

bedieningstoetsen

Hiermee kunt u Radio Data Systeem functies, YAMAHA 

CD-spelers of een YAMAHA cassettedeck bedienen.

De Radio Data Systeem functies (FREQ/TEXT, PTY SEEK 

MODE en PTY SEEK START) zijn alleen van toepassing op 

modellen voor Europa en functioneren alleen wanneer de 

TUNER is geselecteerd als signaalbron en de AMP/DEVICE 

schakelaar op de AMP stand staat.

7

AMP/DEVICE schakelaar

Hiermee schakelt u de bedieningstoetsen met het nummer 

6

 heen en weer tussen het bedienen van YAMAHA CD-

spelers en het bedienen van YAMAHA cassettedecks.

8

POWER

Hiermee zet u het toestel aan.

9

STANDBY

Hiermee zet u het toestel uit (standby).

Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds 

een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op 

de infraroodsignalen van de afstandsbediening.

0

SPEAKERS A/B

Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set 

luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of 

SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of 

uit.

A

VOLUME +/–

Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.

• Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.

• Wanneer u op VOLUME +/– drukt om het volume van dit 

toestel te regelen, zal VOLUME op het voorpaneel meedraaien. 

B

MUTE

Hiermee schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk 

nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het 

oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 19).

C

CD/TAPE schakelaar

Hiermee schakelt u de functies van de bedieningstoetsen 

met het nummer 

6

 heen en weer tussen het bedienen van 

YAMAHA CD-spelers en het bedienen van een 

YAMAHA cassettedeck wanneer de AMP/DEVICE 

schakelaar op de DEVICE stand staat.

Afstandsbediening

CD/DVD

PHONO

TUNER

MD

TAPE

AUX

SPEAKERS

B

A

POWER

STANDBY

+

u

d

SLEEP

REC

EON

FREQ/TEXT MODE

START

PTY SEEK

A/B

DISC

DIR A

p

DIR B

A/B/C/D/E

MUTE

PRESET

VOLUME

TAPE

CD

DEVICE

AMP

w

e

f

b

s

a

DISPLAY

8

9

0

A

B

C

1

3

7

6

4

5

2

Opmerking

Opmerking

Opmerkingen

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

8

Opmerkingen over batterijen

• Vervang alle batterijen wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt.

• Gebruik AAA, R03, UM-4 batterijen voor de afstandsbediening.

• Zorg ervoor dat de polen de goede kant op zitten. Bekijk daarvoor de afbeelding binnenin het batterijvak van elk van de 

afstandsbedieningen.

• Haal de batterijen eruit wanneer u de afstandsbediening langere tijd niet zult gebruiken.

• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.

• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op 

de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.

• We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.

• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg 

ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.

• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende 

regelgeving in acht.

1

Open de klep van het batterijvak.

2

Doe de meegeleverde batterijen in elk van de 

afstandsbedieningen met de polen de goede 

kant op (+ en –) zoals aangegeven in het 

batterijvak. 

3

Doe de klep weer dicht.

De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.

Richt de afstandsbediening goed op de sensor voor de afstandsbediening op het voorpaneel van dit toestel.

Omgaan met de afstandsbediening

• De ruimte tussen de afstandsbediening en dit toestel moet vrij 

zijn van grote obstakels.

• Mors geen water of andere vloeistoffen op de 

afstandsbediening.

• Laat de afstandsbediening niet vallen.

• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de 

volgende plekken:

– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad

– plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast 

de verwarming of kachel

– heel koude plekken

– stoffige plekken

• Stel de afstandsbediening niet bloot aan sterke verlichting, in 

het bijzonder van TL lampen en dergelijke; anders is het 

mogelijk dat de afstandsbediening niet goed werkt. Indien 

nodig dient u dit toestel uit direct licht te zetten.

Inzetten van batterijen in de afstandsbediening

1

3

2

Gebruiken van de afstandsbediening

30 

30

Ongeveer 6 m

background image

AANSLUITINGEN

9

V

O

ORBEREIDIN

GEN

Nederlands

• Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.

• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. 

Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.

• Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, “+” op “+” en “–” op “–”. Als de aansluitingen niet kloppen, 

zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de 

weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen. Raadpleeg tevens de handleidingen van elk van uw componenten.

• Gebruik RCA (tulp) stekkerkabels voor audio-apparatuur met uitzondering van luidsprekers.

y

• De PHONO aansluitingen zijn ontworpen voor draaitafels met een MM of hoogvermogen MC cartridge. Als u een draaitafel heeft met 

een laagvermogen MC cartridge, dient u een in-line versterkermodule of een MC-head versterker te gebruiken wanneer u uw 

draaitafel op de PHONO wilt aansluiten.

• Sluit uw draaitafel tevens aan op de GND aansluiting om storende ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het 

echter mogelijk dat u minder ruis hoort wanneer u de GND aansluiting niet gebruikt.

AANSLUITINGEN

LET OP

GND

AM

ANT

FM

ANT

75

UNBAL.

CD/DVD

AUX

IN

(PLAY)

IN

(PLAY)

OUT

(REC)

OUT

(REC)

TAPE

MD

AUDIO

TUNER

AUDIO

GND

REMOTE

PHONO

IN

OUT

SPEAKERS

A

B

R

L

L

R

L

R

L

R

L

R

L

R

L

R

+

+

+

+

Draaitafel

CD/DVD-speler, 

enz.

Aud

io i

nga

ng

MD-recorder, 

enz.

Cassettedeck, enz.

Au

di

o ui

tg

an

g

Au

di

o ui

tg

an

g

GN

D

Au

di

o ui

tg

an

g

Au

di

o in

ga

ng

Au

di

o ui

tg

an

g

MP3-speler, 

enz.

Au

di

o ui

tg

an

g

Luidsprekers B

Luidsprekers A

background image

10

AANSLUITINGEN

Let goed op dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen en “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. 

Voor u de luidsprekers gaat aansluiten moet u dit toestel uit zetten.

1

Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van het 

uiteinde van elk van de luidsprekerkabels en 

draai de ontblote draadjes netjes in elkaar 

om kortsluiting te voorkomen.

2

Schroef de knop los.

3

Steek een ontbloot draadeind in het gat aan 

de zijkant van de aansluiting.

4

Draai de draad vervolgens met de knop weer 

vast.

Aansluiten van bananenstekkers

(Alleen modellen voor de V.S., Canada, 

Australië en algemene modellen)

Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de bananenstekker 

in het uiteinde van de corresponderende aansluiting.

• U kunt één of twee luidsprekersets aansluiten op dit toestel. Als 

u een enkel luidsprekersysteem gebruikt, kunt u dit naar keuze 

met de SPEAKERS A of B aansluitingen verbinden.

• Gebruik uitsluitend luidsprekers met de op het achterpaneel van 

dit toestel aangegeven impedantie.

IMPEDANCE SELECTOR schakelaar

U mag de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar in geen geval omzetten 

terwijl dit toestel aan staat, want hierdoor zal het toestel kapot gaan.

Kies de stand van de schakelaar (links of rechts) aan de 

hand van de impedantie van de luidsprekers in uw systeem.

• Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik maken 

van twee aparte luidsprekersets (A en B) wanneer de 

IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op de rechter stand staat.

• Als dit toestel niet aan gaat, is het mogelijk dat de 

IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet helemaal in de 

gewenste stand staat. In een dergelijk geval dient u de 

schakelaar helemaal in de juiste stand te zetten wanneer de 

stroomvoorziening van dit toestel volledig is afgesloten.

Aansluiten van de luidsprekers

LET OP

10 mm

Rood: positief (+)

Zwart: negatief (–)

Rood: positief (+)

Zwart: negatief (–)

Rood: positief (+)

Zwart: negatief (–)

Opmerkingen

Stand van de 

schakelaar

Impedantieniveau

Rechts

Als u één set (A of B) gebruikt, moet de impedantie 

van elk van de luidsprekers 8 

 of hoger zijn.

Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de 

impedantie van elk van de luidsprekers 16 

 of 

hoger zijn.

Links

Als u één set (A of B) gebruikt, moet de impedantie 

van elk van de luidsprekers 4 

 of hoger zijn.

Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de 

impedantie van elk van de luidsprekers 8 

 of 

hoger zijn.

Opmerkingen

Bananenstekker

LET OP

background image

11

AANSLUITINGEN

V

O

ORBEREIDIN

GEN

Nederlands

Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor 

een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.

• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, 

probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-

centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.

• Als u een FM buitenantenne aansluit, mag de FM binnenantenne niet meer zijn aangesloten op het toestel.

• Om storing door bijvoorbeeld de ontsteking van verbrandingsmotoren te minimaliseren, dient u de antenne zo ver mogelijk bij druk 

verkeer vandaan te plaatsen.

• Houd de antennekabel, plat of coaxiaal, zo kort mogelijk. Is de kabel te lang, rol het overtollige stuk dan niet op.

• De antenne dient minstens 2 meter uit de buurt van gewapend betonnen muren of metalen constructies geplaatst te worden.

Aansluiten van de AM en FM antennes

Opmerkingen

GND

AM

ANT

FM

ANT

75

UNBAL.

TUNER

AUDIO

GND

AM ringantenne 

(meegeleverd)

FM binnenantenne 

(meegeleverd)

AM buitenantenne

Gebruik 5 tot 10 meter 

geïsoleerd draad en leid dit via 

een raam of zo naar buiten.

FM buitenantenne

Aarde (GND aansluiting)

Voor de grootst mogelijke 

veiligheid en zo min mogelijk 

storing dient u de antenne GND 

aansluiting goed te aarden. Een 

goede aarding wordt bijvoorbeeld 

verzorgd door een metalen staaf die 

in vochtige grond gedreven is.

background image

12

AANSLUITINGEN

Aansluiten van de AM ringantenne

1

Maak de AM ringantenne voor gebruik 

gereed.

2

Houd het lipje ingedrukt.

3

Doe de ene draad van de AM ringantenne in 

de AM ANT aansluiting.

4

Laat het lipje weer los.

5

Herhaal de stappen 2 t/m 4 en steek de 

andere draad van de AM ringantenne in de 

GND aansluiting.

6

Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste 

ontvangst verkrijgt.

• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst 

worden.

• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere 

ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een 

slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een 

buitenantenne. Wij bevelen u aan een 5 tot 10 meter lange 

geïsoleerde draad aan te sluiten op de AM ANT aansluiting en 

deze via een raam of zo naar buiten te leiden. Vraag bij uw 

dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum 

naar de mogelijkheden met buitenantennes.

• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er 

een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.

Opmerkingen

background image

13

AANSLUITINGEN

V

O

ORBEREIDIN

GEN

Nederlands

Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact nadat 

u alle overige aansluitingen heeft verricht.

REMOTE aansluitingen

Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden 

aangesloten op de REMOTE aansluiting op het achterpaneel van 

dit toestel. Als u een dergelijk product heeft, is het mogelijk dat u 

geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal zes 

YAMAHA componenten worden aangesloten zoals hieronder 

staat aangegeven.

AC OUTLET(S) (SWITCHED)

Modellen voor Australië  .............. 1 Netstroomaansluiting

Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen

Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere 

componenten in uw systeem van stroom voorzien. Deze 

AC OUTLET(S) aansluiting(en) voorzien de erop 

aangesloten componenten van stroom wanneer dit toestel 

aan staat. Voor informatie over het maximale vermogen 

(totale stroomverbruik van de componenten) zie 

“TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 33.

VOLTAGE SELECTOR

(Alleen modellen voor Azië en algemene 

modellen)

De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit 

toestel moet worden ingesteld op de bij u ter plaatse 

gangbare netspanning VOOR u de stekker in het 

stopcontact doet.

De mogelijke voltages zijn als volgt:

Modellen voor Azië

............................. 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom

Algemene modellen

............... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom

Aansluiten van het netsnoer

REMOTE

IN

OUT

A OR B: 4

MIN. /SPEAKER

   A + B: 8

MIN. /SPEAKER

A OR B:  8

MIN. /SPEAKER

A + B:16

MIN. /SPEAKER

IMPEDANCE SELECTOR

SET BEFORE POWER ON

SPEAKERS

CLASS 2 WIRING

VOLTAGE

SELECTOR

A

B

AC OUTLETS

SWITCHED

(Algemene modellen)

Netsnoer

VOLTAGE SELECTOR

AC OUTLET(S)

REMOTE aansluitingen

Geheugen back-up

De geheugen back-up voorkomt dat opgeslagen 

gegevens verloren gaan. Wanneer echter de stekker 

langer dan een week uit het stopcontact gelaten wordt, 

zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.

OUT

OUT

IN

REMOTE

IN

REMOTE

OUT

IN

REMOTE

REMOTE

Dit toestel

YAMAHA 

component

YAMAHA 

component

Infraroodontvanger

background image

14

AANSLUITINGEN

Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel 

aan zetten.

1

Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel (of 

POWER op de afstandsbediening) om dit 

toestel aan te zetten.

Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel (of 

STANDBY op de afstandsbediening) om dit toestel 

uit (standby) te zetten.

Aan en uit zetten van dit toestel

STANDBY 

/ON

INPUT

PHONES

BASS

TAPE MONITOR

PURE DIRECT

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

VOLUME

l

 TUNING 

h

FM/AM

EDIT

A/B/C/D/E

1

2

3

4

5

6

7

8

MEMORY

MAN'L/AUTO FM

TUNING MODE

AUTO/MAN'L

TREBLE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

BALANCE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

R

L

LOUDNESS

5

7

1

FLAT

6

4

8

2

10

–30dB

3

9

SPEAKERS

B

A

1

0

12

12

2

8

4

20

20

60

60

26

26

40

40

16

16

-dB

-dB

CD/DVD

PHONO

TUNER

MD

TAPE

AUX

SPEAKERS

B

A

POWER

STANDBY

SLEEP

1

STANDBY

/ON

Voorpaneel

Afstandsbediening

of

POWER

background image

WEERGAVE EN OPNAME

15

VERRI

CHTI

N

GEN

Nederlands

Wees zeer voorzichtig wanneer u CD’s en dergelijke afspeelt die zijn gecodeerd met DTS.

Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt met een CD-speler die niet geschikt is voor DTS, zult u alleen maar een zeer storend geruis 

horen die uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het 

uitgangsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.

1

Verdraai INPUT op het voorpaneel (of gebruik 

de ingangskeuzetoetsen op de 

afstandsbediening) om de signaalbron waar 

u naar wilt luisteren te selecteren.

U kunt geen signaalbron selecteren terwijl de TAPE MON 

indicator op het display op het voorpaneel oplicht.

2

Druk op SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op 

het voorpaneel of de afstandsbediening om 

de luidsprekersets A en/of B te selecteren.

• Zowel SPEAKERS A als B kan worden geselecteerd.

• Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar correct 

is ingesteld (zie bladzijde 10).

3

Laat de signaalbron weergeven.

4

Druk op VOLUME op het voorpaneel (of op 

VOLUME +/– op de afstandsbediening) om 

het uitgangsniveau van de geluidsweergave 

in te stellen.

5

Druk nog eens op STANDBY/ON op het 

voorpaneel (of op STANDBY op de 

afstandsbediening) wanneer u klaar bent en 

het toestel uit (standby) wilt zetten.

WEERGAVE EN OPNAME

LET OP

Weergeven van een signaalbron

Opmerking

STANDBY

/ON

INPUT

PHONES

BASS

SPEAKERS

TAPE MONITOR

PURE DIRECT

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

VOLUME

l

 TUNING 

h

FM/AM

EDIT

A/B/C/D/E

1

2

3

4

5

6

7

8

MEMORY

MAN'L/AUTO FM

TUNING MODE

AUTO/MAN'L

B

A

TREBLE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

BALANCE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

R

L

LOUDNESS

5

7

1

FLAT

6

4

8

2

10

–30dB

3

9

1

2

5

4

0

12

12

2

8

4

20

20

60

60

26

26

40

40

16

16

-dB

-dB

CD/DVD

PHONO

TUNER

MD

TAPE

AUX

SPEAKERS

B

A

POWER

STANDBY

+

u

d

SLEEP

A/B/C/D/E

MUTE

PRESET

VOLUME

2

4

1

INPUT

CD/DVD

PHONO

TUNER

MD

TAPE

AUX

SPEAKERS

B

A

POWER

STANDBY

SLEEP

Voorpaneel

Afstandsbediening

of

Opmerkingen

SPEAKERS

B

A

A

B

SPEAKERS

of

Voorpaneel

Afstandsbediening

0

12

12

2

8

4

20

20

60

60

26

26

40

40

16

16

-dB

-dB

VOLUME

+

VOLUME

Afstandsbediening

Voorpaneel

of

STANDBY

/ON

STANDBY

Afstandsbediening

Voorpaneel

of

background image

16

WEERGAVE EN OPNAME

Regelen van de BALANCE

Regelt de balans tussen het volume van de linker en 

rechter luidsprekers ter compensatie van afwijkingen die 

worden veroorzaakt door de opstelling van de luidsprekers 

of door de omstandigheden in de luisterruimte.

Gebruiken van de PURE DIRECT toets

Signalen van uw audiobronnen zullen zo worden geleid 

dat deze de BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS 

schakelingen passeren, zodat de audiosignalen niet 

gewijzigd worden en de meest natuurgetrouwe weergave 

verkregen wordt.

Regelen van de BASS en TREBLE

Hiermee kunt u de weergave van de hoge en lage tonen 

regelen.

BASS

Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage 

tonen.

TREBLE

Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de 

hoge tonen.

Regelen van de LOUDNESS

Bewaart een volledig toonbereik bij elk volumeniveau om 

te compenseren voor het feit dat het menselijk gehoor bij 

lage volumes minder gevoelig is voor zowel hogere als 

lagere tonen.

Als PURE DIRECT is ingeschakeld met LOUDNESS ingesteld 

op een bepaald niveau, zullen de ingangssignalen de LOUDNESS 

schakeling passeren, waardoor het uitgangsniveau plotseling zal 

toenemen. Om te voorkomen dat uw gehoor of uw luidsprekers 

beschadigd raken, moet u daarom op PURE DIRECT drukken 

NADAT u het geluidsniveau verlaagd heeft of NADAT u 

gecontroleerd of LOUDNESS correct is ingesteld.

1

Zet de LOUDNESS regeling op het 

voorpaneel op de FLAT stand.

2

Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of 

gebruik VOLUME +/– op de 

afstandsbediening) om het uitgangsniveau 

van de geluidsweergave in te stellen op het 

hardste niveau waar u naar zou willen 

luisteren.

3

Verdraai LOUDNESS tot u het gewenste 

volume heeft ingesteld.

Regelen van de toonweergave

BALANCE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

R

L

PURE DIRECT

BASS

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

TREBLE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

LET OP

LOUDNESS

5

7

1

FLAT

6

4

8

2

10

–30dB

3

9

0

12

12

2

8

4

20

20

60

60

26

26

40

40

16

16

-dB

-dB

VOLUME

+

VOLUME

Afstandsbediening

Voorpaneel

of

LOUDNESS

5

7

1

FLAT

6

4

8

2

10

–30dB

3

9

background image

17

WEERGAVE EN OPNAME

VERRI

CHTI

N

GEN

Nederlands

• De VOLUME, BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS 

regelaars en de PURE DIRECT toetsen hebben geen effect op 

de bron waarvan wordt opgenomen.

• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in 

het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van 

platen, CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk 

beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal 

rustende rechten.

1

Laat de signaalbron waarvan u wilt opnemen 

vervolgens afspelen.

2

Verdraai INPUT op het voorpaneel om de 

signaalbron waarvan u wilt opnemen te 

selecteren.

U kunt geen signaalbron selecteren terwijl de TAPE MON 

indicator op het display op het voorpaneel oplicht.

3

Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk 

op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om 

het uitgangsniveau van de geselecteerde 

signaalbron waarvan u wilt opnemen in te 

stellen.

4

Begin de opname op de op dit toestel 

aangesloten MD-recorder, cassettedeck of 

videorecorder.

y

Als er wordt opgenomen met een cassettedeck met 3 koppen, 

kunt u het opgenomen geluid volgen door op TAPE MONITOR 

te drukken.

Opnemen van een signaalbron

Opmerkingen

Opmerking

STANDBY

/ON

INPUT

PHONES

BASS

TAPE MON

PURE DIRECT

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

VOLUME

l

 TUNING 

h

FM/AM

EDIT

A/B/C/D/E

1

2

3

4

5

6

7

8

MEMORY

MAN'L/AUTO FM

TUNING MODE

AUTO/MAN'L

TREBLE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

BALANCE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

R

L

LOUDNESS

5

7

1

FLAT

6

4

8

2

10

–30dB

3

9

SPEAKERS

B

A

2

3

0

12

12

2

8

4

20

20

60

60

26

26

40

40

16

16

-dB

-dB

INPUT

CD/DVD

PHONO

TUNER

MD

TAPE

AUX

SPEAKERS

B

A

POWER

STANDBY

SLEEP

Voorpaneel

Afstandsbediening

of

0

12

12

2

8

4

20

20

60

60

26

26

40

40

16

16

-dB

-dB

VOLUME

+

VOLUME

Afstandsbediening

Voorpaneel

of

background image

18

WEERGAVE EN OPNAME

Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby) 

laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze 

slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen 

terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De 

slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC 

OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe 

apparatuur uit.

De slaaptimer kan alleen worden ingesteld via de 

afstandsbediening.

1

Gebruik één van de ingangskeuzetoetsen op 

de afstandsbediening om de gewenste 

signaalbron te selecteren.

2

Begin de weergave op de geselecteerde 

signaalbron.

3

Druk net zo vaak op SLEEP tot u de 

gewenste tijd heeft ingesteld voor dit toestel 

zichzelf zal uitschakelen.

Met elke druk op SLEEP zal het display op het 

voorpaneel als volgt veranderen.

De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de 

slaaptimer aan het instellen bent.

4

Druk net zo vaak op SLEEP tot SLEEP OFF 

op het display op het voorpaneel verschijnt.

Na een paar seconden zal SLEEP OFF verdwijnen 

van het display en de SLEEP indicator uit gaan.

y

U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de 

afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel) het 

toestel uit (standby) te zetten.

Gebruiken van de slaaptimer

Opmerking

CD/DVD

PHONO

TUNER

MD

TAPE

AUX

SPEAKERS

B

A

POWER

STANDBY

+

u

d

SLEEP

A/B/C/D/E

MUTE

PRESET

VOLUME

1

3

CD/DVD

PHONO

TUNER

MD

TAPE

AUX

SPEAKERS

B

A

POWER

STANDBY

SLEEP

SLEEP

SLEEP 120 min

SLEEP 90 min

SLEEP 60 min

SLEEP 30 min

SLEEP OFF

SLEEP

SLEEP

background image

19

WEERGAVE EN OPNAME

VERRI

CHTI

N

GEN

Nederlands

1

Druk op MUTE op de afstandsbediening om 

de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen.

De MUTE indicator gaat knipperen op het display op 

het voorpaneel.

2

Druk op MUTE op de afstandsbediening om 

de geluidsweergave te hervatten.

De MUTE indicator zal verdwijnen van het display 

op het voorpaneel.

Tijdelijk uitschakelen van de  geluidsweergave

MUTE

MUTE

MUTE

background image

AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO

20

U kunt op 2 manieren afstemmen op een radiozender: automatisch of met de hand. Kies welke methode u wilt gebruiken 

aan de hand van uw persoonlijke voorkeur en de sterkte van de te ontvangen zenders.

Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke 

signalen ontvangt en er weinig storing is.

1

Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de 

afstandsbediening) om de TUNER als 

signaalbron te selecteren.

2

Druk op FM/AM op het voorpaneel om de 

radioband te kiezen (FM of AM).

FM of AM zal op het display op het voorpaneel 

verschijnen.

3

Druk op TUNING MODE op het voorpaneel 

zodat de AUTO indicator op het display 

oplicht.

4

Druk één keer op TUNING 

l

 / 

h

 om het 

automatisch afstemmen te laten beginnen.

Druk op 

h

 om af te stemmen op een hogere 

frequentie.

Druk op 

l

 om af te stemmen op een lagere 

frequentie.

• Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie 

waarop is afgestemd worden getoond op het display.

• Om af te stemmen op een andere zender dient u nog eens op 

TUNING 

l

 / 

h

 te drukken.

• Als het automatisch afstemmen niet stopt bij de gewenste 

zender omdat de signalen daarvan te zwak zijn, kunt u proberen 

er met de hand op af te stemmen.

AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO

Automatisch afstemmen

STANDBY

/ON

INPUT

BASS

TAPE MONITOR

PURE DIRECT

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

VOLUME

l

 TUNING 

h

FM/AM

EDIT

A/B/C/D/E

1

2

3

4

5

6

7

8

MEMORY

MAN'L/AUTO FM

TUNING MODE

AUTO/MAN'L

TREBLE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

BALANCE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

R

L

LOUDNESS

5

7

1

FLAT

6

4

8

2

10

–30dB

3

9

SPEAKERS

B

A

2 4 3

1

0

12

12

2

8

4

20

20

60

60

26

26

40

40

16

16

-dB

-dB

INPUT

TUNER

of

Voorpaneel

Afstandsbediening

FM/AM

TUNING MODE

AUTO/MAN'L

AUTO

Licht op

Opmerkingen

l

 TUNING 

h

background image

21

AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO

VERRI

CHTI

N

GEN

Nederlands

Handmatig afstemmen is nuttig wanneer u wilt afstemmen 

op zwakke zenders.

1

Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de 

afstandsbediening) om de TUNER als 

signaalbron te selecteren.

2

Druk op FM/AM op het voorpaneel om de 

radioband te kiezen (FM of AM).

FM of AM zal op het display op het voorpaneel 

verschijnen.

3

Druk op TUNING MODE op het voorpaneel 

zodat de AUTO indicator van het display 

verdwijnt.

4

Druk op TUNING 

l

 / 

h

 om met de hand af te 

stemmen op de gewenste zender.

Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend 

te laten veranderen.

• Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie 

waarop is afgestemd worden getoond op het display.

• Als u afstemt op een FM zender, zal deze automatisch in mono 

worden ontvangen om de geluidskwaliteit te verbeteren.

Met de automatische voorprogrammering kunt u FM 

zenders automatisch laten voorprogrammeren. Met deze 

functie zal het toestel automatisch afstemmen op FM 

zenders met een goede ontvangst en deze, op volgorde, 

opslaan tot een maximum van 40 stuks (8 zenders in 5 

groepen, A1 t/m E8). U kunt vervolgens gemakkelijk via 

de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de 

voorgeprogrammeerde zenders.

• Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald 

nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender 

onder dat voorkeuzenummer opslaat.

• Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het 

maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch 

voorprogrammeren niet meer geschikte zenders gevonden 

worden.

• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden 

opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als de 

zender die u wilt voorprogrammeren te zwak is, kunt u deze met 

de hand voorprogrammeren.

1

Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de 

afstandsbediening) om de TUNER te 

selecteren.

Handmatig afstemmen

Opmerkingen

STANDBY

/ON

INPUT

BASS

TAPE MONITOR

PURE DIRECT

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

VOLUME

l

 TUNING 

h

FM/AM

EDIT

A/B/C/D/E

1

2

3

4

5

6

7

8

MEMORY

MAN'L/AUTO FM

TUNING MODE

AUTO/MAN'L

TREBLE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

BALANCE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

R

L

LOUDNESS

5

7

1

FLAT

6

4

8

2

10

–30dB

3

9

SPEAKERS

B

A

2 4 3

1

0

12

12

2

8

4

20

20

60

60

26

26

40

40

16

16

-dB

-dB

INPUT

TUNER

of

Voorpaneel

Afstandsbediening

FM/AM

TUNING MODE

AUTO/MAN'L

AUTO 

Verdwijnt

l

 TUNING 

h

Automatisch voorprogrammeren

Opmerkingen

STANDBY

/ON

INPUT

PHONES

BASS

TAPE MONITOR

PURE DIRECT

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

VOLUME

l

 TUNING 

h

FM/AM

EDIT

A/B/C/D/E

1

2

3

4

5

6

7

8

MEMORY

MAN'L/AUTO FM

TUNING MODE

AUTO/MAN'L

TREBLE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

BALANCE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

R

L

LOUDNESS

5

7

1

FLAT

6

4

8

2

10

–30dB

3

9

SPEAKERS

B

A

2

1

3 4

0

12

12

2

8

4

20

20

60

60

26

26

40

40

16

16

-dB

-dB

INPUT

TUNER

of

Voorpaneel

Afstandsbediening

background image

22

AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO

2

Druk op FM/AM op het voorpaneel en kies FM 

als radioband.

FM zal op het display op het voorpaneel verschijnen.

3

Houd MEMORY op het voorpaneel tenminste 

3 seconden ingedrukt.

De voorkeuzegroep en de MEMORY en AUTO 

indicators zullen gaan knipperen op het display op het 

voorpaneel.

4

Druk één keer op TUNING 

l

 / 

h

 om het 

automatisch voorprogrammeren te laten 

beginnen.

Druk op 

h

 om af te stemmen op een hogere 

frequentie.

Druk op 

l

 om af te stemmen op een lagere 

frequentie.

Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, 

zal de frequentie voor de laatst 

voorgeprogrammeerde zender op het display getoond 

worden.

• Als er niet op TUNING 

l

 / 

h

 binnen ongeveer 5 seconden 

terwijl de MEMORY en AUTO indicators nog aan het 

knipperen zijn, zal het automatisch voorprogrammeren 

beginnen vanaf de getoonde frequentie naar hogere frequenties 

toe.

• Zenders worden voorgeprogrammeerd op de volgorde waarin 

ze gevonden worden, tot een maximum van 8 in elk van de 

voorkeuzegroepen (A1 t/m A8). Als er al 8 zenders in een 

voorkeuzegroep staan, wordt er automatisch overgeschakeld 

naar de volgende voorkeuzegroep met 8 plaatsen.

Aangepast automatisch 

voorprogrammeren

U kunt een bepaalde groep en een bepaald nummer 

opgeven waar het automatisch voorprogrammeren van FM 

zenders moet beginnen.

1

Houd MEMORY op het voorpaneel tenminste 

3 seconden ingedrukt.

2

Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op één van 

de voorkeuzenummers op het voorpaneel om 

de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer 

te selecteren waaronder de eerst gevonden 

zender moet worden opgeslagen.

Als u bijvoorbeeld C5 selecteert, zal de eerste zender 

die wordt gevonden worden geprogrammeerd onder 

C5, en de volgende zenders onder C6, C7 enz.

3

Druk één keer op TUNING 

l

 / 

h

 om het 

automatisch voorprogrammeren te laten 

beginnen.

Druk op 

h

 om af te stemmen op een hogere 

frequentie.

Druk op 

l

 om af te stemmen op een lagere 

frequentie.

Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, 

zal de frequentie voor de laatst 

voorgeprogrammeerde zender op het display getoond 

worden.

Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer 

voorkeuzenummer E8 bereikt is.

Opmerkingen

FM/AM

MEMORY

MAN'L/AUTO FM

l

 TUNING 

h

Opmerking

MEMORY

MAN'L/AUTO FM

A/B/C/D/E

1

2

3

4

5

6

7

8

l

 TUNING 

h