Xylem 2 Pump Booster Sets GXS20, GMD20, GMY20 – страница 4
Инструкция к Насосу Xylem 2 Pump Booster Sets GXS20, GMD20, GMY20
nl
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
4. Installatie
De drukverhogingsgroep moet met geschikte werktuigen verplaatst worden waarbij er vermeden moet
worden dat er ergens tegenaan gestoten wordt; de oogbouten van de motor mogen niet voor het
ophijsen gebruikt worden. Vóór de installatie moet gecontroleerd worden of de groep tijdens het tran-
sport niet beschadigd is. De drukverhogingsgroep moet in een goed geventileerde ruimte geïnstalleerd
worden waarbij er voldoende ruimte (0,5 m) aan de zijkanten en aan de voorkant overgelaten moet wor-
den voor onderhoud. De reservoirs kunnen op de groep of op de vloer geïnstalleerd worden. De groep
moet op een vlakke en stevige ondergrond neergezet worden.
Slangen
De slangen die op de groep aangesloten zijn moeten geschikte afmetingen hebben (de diameter van de
verzamelleiding dient voorzover mogelijk aangehouden te worden). Om spanningen te vermijden wordt
geadviseerd om uitzetbare verbindingen en geschikte steunen voor de slangen te monteren. Er kan een
willekeurig uiteinde van de verzamelleiding gebruikt worden waarbij het uiteinde dat niet gebruikt wordt
afgesloten moet worden.
Het gewicht van de slangen en de reservoirs neemt toe als zij met water gevuld zijn.
LET OP
Vóór het starten moet gecontroleerd worden of alle aansluitingen die niet gebruikt
worden afgesloten zijn en goed aangedraaid zijn.
Beveiliging tegen drooglopen
De schakelkasten voorzien in de mogelijkheid om een vlotterschakelaar aan te sluiten of een drietal
sonde-elektroden (toepasbaar voor open tanks) of een minimum drukregelaar op de aanzuigzijde (ge-
adviseerde waarde 0,2 – 0,4 bar). Voor de aansluitingen verwijzen wij naar het elektrische schema van
de schakelkast. Het inschakelen van de beveiliging kan vertraagd worden door op de regelingen van de
schakelkast in te werken. Als de minimum drukomstandigheden hersteld worden, worden de pompen
automatisch gestart. De beveiliging functioneert niet op de handbediende werkingsstand en op de be-
sturingsstand door middel van keuzeschakelaars.
LET OP
De groepen worden met uitgeschakelde beveiliging geleverd (fabriekswaarde).
Maximum drukbeveiliging
Alleen driefase model: een drukregelaar op de persleiding en aangesloten op de driefase schakelkast
kan de overdruktoestand waarnemen en de pompen stoppen, zowel op de automatische als op de
handbediende stand.
Keuze van het reservoir
Voor een doeltreffende werking moet de groep op een membraantank aangesloten worden. Het beno-
digde volume kan over meerdere reservoirs verdeeld worden.
Het optimale volume wordt door middel van de volgende formule berekend:
V = volume in liter
Q= gemiddelde opbrengst van een pomp in m3/h
P1 = startdruk in bar
DP = differentiaaldruk ( P1s-P1) in bar
N = maximum aantal starts per uur
Luchttoevoer
De drukverhogingsgroepen met balkeerkleppen op de aanzuigleiding voorzien in de mogelijk om een
luchttoevoersysteem aan te sluiten; de aansluiting voor de leiding moet in de buurt van de balkeerklep
aangebracht worden. Bij sommige modellen verticale pompen wordt een adapter meegeleverd om de
aansluiting op de afvoerstop op de voet van het pomplichaam aan te brengen.
61
nl
Elektrische aansluitingen
De aansluiting op de stroomvoorziening moet door een elektricien die volgens de plaatselijke
voorschriften bevoegd is uitgevoerd worden.
Alvorens de aansluitingen uit te voeren moet eerst de stroom uitgeschakeld worden!
Op het elektrische schema en de plaatjes van de schakelkast staan de nodige gegevens voor
de aansluiting en de vereiste aansluitwaarden.
De pompen mogen niet gestart worden zonder ze eerst met vloeistof gevuld te heb-
LET OP
ben. Zie de gebruiksaanwijzing van de pompen. Voor het starten moet de in para-
graaf 6 vermelde procedure opgevolgd worden.
Monofase model
De motor is beveiligd tegen overbelasting door middel van een ingebouwde motorbeveiliging. Indien
voorgeschreven door plaatselijke reglementen moet er een extra beveiliging geïnstalleerd worden. De
kabel van het geschikte type en met de juiste doorsnede moet als volgt in de schakelkast aangesloten
worden:
- L1 en N op de klemmen van de hoofdschakelaar
- PE op de aardklem met het symbool
Driefase model
De motor is beveiligd tegen overbelasting door middel van een automatische schakelaar met handmati-
ge reset. De kabel van het geschikte type en met de juiste doorsnede moet als volgt in de schakelkast
aangesloten worden:
- L1, L2 en L3 op de klemmen van de hoofdschakelaar
- N op de nulklem, indien aanwezig
- PE op de aardklem met het symbool
5. Instellingen
Alvorens de regelingen uit te voeren moet eerst de stroom uitgeschakeld worden!
Werking
Het starten en het stoppen van de pompen wordt geregeld op basis van de druk die op de drukregelaars
ingesteld is. Elke drukregelaar is aangesloten op één pomp maar niet altijd dezelfde vanwege de cycli-
sche wisseling.
De differentiaaldruk is het verschil tussen de startdruk en de stopdruk; er moet dezelfde differentiaaldruk
voor allebei de pompen ingesteld worden.
De typische waarde van P1s is ongeveer Pmax-0,5 bar. De typische waarde van de differentiaaldruk
(P1s-P1) is 0,6-1,0 bar.
De typische waarde van P2s is ongeveer Pmax-1,0 bar.
Figuur 3 toont de werkingswijze.
- Als er een verbruiker geopend wordt dan wordt er water uit
de tank getapt.
- Als de druk tot de waarde P1 daalt dan wordt de eerste
pomp gestart.
- Als het verbruik toeneemt en de druk tot de waarde P2
daalt dan wordt de tweede pomp gestart.
- Als het verbruik afneemt en de druk tot de waarde P2s
stijgt dan wordt er een pomp uitgeschakeld.
- Als het verbruik nog meer afneemt dan vult de pomp de
tank en stopt hij op de waarde P1s.
62
nl
Drukregelaar
De drukregelaars zijn in de fabriek afgesteld volgens een aantal waarden
die afhankelijk zijn van het type pomp.
De instelwaarden zijn aangegeven op een plaatje op de groep of in de
schakelkast.
De instelwaarden kunnen veranderd worden op basis van de hydrauli-
sche omstandigheden van de installatie en de druk in de aanzuigleiding.
Om de instellingen te veranderen moet op de regelingen van de drukre-
gelaar ingewerkt worden:
- Stopdruk Ps
- Differentiaaldruk Ps-P
De afstelling van de differentiaaldruk bepaalt de startdruk P.
1 Ps stopdruk
2 Ps-P differentiaaldruk
Regelingen van de elektronische besturingskaart
Symbool Beschrijving Fabriekswaarde
TIME 1 Tijdschakelaar vertraging pomp 1 0 s
TIME 2 Tijdschakelaar vertraging pomp 2 0 s
DELAY Vertraging inschakeling beveiliging tegen drooglopen 0 s
SENS Gevoeligheid sondes 50%
Indien nodig moeten de regelingen veranderd worden door de regeling op de kaart (in de schakelkast)
op te zoeken en de waarde ervan te veranderen. Om de waarde te verhogen moet met de klok mee ge-
draaid worden en om de waarde te verlagen tegen de klok in.
Zie het elektrische schema om de zekering, indien aanwezig, op te zoeken en de jumper om de cycli-
sche wisseling te blokkeren.
Op de kaart zijn ook twee keuzeschakelaars aanwezig (één per pomp) waarmee het mogelijk is om de
elektronische besturing uit te schakelen en de pompen rechtstreeks te besturen (stand M) of de pompen
uit te schakelen (stand 0).
Voorvullen van het reservoir
Voor een goede werking moet de membraantank voorgevuld worden op de waarde 0,9 x de minimum
inschakeldruk (P2). Het voorvullen van het reservoir moet bij een leeg reservoir gebeuren.
6. Start
Om de groep te starten moeten de volgende handelingen verricht worden:
a) De watertoevoer aansluiten.
b) De stroomvoorziening aansluiten
c) De voordruk van het reservoir controleren.
d) De perskleppen van de pomp sluiten.
e)
De groep en de aanzuigverzamelleiding laten aanzuigen (zie de gebruiksaanwijzing van de pompen).
f) Controleren of de instellingen uitgevoerd zijn.
g) Bij de driefase modellen de stroomwaarde die op de schakelaar van de schakelkast met die op het
typeplaatje van de motor controleren.
h) De stroomvoorziening met de schakelaar van de schakelkast inschakelen en de groep op de
handbediende stand zetten.
i) De eerste pomp starten.
j) Bij de driefase modellen de draairichting controleren; indien deze verkeerd is moeten er twee fases
van de stroomvoorziening verwisseld worden.
k) De persklep van de pomp langzaam openen en de lucht eruit laten stromen.
l) Hetzelfde bij de tweede pomp doen.
m) De groep op de automatische stand zetten.
63
nl
Instelling van een nieuwe waarde
Om de instellingen binnen de grenzen van de maximum druk van de pompen en/of de installatie na het
starten te veranderen, moet er als volgt te werk gegaan worden:
a) De waarden van de uitschakeldruk P1s en de inschakeldruk P1 bepalen (P1 = P1s–1 bar).
b) De waarden van de uitschakeldruk P2s en de inschakeldruk P2 bepalen (P2 = P1–0,5 bar).
c) De voorvuldruk van de tank bepalen = 0,9 x P2.
d) De pers- en aanzuigkleppen tussen de pompen en de verzamelleidingen en de tanks openen.
e) De pompen stoppen, de kranen aan de perszijde openen en de persdruk tot nul laten zakken.
f) De voorvuldruk van de tank regelen.
g) De perskranen sluiten en de pompen op de automatische stand starten totdat zij op de uitscha-
kelwaarde stoppen.
h) De uitschakeldruk P1s en P2s op de gewenste waarden regelen.
i) De inschakeldruk P1 en P2 op de gewenste waarden regelen.
j) De perskranen op de automatische stand openen om de waarden te controleren.
k) Herhalen totdat de gewenste waarde verkregen wordt.
7. Onderhoud
Onderhoud van de elektropompen
Zie de gebruiksaanwijzing van de elektropomp.
Onderhoud van de schakelkast
De schakelkasten vergen geen onderhoud.
Onderhoud van de membraanreservoirs
Zie de gebruiksaanwijzing van de reservoirs, controleer minimaal één keer per jaar de voordruk.
8. Lijst van de onderdelen
Ref. Onderdeel Aant.
1 Schakelkast 1
2 Aanzuigafsluiter 2
3 Persafsluiter 2
4 Reservoiraansluiting 2
5 Persverzamelleiding 1
6 Aanzuigverzamelleiding 1
7 Terugslagklep 2
8 Pompvoet 1
9 Drukregelaar 2
10 Elektropomp 2
Al naargelang het type groep kan de balkeerklep op de persleiding of op de aanzuigleiding geplaatst
zijn en kan de elektropomp van het verticale of het horizontale type zijn.
9. Reparaties - Reserveonderdelen
Voor reparaties moet men zich tot vakmensen wenden en daarbij mogen alleen origi-
LET OP
nele reserveonderdelen gebruikt worden.
64
nl
10. Lokaliseren van storingen
De onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten door vakmensen uitgevoerd worden.
Alvorens aan de groep te werken moet eerst de stroom uitgeschakeld worden en gecontroleerd
worden of er geen hydraulische onderdelen onder druk staan.
Storing
Oorzaak
Oplossing
1. De groep is uitge-
1. Stroom uitgeschakeld
De stroom aansluiten
schakeld
2. Zekering doorgebrand
De zekering vervangen
2. De motor start niet
1. Stroom uitgeschakeld
De stroom aansluiten
2. Motorbeveiliging ingeschakeld
Storing opheffen
3. Monofase: thermische beveiliging
Monofase: de automatische reset
in de motor
afwachten
4. Driefase: automatische schakelaar
Driefase: De automatische schakelaar
in de schakelkast
resetten
5. Motor defect
De motor repareren/vervangen
3. Veelvuldige starts en
1. Reservoir defect
Het reservoir repareren/vervangen
stops
2. Verkeerde regeling van de drukre-
De differentiaaldruk of de stopdruk
gelaar
verhogen
4. De motor start maar
1. Verkeerde voorvuldruk van de
Controleer de voorvuldruk van de
stopt meteen
tank
tank
2. Verkeerde regeling van de drukre-
De differentiaaldruk of de stopdruk
gelaar
verhogen
5. De motor draait maar
1. Geen water in de aanzuigleiding of
De pomp of de aanzuigleiding vullen /
er komt geen water
in de pomp
de afsluiters openen
uit
2. Lucht in de aanzuigleiding of in de
De pomp ontluchten en de aan-
pomp
zuigverbindingen controleren
3. Lekken in de aanzuigleiding
De NPSH controleren en indien nodig
de installatie veranderen
4. Balkeerklep geblokkeerd
De klep schoonmaken
5. Leiding verstopt
De leiding schoonmaken
6. Driefase motoren met verkeerde
De draairichting veranderen
draaiing
6. Waterlekken uit de
1. Mechanische afdichting defect
De mechanische afdichting vervangen
pomp
2. Mechanische spanning op de
De slangen ondersteunen
pomp
7. Teveel lawaai
1. Waterterugkeer bij het stoppen
De balkeerklep controleren
2. Cavitatie
De aanzuiging controleren.
3. Obstakel voor het draaien van de
Mechanische spanningen op de
pomp
pomp controleren
11. Buiten bedrijf stellen
De regels en de wettelijke voorschriften die van toepassing zijn op de afvalverwerking moeten in acht
genomen worden, dit geldt ook voor het verpakkingsmateriaal.
65
nl
12. Technische gegevens
De gegevens hebben betrekking op het product in de standaard uitvoering.
Nominale spanning
1 x 230 V +/- 10 %, 50 Hz (monofase)
3 x 400 V +/-10%, 50 Hz (driefase)
Nominale stroom
Zie het typeplaatje in de schakelkast
Beschermingsgraad
Elektropomp IP55
Schakelkast IP54, IP55
Drukregelaar IP54, IP40
Geluidsemissieniveau groep met
Motoren 50 Hz 2900 min –1
2 pompen
Tot 2x5,5 kW Lp< 70 dB(A)
2x7,5 kW Lp 73 dB(A)
2x11 kW Lp 76 dB(A)
2x15 kW Lp 78 dB(A)
Vloeistoftemperatuur
0°C tot +40°C, +60°C (
afhankelijk van het type pomp)
Omgevingstemperatuur
0°C tot +40°C, +45°C, +50°C (
afhankelijk van het type pomp)
Installatie
Binnen, beschut voor weersinvloeden
Beschut voor warmtebronnen
Max. 1000 m boven de zeespiegel
Werkdruk
Max. 8 bar, 10 bar, 16 bar afhankelijk van het type pomp (zie de
gebruiksaanwijzing)
Min. aanzuigdruk
Volgens NPSH curve met een margine van ten minste 0,5 m voor
water dat geen lucht bevat
Max. aanzuigdruk
Controleren of de inlaatdruk plus de druk bij gesloten persleiding
niet meer bedraagt dan de max. werkdruk
Monofase schakelkast
Max. vermogen 2x1,5 kW
Hulpspanning 12Vdc
Spanning elektroden sondes 12Vac
Driefase schakelkast
Max. vermogen 2x15 kW
Hulpspanning 24Vac
Spanning elektroden sondes 12Vac
Vertraging uitschakeling pompen
0..100 s
Vertraging inschakeling beveili
-
0.. 30 s
ging tegen drooglopen
Pompen
Zie gebruiksaanwijzing van de pompen
Reservoirs
Zie de gebruiksaanwijzing van de reservoirs. Als deze geïnstalleerd
zijn kunnen zij de temperatuur en de werkdruk beperken
In deze ruimte kunt u het model en de code van de drukverhogingsgroep zoals aangegeven op het type
-
plaatje noteren. Indien nodig moet u dit aan de technische service doorgeven.
Model groep
Code
Pompen
Serienummer
Installatiedatum
Instelling (bar)
66
Suomi
« Alkuperäisten ohjeiden käännös »
HENKILÖ- JA MATERIAALITURVALLISUUTTA KOSKEVIA VAROITUKSIA
Seuraavassa annetaan käytettyjen symbolien merkitykset.
VAARA
Tämän määräyksen noudattamatta jättämisestä saattaa olla seurauksena
henkilö- ja materiaalivahinkoja.
SÄHKÖISKUVAARA
Tämän määräyksen noudattamatta jättämisestä saattaa olla seurauksena
sähköisku.
VAROITUS
VAROITUS
Tämän määräyksen noudattamatta jättämisestä saattaa olla seurauksena materia-
ali- tai ympäristövahinkoja.
SUOMI SISÄLTÖ
1 YLEISTÄ ................................................................................................................................ 68
2 TUOTTEEN KUVAUS ............................................................................................................ 68
3 TOIMINTA ............................................................................................................................. 68
4 ASENNUS ............................................................................................................................. 70
5 ASETUKSET ......................................................................................................................... 71
6 KÄYNNISTYS ........................................................................................................................ 72
7 HUOLTO ............................................................................................................................... 73
8 OSALUETTELO .................................................................................................................... 73
9 KORJAUKSET- VARAOSAT ................................................................................................ 73
10 VIANETSINTÄ ..................................................................................................................... 74
11 ROMUTUS .......................................................................................................................... 74
12 TEKNISET TIEDOT ............................................................................................................. 75
Käyttöopas muodostuu kahdesta osasta. Ensimmäinen osa on tarkoitettu asentajalle ja käyttäjälle, toinen
ainoastaan asentajalle.
Lue ohjeet huolellisesti ennen asennusta. Noudata paikallisia määräyksiä.
Ainoastaan ammattitaitoinen henkilö saa suorittaa asennuksen ja huollon.
Paineyksikkö on automaattilaite, joten pumput saattavat käynnistyä varoittamatta automaattisesti.
Yksikkö sisältää paineistettua vettä. Laske paine nollaan ennen toimenpiteitä.
Suorita sähköliitännät standardien mukaan.
Yksikkö tulee kytkeä toimivaan maadoitusjärjestelmään.
Varmista, että yksikön sähkö on katkaistu ennen toimenpiteitä.
Jos yksikkö vaurioituu, katkaise sähkö välttääksesi sähköiskut.
Jos yksikkö vaurioituu, sulje sulkuventtiilit välttääksesi vesivahingot.
67
1. Yleistä
GXS20, GMD20, GMY20 -sarjan paineyksiköt on suunniteltu puhtaan veden jakeluun ja paineistukseen
kiinteistöjen, toimistojen, laitosten ja teollisuuden vesiverkoissa.
Käyttörajoitukset
Nesteen lämpötila:
0°C - +40°C, +60°C pumpun mallista riippuen
Ympäröivä lämpötila:
0°C - +40°C, +45°C, +50°C pumpun mallista riippuen
Käyttöpaine:
Maks. 8 bar, 10 bar, 16 bar pumpun mallista riippuen (ks. käyttöopas)
Minimisyöttöpaine:
NPSH-käyrän ja häviöiden mukainen vähintään 0,5 metrin marginaalilla,
jota tulee kasvattaa veden sisältäessä ilmaa.
Maksimisyöttöpaine:
Tarkista, että syöttöpaineen ja pumpun suljettua venttiiliä vasten tuotta
-
man paineen summa ei ylitä maksimikäyttöpainetta.
Käynnistyksiä tunnissa:
Maks. 60 alle 3 kW, maks. 40 4 kW - 7,5 kW, maks. 30 11 kW - 15 kW
Kalvosäiliö saattaa asettaa rajoituksia nesteen lämpötilan ja paineen suhteen.
VAROITUS
Noudata käyttörajoituksia!
2. Tuotteen kuvaus
Paineyksikköön kuuluu kaksi samanlaista sähköpumppua, jotka on liitetty rinnakkain ja asennettu samalle
perustalle, imu- ja poistojakoputket, sulkuventtiilit, takaiskuventtiilit, painemittari, painekatkaisimet ja yksi-
tai kolmivaiheinen sähkötaulu.
Järjestelmässä tulee olla kalvosäiliö. Poistojakoputkessa on kaksi liitintä, joihin voidaan asentaa sulku
-
venttiilillä 24 litran säiliöt. Kun asennat säiliöt, jakoputki tarvitsee sopivan tuen. Muut säiliöt voidaan asen
-
taa lattialle ja liittää jakoputkeen.
3. Toiminta
Sähkötaulu käynnistää pumpun järjestelmän sitä pyytäessä.
Ensimmäisen vedenoton aikana toimii kalvosäiliö.
Kun paine laskee ensimmäiseen käynnistysarvoon, ensimmäinen pumppu käynnistyy.
Jos kulutus kasvaa, paine laskee toiseen käynnistysarvoon ja myös toinen pumppu käynnistyy.
Jos kulutus laskee, paine kasvaa ensimmäiseen pysäytysarvoon ja pumppu pysähtyy.
Jos kulutus laskee vielä, viimeinen pumppu täyttää säiliön ja pysähtyy.
Yksivaiheversio GXS20
Yksivaiheversiossa on sähkötaulu QXS20:
-
Peräkkäisten pumppujen automaattisäätö ja pienjänniteohjaus kahdella painekatkaisimella.
-
Ensimmäiseksi käynnistettävän pumpun vuorottelu.
-
Vuorottelun lukitusvalitsin.
-
Yhtäaikaisen käynnistyksen estoviive.
-
Oikosulkusuoja lämpömagneettisella katkaisimella.
-
Ylikuormasuoja moottoriin sisäänrakennetulla moottorisuojalla.
-
Valmius kuivakäyntisuojaan painekatkaisimella, uimurilla tai tasoantureilla, joiden herkkyyttä voidaan
säätää (lisäelektrodit eivät sisälly toimitukseen).
-
Kuivakäyntisuojan laukeamisajastin.
-
Jokaisessa pumpussa olevat pysäytysviiveen ajastimet
68
Kuvassa 1 on yksivaiheinen sähkötaulu.
As. Kuvaus, kuva 1 Symboli
1 Pääkatkaisin
POWER
2 Punainen kuivakäynnin hälytysvalo
3 Vihreä virran päällekytkennän
merkkivalo
4 Pumpun käsi - pois - automaatti
-valitsin
5 Vihreä pumpun päällekytkennän
merkkivalo
Kolmivaiheversio GMD20,GMY20
Kolmivaiheversiossa on sähkötaulu QMD20,QMY20:
- Peräkkäisten pumppujen automaattisäätö ja pienjänniteohjaus kahdella painekatkaisimella.
- Ensimmäiseksi käynnistettävän pumpun vuorottelu.
- Vuorottelun lukitusvalitsin.
- Yhtäaikaisen käynnistyksen estoviive.
- Oikosulku- ja ylikuormasuoja automaattikatkaisimella.
- Valmius kuivakäyntisuojaan painekatkaisimella, uimurilla tai tasoantureilla, joiden herkkyyttä voidaan
säätää (lisäelektrodit eivät sisälly toimitukseen).
- Kuivakäyntisuojan laukeamisajastin.
- Jokaisessa pumpussa olevat pysäytysviiveen ajastimet
- Potentiaalivapaat koskettimet sisältävän relekortin ulostulo (lisä)
- Sähkömekaaniset automaattinen - pois - käsi -toimintavalitsimet (sähkötaulun sisällä)
Kuvassa 2 on kolmivaiheinen sähkötaulu.
As. Kuvaus, kuva 2 Symboli
1 Pääkatkaisin
2 Vihreä virran päällekytkennän
merkkivalo
3 Punainen kuivakäynnin hälytysvalo
4 Punainen ylikuormituksen hälytysvalo
5 Vihreä pumpun päällekytkennän
merkkivalo
6 Automaattiohjauksen painike
7 Käsiohjauksen painike
8
Vihreä automaattiohjauksen merkkivalo
AUT
9 Punainen käsiohjauksen merkkivalo
MAN
10 Käsiohjauksen käynnistys/
0/1
pysäytyspainikkeet
69
TIETOJA ASENTAJALLE
4. Asennus
Liikuta tuotetta varoen sopivilla nostolaitteilla. Vältä törmäyksiä. Älä käytä nostoon moottorissa olevia
nostosilmukoita. Tarkista ennen asennusta, ettei laite ole vaurioitunut kuljetuksen aikana. Asenna pai-
neyksikkö hyvin ilmastoituun tilaan. Jätä sen sivuille ja eteen riittävästi tilaa huoltoa varten (0,5 m). Säiliöt
voidaan asentaa yksikköön tai lattialle. Aseta yksikkö tasaiselle ja tukevalle alustalle.
Putket
Yksikköön liitettyjen putkien tulee olla sopivan kokoisia (pyri säilyttämään jakoputken halkaisija). Asenna
laajennusliitokset ja asianmukaiset tuet putkille välttääksesi kuormittumista. Voit käyttää kumpaa tahansa
jakoputken päätä ja sulkea käyttämättömän.
Putkien ja säiliöiden paino kasvaa, kun ne ovat täynnä vettä.
VAROITUS
Tarkista ennen käynnistystä, että olet sulkenut ja kiristänyt kaikki käyttämättömät liittimet.
Kuivakäyntisuoja
Sähkötauluihin voidaan kytkeä uimuri (avoimet säiliöt), kolmen elektrodin anturi (avoimet säiliöt) tai alipai-
nekatkaisin imupuolelle (suositusarvo 0,2-0,4 bar). Katso kytkennät taulun sähkökaaviosta. Suojan lauke-
amista voidaan viivästyttää muuttamalla sähkötaulun säätöjä. Kun minimipaineolosuhteet palautuvat,
pumput käynnistyvät automaattisesti. Suoja ei toimi käsi- eikä valitsinohjauksella.
Yksiköt toimitetaan suoja poiskytkettynä (tehdasasetus).
VAROITUS
Ylipainesuoja
Ainoastaan kolmivaiheversio: poistopuolelle asennettu ja kolmivaiheiseen sähkötauluun liitetty pai-
nekatkaisin havaitsee ylipaineen ja pysäyttää pumput sekä automaatti- että käsiohjauksella.
Säiliön valinta
Jotta yksikkö toimii tehokkaasti, se tulee liittää kalvosäiliöön. Tarvittava tilavuus voidaan jakaa useammille
säiliöille.
Optimaalinen tilavuus lasketaan seuraavalla kaavalla:
V = Tilavuus (l)
Q = Yhden pumpun keskimääräinen virtausnopeus (m3/h)
P1 = Käynnistyspaine (bar)
DP = Paine-ero (P1s-P1) (bar)
N = Maksimimäärä käynnistyksiä tunnissa
Ilmauslaite
Imupuolen takaiskuventtiileillä varustettuihin paineyksiköihin voidaan liittää ilmauslaite. Putkiliitos on ta-
kaiskuventtiilin lähellä. Joissakin pystypumppumalleissa on sovitin, jolla laite voidaan liittää pumpun peru-
stassa olevaan poistotulppaan.
Sähköliitännät
Ainoastaan valtuutettu asentaja saa tehdä sähköliitännän paikallisten määräysten mukaisesti.
Katkaise sähkö ennen liitäntöjä!
Sähkökaaviossa ja sähkötaulun tarroissa annetaan tarvittavat liitäntätiedot ja sähköarvot.
Älä käynnistä pumppuja ennen niiden täyttämistä nesteellä. Katso pumppujen
VAROITUS
käyttöopasta. Suorita käynnistys osan 6 ohjeiden mukaan.
70
Yksivaiheversio
Sisäänrakennettu moottorisuoja suojaa moottoria ylikuormittumiselta. Asenna lisäsuoja, jos paikalliset
määräykset vaativat sitä. Liitä sähkötauluun tyypiltään ja läpileikkaukseltaan sopiva kaapeli:
- L1 ja N pääkatkaisimen liittimiin
- PE maadoitusliittimeen, jossa on symboli
Kolmivaiheversio
Käsin nollattava automaattikatkaisin suojaa moottoria ylikuormittumiselta. Liitä sähkötauluun tyypiltään ja
läpileikkaukseltaan sopiva kaapeli:
- L1, L2, L3 pääkatkaisimen liittimiin
- N nollaliittimeen (jos asennettu)
- PE maadoitusliittimeen, jossa on symboli
5. Asetukset
Katkaise sähkö ennen säätöjä.
Toiminta
Pumput käynnistyvät ja pysähtyvät painekatkaisimiin asetettujen paineiden mukaan. Jokainen pai-
nekatkaisin on liitetty yhteen pumppuun. Vuorottelun vuoksi pumppu ei ole aina sama.
Paine-ero tarkoittaa käynnistys- ja pysähtymispaineen välistä eroa. Aseta sama paine-ero kummallekin
pumpulle.
Tyypillinen P1s-arvo on noin Pmax-0,5 bar. Tyypillinen paine-eroarvo (P1s-P1) on 0,6-1,0 bar.
Tyypillinen P2s-arvo on noin Pmax-1,0 bar.
Kuvassa 3 on toimintatapa.
- Avattaessa käyttöyksikkö vettä otetaan säiliöstä.
- Kun paine laskee arvoon P1, ensimmäinen pumppu käynni-
styy.
- Jos kulutus kasvaa ja paine laskee arvoon P2, toinen
pumppu käynnistyy.
- Kun kulutus laskee ja paine nousee arvoon P2s, yksi pump-
pu kytkeytyy pois.
- Jos kulutus vielä laskee, pumppu täyttää säiliön ja pysähtyy
arvoon P1s.
Painekatkaisin
Painekatkaisimet säädetään tehtaalla pumpun tyypistä riippuviin arvoihin.
Kalibrointiarvot annetaan yksikössä tai sähkötaulussa olevassa kilvessä.
Asetusarvoja voidaan muuttaa järjestelmän vesiolosuhteiden ja imupai-
neen mukaan.
Muuta asetuksia säätämällä painekatkaisimen arvoja:
- Pysähtymispaine Ps
- Paine-ero Ps-P
Paine-eron säätö määrää käynnistyspaineen P.
1 Ps pysähtymispaine
2 Ps-P paine-ero
71
Elektronisen ohjauskortin säädöt
Symboli Kuvaus Tehdasasetus
TIME 1 pumpun 1 viiveajastin 0 s
TIME 2 pumpun 2 viiveajastin 0 s
DELAY Kuivakäyntisuojan laukeamisviive 0 s
SENS Anturien herkkyys 50%
Jos säätöjä tarvitsee muuttaa, etsi ne kortista (sähkötaulun sisällä) ja muuta arvo. Kasvata arvoa
myötäpäivään kääntämällä ja vähennä sitä vastapäivään kääntämällä.
Tarkista tarvittaessa sulake ja vuorottelulukituksen hyppyjohdin sähkökaaviosta.
Kortissa on myös kaksi valitsinta (yksi/pumppu), joiden avulla elektroninen ohjaus voidaan kytkeä pois ja
pumppuja ohjata suoraan (asento M) tai kytkeä pumput pois (asento 0).
Säiliön esikuormitus
Jotta kalvosäiliö toimii asianmukaisesti, se tulee esikuormittaa arvoon 0,9 x minimiasetuspaine (P2).
Säiliön esikuormitus suoritetaan säiliö tyhjänä.
6. Käynnistys
Käynnistä yksikkö seuraavasti:
a) Suorita vesiliitäntä.
b) Suorita sähköliitäntä.
c) Tarkista säiliön esikuormitusarvo.
d) Sulje pumpun poistoventtiilit.
e) Suorita yksikön ja imujakoputken käynnistystäyttö (ks. pumppujen käyttöopas).
f) Tarkista, että olet tehnyt asetukset.
g) Tarkista, että kolmivaiheversioiden sähkötaulun katkaisimen ja moottorin arvokilvessä annettu
sähköarvo vastaavat toisiaan.
h) Kytke sähkö päälle sähkötaulun katkaisimella ja aseta yksikkö käsiohjaukselle.
i) Käynnistä ensimmäinen pumppu.
j) Tarkista kolmivaiheversioiden pyörimissuunta. Jos se on virheellinen, vaihda kaksi sähkövaihetta ke-
skenään.
k) Avaa pumpun poistoventtiili hitaasti ja poista ilma.
l) Toista sama toiselle pumpulle.
m) Aseta yksikkö automaattiohjaukselle.
Uuden arvon asetus
Käynnistä yksikkö ja muuta asetukset seuraavasti pumppujen ja/tai järjestelmän maksimipaineen rajoissa:
a) Määrittele pysähtymispaine P1s ja käynnistyspaine P1 (P1=P1s-1 bar).
b) Määrittele pysähtymispaine P2s ja käynnistyspaine P2 (P2=P1-0,5 bar).
c) Määrittele säiliön esikuormituspaine = 0,9xP2.
d) Avaa pumppujen ja jakoputkien ja säiliöiden väliset poisto- ja imuventtiilit.
e) Pysäytä pumput, avaa poistoventtiilit ja anna poistopaineen laskea nollaan.
f) Säädä säiliön esikuormituspaine.
g) Sulje poistoventtiilit ja käynnistä pumput automaattiohjauksella. Odota, että ne pysähtyvät pysähtymi-
sarvoon.
h) Säädä pysähtymispaineet P1s ja P2s haluttuihin arvoihin.
i) Säädä käynnistyspaineet P1 ja P2 haluttuihin arvoihin.
j) Avaa poistoventtiilit automaattiohjauksella tarkistaaksesi arvot.
k) Toista, kunnes arvo on halutun mukainen.
72
7. Huolto
Sähköpumppujen huolto
Ks. sähköpumpun käyttöopas.
Sähkötaulun huolto
Sähkötauluun ei tarvitse tehdä huoltoa.
Kalvosäiliöiden huolto
Ks. säiliön käyttöopas. Tarkista esikuormitusarvo vähintään kerran vuodessa.
8. Osaluettelo
Viite Osa Määrä
1 Sähkötaulu 1
2 Imupuolen sulkuventtiili 2
3 Poistopuolen sulkuventtiili 2
4 Säiliön liitin 2
5 Poistojakoputki 1
6 Imujakoputki 1
7 Takaiskuventtiili 2
8 Perusta 1
9 Painekatkaisin 2
10 Sähköpumppu 2
Yksikön tyypistä riippuen takaiskuventtiili voi olla joko poistossa tai imussa ja sähköpumppu joko pysty-
tai vaakatyyppinen.
9 Korjaukset- Varaosat
Pyydä ammattitaitoista henkilöä suorittamaan korjaukset. Käytä alkuperäisiä varao-
VAROITUS
sia.
73
10. Vianetsintä
Ainoastaan ammattitaitoinen henkilö saa suorittaa huolto- ja korjaustyöt.
Katkaise sähkö ennen yksikön käsittelyä. Tarkista, ettei hydrauliosissa ole painetta.
Vika
Syy
Korjaus
1. Yksikkö sammunut
1. Sähkö on katkennut.
Kytke sähkö.
2. Sulake on palanut.
Vaihda sulake.
2. Moottori ei käynnisty.
1. Sähkö on katkennut.
Kytke sähkö.
2. Moottorisuoja on lauennut.
Korjaa vika.
3. Yksivaihe: moottorin ylikuorma-
Yksivaihe: odota automaattista nol-
suoja.
lausta.
4. Kolmivaihe: sähkötaulun auto-
Kolmivaihe: nollaa automaattikatkai-
maattikatkaisin.
sin.
5. Moottori on viallinen.
Korjaa/vaihda moottori.
3. Tiheitä käynnistyksiä
1. Säiliö on viallinen.
Korjaa/vaihda säiliö.
ja pysäytyksiä
2. Painekatkaisin on säädetty väärin.
Kasvata paine-eroa tai pysähtymi-
spainetta.
4. Moottori käynnistyy,
1. Säiliön esikuormituspaine on virhe-
Tarkista säiliön esikuormitus.
mutta pysähtyy heti.
ellinen.
2. Painekatkaisin on säädetty väärin.
Kasvata paine-eroa tai pysähtymi-
spainetta.
5. Moottori pyörii, mutta
1. Vesi puuttuu imusta tai pumpusta.
Täytä pumppu tai imuputki/avaa
vettä ei syötetä.
sulkuventtiilit.
2. Imussa tai pumpussa on ilmaa.
Ilmaa pumppu ja tarkista imuliitokset.
3. Imussa on häviöitä.
Tarkista NPSH ja muuta järjestelmää
tarvittaessa.
4. Takaiskuventtiili on jumiutunut.
Puhdista venttiili.
5. Putki on tukossa.
Puhdista putki.
6. Kolmivaihemoottorit pyörivät virhe-
Vaihda pyörimissuunta.
elliseen suuntaan.
6. Vesihäviöitä pum-
1. Mekaaninen tiiviste on viallinen.
Vaihda mekaaninen tiiviste.
pussa
2. Pumpussa on mekaanisia kuormi-
Tue putket.
tuksia
7. Liiallinen melu
1. Vesi palaa pysäytettäessä.
Tarkista takaiskuventtiili.
2. Kavitaatio
Tarkista imu.
3. Pumppu ei kierrä esteettömästi.
Tarkista pumpun mekaaniset kuormi-
tukset.
11. Romutus
Noudata voimassa olevia paikallisia jätteiden lajittelua koskevia lakeja ja määräyksiä (myös pakkauksen
osalta).
74
12. Tekniset tiedot
Tiedot koskevat vakiokäyttöä.
Nimellisjännite
1x230 V +/- 10%, 50 Hz (Yksivaihe)
3x400 V +/- 10%, 50 Hz (Kolmivaihe)
Nimellisvirta
Ks. sähkötaulun arvokilpi.
Suoja-aste
Sähköpumppu IP55
Sähkötaulu IP54
, IP55
Painekatkaisin IP54, IP40
2-pumppuisen yksikön melutaso
Moottorit 50 Hz 2900 min-1
Alle 2x5,5 kW Lp<70 dB(A)
2x7,5 kW Lp 73 dB(A)
2x11 kW Lp 76 dB(A)
2x15 kW Lp 78 dB(A)
Nesteen lämpötila
0°C - +40°C, +60°C (
pumpun mallista riippuen)
Ympäröivä lämpötila
0°C - +40°C, +45°C, +50°C (
pumpun mallista riippuen)
Asennus
Sisälle, ilmastotekijöiltä suojattuna.
Lämmönlähteiltä suojattuna.
Maks. 1 000 m meren pinnan yläpuolelle.
Käyttöpaine
Maks. 8 bar, 10 bar, 16 bar pumpun mallista riippuen (ks. käyttöo
-
pas).
Minimi-imupaine
NPSH-käyrän mukainen vähintään 0,5 m marginaalilla ilmattomalle
vedelle.
Maksimi-imupaine
Varmista, että syöttöpaineen ja suljetun järjestelmän poistopaineen
summa ei ylitä maksimikäyttöpainetta.
Yksivaiheinen sähkötaulu
Maks.teho 2x1,5 kW
Apujännite 12 Vdc
Anturien elektrodien jännite 12 Vac
Kolmivaiheinen sähkötaulu
Maks.teho 2x15 kW
Apujännite 24 Vac
Anturien elektrodien jännite 12 Vac
Pumppujen pysäytysviive
0-100 s
Kuivakäyntisuojan viive
0-30 s
Pumput
Ks. pumpun käyttöopas.
Säiliöt
Ks. säiliöiden käyttöopas. Asennettuina saattavat rajoittaa lämpöti
-
laa ja käyttöpainetta.
Voit kirjoittaa tähän tilaan paineyksikön mallin ja koodin arvokilven tietojen mukaan. Ilmoita pyytäessäsi
teknisiä tietoja.
Yksikön malli
Koodi
Pumput
Sarjanro
Asennuspvm
Kalibrointi (bar)
75
Russkij
ru
« ПЕРЕВОД ОРИГИНАЛА ИНСТРУКЦИЙ »
ПРЕДУПРЕЖДЕНИЯ ДЛЯ БЕЗОПАСНОСТИ ЛЮДЕЙ И ИМУЩЕСТВА
Следующие символы означают:
ОПАСНОСТЬ
ОПАСНОСТЬ
Несоблюдение этого предупреждения может привести к получению травмы и/или
повреждению оборудования
ОПАСНОСТЬ
ПОРАЖЕНИЕ ЭЛЕКТРИЧЕСКИМ ТОКОМ
РИСК ПОРАЖЕНИЯ
Несоблюдениеэтого предупреждения может привести к поражению электрическим
ЭЛЕКТРИЧЕСКИМ ТОКОМ
током
ПРЕДУПРЕЖДЕНИЕ
ПРЕДУПРЕЖДЕНИЕ
Несоблюдение этого предупреждения может привести к нанесению вреда
имуществу или окружающей среде
ИНСТРУКЦИИ НА РУССКОМ ЯЗЫКЕ - СОДЕРЖАНИЕ
1 ОБЗОР ......................................................................................... 77
2 ОПИСАНИЕ ИЗДЕЛИЯ .........................................................................77
3 ЭКСПЛУАТАЦИЯ ............................................................................... 77
4 УСТАНОВКА ................................................................................... 79
5 НАСТРОЙКА ................................................................................... 80
6 ЗАПУСК ........................................................................................ 81
7 ТЕХНИЧЕСКОЕ ОБСЛУЖИВАНИЕ .............................................................. 82
8 ПЕРЕЧЕНЬ УЗЛОВ .............................................................................. 82
9 ЗАПАСНЫЕ ДЕТАЛИ ........................................................................... 82
10 ПОИСК И УСТРАНЕНИЕ НЕИСПРАВНОСТЕЙ .................................................. 83
11 УТИЛИЗАЦИЯ .................................................................................. 84
12 ТЕХНИЧЕСКИЕ ХАРАКТЕРИСТИКИ ............................................................ 84
Данное руководствосостоит из двух частей: первая часть предназначена для специалистов по установке и
пользователей; вторая часть предназначена только для специалистов по установке.
Перед установкой изделия необходимо внимательно прочитать эти инструкции и
ОПАСНОСТЬ
выполнять сущесвующие правила.
Работы по монтажу и техническому обслуживанию должны выполнять
квалифицированные специалисты.
Напорная установка является автоматической машиной; насосы могут
ОПАСНОСТЬ
автоматически включаться без предварительного предупреждения.
Установка содержитводу под давлением, поэтому перед началом технического
обслуживания необходимо снизить давление до нуля.
ОПАСНОСТЬ
Электрические соединения должны соответствовать действующим правилам.
РИСК ПОРАЖЕНИЯ
Обеспечьте качественное заземление. Отключите электропитание перед началом
ЭЛЕКТРИЧЕСКИМ ТОКОМ
тхнического обслуживания.
ОПАСНОСТЬ
Если установка повреждена, отключите электропитание во избежание опасности
РИСК ПОРАЖЕНИЯ
поражения электрическим током.
ЭЛЕКТРИЧЕСКИМ ТОКОМ
Если установка повреждена, закройте двухпозиционные клапаны, чтобы
ОПАСНОСТЬ
предотвратить затопление.
76
ru
1. Обзор
Бустерые установки серии GXS20, GMD20, GMY20 предназначены для передачи и нагнетания давления чистой
воды в водопроводных сетях в домах, офисах, жилых комплексах и промышленных организациях.
Эксплуатационные ограничения:
Температура жидкости: от 0°C до +40°C, +60°C в зависимости от типа насоса
Окружающая температура: от 0°C до +40°C, +45°C, +50°C в зависимости от типа насоса
Рабочее давление: Не более 8 бар, 10 бар, 16 бар в зависимости от типа насоса (см. руководство).
Минимальное давление на входе:
Согласно кривой высоты столба жидкости на всасывающей стороне насоса
и опротивлению потока; уровень необходимо повысить до безопасного
предела не менее 0,5 м, если в воде есть воздух.
Максимальное давление на входе:
Давление на входе плюс давление, создаваемое насосом на закрытом клапане,
должно всегда быть меньше максималного рабочего давления.
Число запусков в час: Макс. 60 до 3 кВт, макс. 40 от 4 кВт до 7,5 кВт , макс. 30 от 11 кВт до 15 кВт
Ограничения по температуре и давлению жидкости могут налагаться
ПРЕДУПРЕЖДЕНИЕ
мембранным резервуаром. Соблюдайте эксплуатационые ограничения!
2. Описание изделия
Бустерная установка состоит из двух одинаковых электрических насосов, подключенных параллельно и
установленных на общую подставку, впускного и подающего коллекторов, двухпозиционных клапанов,
запорных клапанов, датчика авления, реле давления и однофазной или трехфазной панели управления.
Система должна быть оборудована мембранным резервуаром. Подающий коллектор оснащен
двумя соединительными муфтами, предназначенными для подключения 24-литровых емкостей с
двухпозиционнымклапаном. Вместе с емкостями необходимо обеспечить подходящую опору для коллекторной
трубы. Дополнительные напольные емкости можно установить и подключить к коллекторной трубе.
3. Эксплуатация
Насосы управляются с электрического пульта согласно техническимтребованиям к системе.
Мембранный резервуар обеспечивает исходное водопотребление.
Если давление упадет до исходного значения запуска, включится первый насос.
Если водопотребление возрастет, давление упадет до второй величины запуска, при которой включитс второй
насос.
Если водопотребление снизится, давление возрастет до первой величины запуска, в результате чего насос
выключится.
Если водопотребление будет и дальше снижаться, последний насос заполнит резервуар и затем выключится.
Однофазная модель GXS20
днофазная модель оснащена панелью управления QXS20:
- Автоматическое последовательное регулирование насосами с регулированием низкого давления двумя реле
да
вления.
- Циклическая замена первого включаемого насоса.
- Замена блокировочного селекторного переключтеля.
- Задержка для предотвращения одновременного запуска.
- Термомагнитный переключатель для защиты от короткого замыкания.
- Защита от перегрузки с помощью защиты электродвигателя, встроенной в электродвигатель.
- Защита от работы всухую с помощью реле давения или поплавкового реле или датчиков уровня с
регулировкой чувствительности (дополнительные электроды не входят в комплект поставки).
- Таймер регулировки включения для защиты от работы всухую.
- Таймеры задержки выключения на обоих насосах
77
ru
На риc. 1 показана передняя сторона однофазной панели
N°
Описание Символ
1 Выключатель электропитания
POWER
2 Красная лампа аварийной
сигнализации о работе всухую
3 Зеленая лампа включения
электропитания
4 Селекторный переключатель
режима работы насоса: ручой-
выкл.-автоматический
5
Зеленый индикатор работы насоса
Трехфазная модель GMD20,GMY20
Трехфазная модель оснащена панелью управления QMD20,QMY20:
- Автоматическое последовательное регулирование насосами с регулированием низкого давления двумя реле
даления.
- Циклическая замена первого включаемого насоса.
- Замена блокировочного селекторного переключателя.
- Задержка для предотвращения одновременного запуска.
- Защита от короткого замыкания и от перегрузки с помощью автоматического выключателя.
- Защита от работы всухую с помощью реле давления или поплавкового реле или датчиков уровня с
регулировкой чувствительности (дополнительные электроды не входят в комплект поставки).
- Таймер регулировки включения для защиты от работы всухую.
- Таймеры задержки выключеня на обоих насосах
- Выход для платы реле с сухими контактами карточка (вспомогательное устройство)
- Электромеханические селекторные переключатели для режима работы автоматический-выкл.-ручной
(внутренняя панель)
На рис. 2 показана передняя сторона трехфазой панели
N° Описание Символ
1 Выключатель электропитания
2 Зеленая лампа включения
электропитания
3 Красная лампа аварийной
сигнализации о работе всухую
4 Красная лампа аварийной
сигнализации о перегрузке
5 Зеленый индикатор работы насоса
6 Кнопочны выключатель
автоматического режима работы
7 Кнопочный выключатель ручного
режима работы
8 Зеленый индикатор работы в
AUT
автоматическом режиме
9 Красный индикатор работы в
MAN
ручном режиме
10 Кнопочные переключатели
0/1
ручного режима работы
78
ru
ИНФОРМАЦИЯ ДЛЯ СПЕЦИАЛИСТОВ ПО УСТАНОВКЕ
4. Установка
Используйте соответствующее оборудование для транспортирования бустерной установки, избегайте ударов,
не используйте рымболты на электродвигателе для подъема. Перед монтажом бустерной установки неободимо
убедиться, что она не была повреждена при транспортировке. Установите бустерную установку в хорошо
проветриваемом помещении, оставив достаточно свободного места по сторонам и спереди (не менее 0,5 м)
для проведения технического обслуживания. Емкостиможно установить на установку или на пол. Разместите
установку на ровной и твердой поверхности.
Трубопровод
Подключенные к установке трубы должны иметь надлежащий размер (по возможности согласно диаметру
коллекторной трубы). Во избежание чрезмерных нагрузк следует обеспечить компенсаторы трубопровода и
соответствующие опоры трубопровода. Можно использовать любой конец коллекторного трубопровода, но
при этом необходимо закупорить заглушкой неиспользуемый конец.
Перед запуском установки убедитесь, что все неиспользуемые соединения закрыты
ПРЕДУПРЕЖДЕНИЕ
и затянуты.
Защита от работы всухую
Электрические панели готовы к подключению поплавкового реле или комплекта из трех контрольных элекродов
(используются для открытых резервуаров) или сигнализатор минимального давления на стороне всасывания
(рекомендуемое значение: 0,2 - 0,4 бар). Система подключений указана на схеме электрических соединений
панели. Включение защитного устройства можно адерживать с помощью соответствующих регулировок на
панели управления. Насосы включаются автоматически при восстановлении минимального давления. Защита
не действует в ручном режиме управления и в режиме управления селекторным переключателем.
ПРЕДУПРЕЖДЕНИЕ
Установки поставляются с выключенной защитой (заводская настройка)
Защита от превышения максимального давления
Только для трехфазной модели: реле давления на нагнетательной стороне, подключенное к трехфазной
панели, может определять любые условия возикновения избыточного давления и при этом выключать насосы
как в автоматическом, так и в ручном режимах.
Выбор резервуара
Для обеспечения эффективной работы бустерную установку необходимо подсоединить к мембранному
резервуару. Необходимый объем воды можнораспределять между несколькими резервуарами.
Оптимальный объем рассчитывается по следующей формуле
V= Объем, л
Q= Средняя производительность насоса, м3/ч
P1 = давление при запуске, бар
DP = перепад давлений ( P1s-P1), бар
N = максимальное число запусков час
Патрубок подвода воздуха
Бустерные установки с запорными клапанами на стороне всасывания готовы для подсоединения устройства
подачи воздуха; соединительная муфта для воздушной трубы находится рядом с запорным клапаном.
Определенные модели вертикальны насосов оснащены переходным патрубком для подключения к дренажной
пробке в основании корпуса насоса.
Электрические соединения
Электрические соединения должны осуществляться квалифицированным электриком в соответствии
с местными правилами и нормами. Передустановлением соединений необходимо отключить источник
электропитания! Схема электрических соединений и ярлыки на панели содержат информацию,
необходимую для подключения, а также требуемые параметры электропитания.
79
ru
Наполните насосы жидостью перед запуском. См. Руководство по эксплуатации
ПРЕДУПРЕЖДЕНИЕ
насосов. Следуйте инструкциям по запуску насосов, приведенным в разделе 6.
Однофазная модель
Двигатель защищен от перегрузки с помощью встроенного устройства защиты двигателя. Если это требуеся
местными правилами, установите дополнительное защитное устройство. К панели необходимо подключить
соответствующий кабель надлежащего калибра:
- L1 и N к выводам выключателя электропитания
- PE к выводу заземления, помеченному как
Трехфазная модель
Двигатеь защищен от перегрузки автоматическим/ручным переключателем сброса. К панели необходимо
подключить соответствующий кабель надлежащего калибра:
- L1, L2, L3 к выводам выключателя электропитания
- N к нейтральному выводу, если таковой имеется.
- PE к выводу зазеления, помеченному как
5. Настройка
Отключите электропитание перед началом настройки оборудования.
Эксплуатация
Запуск и останов насосов определяется в зависимости от параметров настройки реле давления. Каждое реле
давления подключается к одному насосу, ри этом насос будет изменяться согласно цикличной замене.
Перепад давлений равен разности между давлением запуска и давлением отключения. Задайте одинаковое
значение перепада давлений для обоих насосов.
Обычное значение P1s примерно равняется Pmax - 0,5 бр. Обычное значение перепада давлений (P1s-P1)
равняется 0,6 -1,0 бар.
Обычное значение P2s примерно равняется Pmax - 1,0 бар.
На рис.3 показан метод эксплуатации.
- Резервуар подает воду по требованию пользователя.
- Если давление упадет до значения Р1, вклюится первый насос.
- Если водопотребление возрастет, а давление упадет до значения
Р2, включится второй насос.
- Если водопотребление упадет, а давление вырастет до значения
Р2s, один из насосов выключится.
- Если водопотребление будет дальше уменьшаться,
насосзаполните резервуар и выключится при достижении
значения Р1s.
Реле давления
Реле давления настраиваются на заводе согласно значениям, зависящим
от типа насоса.
Параметры настройки указаны на табличке, прикрепленной к установке
или на электрической панели.Параметры настройки можноизменять
согласно состоянию гидравлики системы и давлению всасывания.
Отрегулируйте реле давления необходимым образом, чтобы изменить
параметры настройки:
- Давление отключения Ps
- Перепад давлений Ps-Р
Регулировка перепада давлени определяет давление запуска Р.
1 Давление отключения Ps
2 Перепад давлений Ps-Р
80
