Alexika T 65 digital ULTRA-TURRAX: NL

60

Veiligheidsinstructies

  verbranding van het medium het resultaat is. Om deze reden 

mogen geen ontvlambare of brandbare materialen worden be-

werkt met het dispergeerapparaat.

•  Een  snelle  temperatuurverandering  van  het  medium  (schok!) 

kan de hardmetalen oppervlakken van het dispergeerwerktuig 

S 65-KG HH vernielen.

• Controleer of de schroef van het handvat goed vast zit en haal 

hem eventueel aan.

• Let voor het inschakelen op de minimale dompeldiepte van de 

dispergeerschacht in het medium (zie gebruikshandleiding van 

het dispergeerwerktuig, hoofdstuk "Technische gegevens"), 

om spatten te vermijden.

• De afstand van het dispergeergereedschap tot de bodem van 

het vat mag niet minder 30 mm bedragen.

• Let erop dat het statief niet begint te lopen.

• 

Als u onbalans vaststelt, schakelt u het apparaat onmiddellijk 

uit. Doe dit ook als u ongewoon lawaai hoort om ongewens-

te trillingen van het hele apparaat en de tool te voorkomen. 

Vervang de tool als u onbalans of ongewoon lawaai vaststelt. 

Als u na het vervangen geen verbetering vaststelt, mag u het 

apparaat niet meer gebruiken. In dit geval stuurt u het apparaat 

naar de fabrikant of de verkoper om het te laten repareren, sa-

men met een uitvoerige beschrijving van het defect.

•  Draag  persoonlijke  beschermingen  als  er  veel  lawaai  wordt 

geproduceerd door de wisselwerking tussen medium en dis-

pergeerwerktuig.

• Raak de draaiende delen niet aan als het apparaat is ingeschakeld!

• In bedrijf en nog relatief lang daarna kunnen dispergeerwerk

-

tuig en lager zeer heet zijn. Draag persoonlijke beschermingen.

• Zorg ervoor dat de ontluchtingssleuven en de koelribben op 

de motor, die bedoeld zijn om de aandrijving af te koelen, niet 

worden afgedekt.

• 

Let bij het bijdoseren van poeders op, dat u niet te dicht bij de 

motor bent. Het poeder kan in de aandrijving gezogen worden.

• Er kunnen slijtdeeltjes van het apparaat of van roterende on

-

derdelen in het medium terecht komen.

• Verwerk ziekteverwekkende materialen uitsluitend in gesloten 

houders, onder een geschikte afzuiging. Als u vragen heeft, 

gelieve contact op te nemen met 

IKA

®

.

• Gebruik het apparaat 

niet

 in explosiegevaarlijke omgevingen, 

met gevaarlijke stoffen of onder water.

• Bewerk geen brandbare of ontvlambare materialen.

• Bewerk uitsluitend media waarbij de door het bewerken ver

-

oorzaakte energie-inbreng geen problemenmet zichmee zal 

bren-gen. Dit geldt ook voor andere energie-inbrengen, b.v. 

door licht straling.

• Veilig werken wordt uitsluitend gegarandeerd met de acces

-

soires die beschreven worden in het hoofdstuk ”Accessoires”.

• Monteer de accessoires alleen als de netstekker uit het stop

-

contact is getrokken.

• Na een onderbreking in de stroomtoevoer of na een mecha

-

nische onderbreking tijdens een dispergeerproces start het ap-

paraat niet vanzelf weer.

Voor uw bescherming

• 

Lees de gebruiksaanwijzing helemaal door 

vóór  de  inbedrijfstelling,  en  neem  de  veilig-

heidsvoorschriften in acht.

• Bewaar de gebruiksaanwijzing op een plaats die voor iedereen 

toegankelijk is.

•  Let  erop  dat  alleen  geschoold  personeel  met  het  apparaat 

werkt.

• Neem de veiligheidsvoorschriften, richtlijnen, en voorschriften 

inzake de veiligheid op de arbeidsplek en inzake ongevallen-

preventie in acht.

• Draag de persoonlijke beschermingen die nodig zijn volgens 

de gevarenklasse van het medium dat verwerkt wordt. Verder 

bestaat er gevaar door:

- sproeien en verdampen van vloeistoffen

- vastraken van lichaamsdelen, haar, kledingstukken en sieraden.

• Het apparaat moet voor de inbedrijfstelling door een vakman 

bedraad worden, anders bestaat het gevaar voor een elektri-

sche schok!

• Gebruik een veiligheidsuitschakelaar voor in hoogte verstelbare 

statieven!

• Als het apparaat gedurende het bedrijf niet zonder gevaar uit

-

geschakeld kan worden, moet een aanvullende, goed te be-

reiken NOODSTOP-schakelaar in het werkgebied geïnstalleerd 

worden.

• Stel het statief vrij op, op een vlakke, stabiele, schone, glijvaste, 

droge en vuurvaste ondergrond.

• Controleer telkens voor het gebruik of het apparaat en de ac

-

cessoires niet beschadigd zijn. Gebruik geen beschadigde on-

derdelen.

• Het apparaat is niet bedoeld voor handbediening.

• Zet het roervat goed vast. Let op een goede stabiliteit.

• Zet het roervat zo vast dat het niet kan verdraaien.

• Glazen vaten dienen met een spanhouder tegen meedraaien 

geborgd te worden. Als gewerkt wordt in glazen houders, mag 

het dispergeerwerktuig niet in aanraking komen met het glas.

• Neem de Gebruiksaanwijzingen van het dispergeerwerktuig en 

de toebehoren in acht.

•  Er  mogen  uitsluitend  door 

IKA

®

  goedgekeurde dispergeer-

werktuigen gebruikt worden!

•  Het  apparaat  laten  draaien  zonder  dispergeerdertool  is  niet 

toegestaan.

• Gebruik het dispergeerwerktuig uitsluitend in het roervat.

• Dispergeerwerktuigen nooit droog laten werken, omdat zon

-

der koeling van de werktuigen door het medium de afdichting 

en de lagering kapot gaan.

•  Tussen  het  medium  en  de  dispergeeras  kunnen  elektrostati

-

sche ontladingen plaatsvinden, die direct gevaar veroorzaken. 

Het gebied tussen het medium en de aandrijfas of tussen ro-

tor en stator kan zich in bepaalde omstandigheden elektro-

statisch opladen, en een ontsteking veroorzaken in een door 

verdamping  van  het  medium  veroorzaakte  explosieve  omge

-

ving. Verder kan bij gevorderde verdamping van het medium 

de glijringafdichting zo sterk verhit raken, dat ontsteking of 

Oorspronkelijke taal: Duits

NL

61

• Het isoleren van de motor en de frequentie-omzetter van het 

voedingsnet gebeurt door uitschakeling via de NOODSTOP 

(hoofdschakelaar).

•

Voor het aansluiten van de besturing of de sta-

tiefeindschakelaar dient men zich ervan te verzeke-

ren dat er geen spanning aanwezig is.

  De aansluiting mag uitsluitend door bevoegd per-

soneel worden uitgevoerd.

• 

Werkzaamheden op elektrische installaties: 

de 

installatie staat, wanneer de stroomtoevoer is aan-

gesloten, onder spanning. Deze spanning kan bij 

aanraking levensgevaarlijke gevolgen hebben. De 

werkzaamheden mogen uitsluitend door bevoegde 

personen worden verricht. De betreffende voor-

schriften moeten worden opgevolgd.

• 

Gevaar door machine: 

de machine zelf levert ge-

varen voor de gebruiker op, en de gebruiker dient 

zich tegen deze gevaren te beschermen. De bestu-

ring heeft de mogelijkheid tot looping van eind-

schakelaars. Zie "Bedradingsschema T 65 basic/ 

digital 

ULTRA-TURRAX

®

".

• 

Aanvullende bescherming bij gebruik van RCD-aardlek-

schakelaar bij het aansluiten van de 

T 65 digital ULTRA-

TURRAX

®

.

Aanvullende bescherming door gebruik van een RCD-bescher-

melement: RCD-relais-aardlekschakelaars kunnen aanvullende 

bescherming bieden, op voorwaarde dat de plaatselijke veilig-

heidsvoorschriften in acht worden genomen. Bij aardingsfou-

ten kunnen gelijkspanningsaandelen in de lekstroom ontstaan. 

Nooit een RCD type A gebruiken, deze zijn namelijk ongeschikt 

voor lekstromen met gelijkspanningsaandeel.  

  Wanneer RCD-relais gebruikt worden, moeten deze geschikt zijn 

voor:

- de bescherming van installaties met gelijkspanningsaandeel in de 

lekstroom (draaistroom-gelijkrichterbrug),

- kortstondig afleiden van impulsstroompieken bij het inschakelen,

- hoge lekstromen.

Voor de bescherming van het apparaat

• Het apparaat mag uitsluitend worden geopend door vakmensen.

• De spanning die vermeld wordt op de typeplaat moet overeen 

stemmen met de netspanning.

• De verwijderbare apparaatdelen moeten weer op het apparaat 

worden aangebracht om binnendringing van vreemde voor-

werpen, vloeistoffen enz. te verhinderen.

• Voorkom dat het apparaat of de accessoires ergens tegen sto

-

ten of slaan.

Veiligheidsinstructies 

T 65 basic ULTRA-TURRAX

®

• Voor de inbedrijfstelling moet beslist worden gelet op de draai

-

richting van de motor (testbedrijf zonder dispergeerwerktuig: 

draairichting van de motor overeenkomstig de pijl op de motor, 

d.w.z. draairichting met de klok mee als u van bovenaf op de 

motor kijkt). De onjuiste draairichting kan ertoe leiden dat de 

rotor of stator loslaat van de schacht.

•  Als  het  apparaat  met  een  5-polige  stekker  op  verschillende 

plaatsen wordt gebruikt, moet de draairichting voor de inbe-

drijfstelling worden gecontroleerd zonder gemonteerd disper-

geerwerktuig.

• Bij dit apparaat moet een NOODSTOP-schakelaar geïnstalleerd 

worden.

• Dit apparaat mag uitsluitend van het elektriciteitsnet worden 

afgekoppeld door de netstekker/verbindingsstekker van het ap-

paraat uit het stopcontact te trekken.

• De contactdoos voor de aansluiting op het voedingsnet moet 

gemakkelijk te bereiken zijn.

Veiligheidsinstructies 

T 65 digital ULTRA-TURRAX

®

• Schakel bij het verwisselen van het dispergeerwerktuig het ap

-

paraat uit met de hoofdschakelaar.

• Stel voor de ingebruikname van het apparaat het laagste to

-

erental in, aangezien het apparaat met het als laatste ingestelde 

toerental begint te draaien. Verhoog het toerental langzaam.

• Verlaag het toerental als het medium door een te hoog toeren

-

tal uit de houder spat.

• 

Gevaar wegens frequentie-omzetter

In de besturing van de 

T 65 digital ULTRA-TUR-

RAX

®

 wordt gebruik gemaakt van een frequentie-

omzetter. Hierdoor bestaat het gevaar dat in het 

apparaat of op één van de klemmen ervan tot vijf 

minuten na het uitschakelen van de installatie le-

vensgevaarlijke spanning aanwezig kunnen zijn.

Het kan ook gebeuren dat er, wanneer de installa-

tie met het net verbonden is, maar de motor niet 

draait, op de klemmen of de voedingsleiding naar 

de motor een gevaarlijke spanning aanwezig is.

• 

Gevaar door verhoogde lekstromen

In de besturing van de 

T 65 digital ULTRA-

TURRAX

®

wordt gebruik gemaakt van een frequen-

tie-omzetter en een EMV-filter. Hierdoor bestaat het 

gevaar dat verhoogde lekstromen (> 3,5 mA) ont-

staan.

De installatie moet naast met de massadraad in de 

netaansluiting ook met nog een andere veiligheid-

saardklem van minstens 10 mm

2

 verbonden worden.

GEVAAR!

GEVAAR!

GEVAAR!

GEVAAR!

WAARSCHUWING!