Citizen SRP-285N: Algemene inleiding
Algemene inleiding: Citizen SRP-285N
D – 3
File name : CBM_SR285,A_HDBSR285T19_Dutch.doc
version : 2010/04/26
Algemene inleiding
Aan- en uitzetten
Om de rekenmachine aan te zetten, drukt u op [ ON ]. Om de
rekenmachine uit te zetten, drukt u op [ 2nd ] [ OFF ].
De batterij vervangen
De SRP-280N gebruikt één alkaline batterij (G13/LR44). De SRP-
285N wordt gevoed door één alkaline batterij (G13/LR44) en één
zonnecel. Als het beeldscherm zwakker wordt en de gegevens
moeilijk leesbaar worden (in het bijzonder wanneer de verlichting
zwak is voor de SRP-285N), moet u de batterij zo snel mogelijk
vervangen.
Het vervangen van de batterij:
1) Draai de schroef los en verwijder het achterdeksel.
2) Verwijder de oude batterij en plaats de nieuwe batterij zoals
aangegeven wordt op het polariteitschema dat is aangebracht
in het batterijcompartiment en plaats vervolgens het
achterdeksel terug.
3) Na het vervangen van de batterij, dient u een fijn, puntig
voorwerp te gebruiken om de reset-knop, aan de achterkant
van de rekenmachine, in te drukken.
Automatisch uitschakelen (Auto Power-Off)
Deze rekenmachine schakelt automatisch uit na ongeveer 6~12
minuten zonder activiteit. Zet de rekenmachine opnieuw aan door
op de toets [ ON ] te drukken. Het beeldscherm, het geheugen en
de instellingen worden onthouden en zullen niet beïnvloed worden
wanneer de rekenmachine automatisch uitschakelt.
Het opnieuw instellen
Wanneer de rekenmachine tijdens de werking niet reageert of
ongewone resultaten vertoont, drukt u op [ 2nd ] [ RESET ]. Op het
beeldscherm zal nu een bericht verschijnen dat u vraagt of u al dan
niet de rekenmachine opnieuw wil instellen en de geheugeninhoud
wil wissen.
RESET : N Y
Gebruik de [ ] toets om de cursor naar " Y " te verplaatsen en
druk vervolgens op [
] om alle variabelen, programma’s,
wachtende taken, statistische gegevens, antwoorden, vorige invoer
en geheugen te wissen. Kies "
N
" indien u het opnieuw instellen
van de rekenmachine wilt annuleren.
Wanneer de rekenmachine geblokkeerd is en niet op
toetsaanslagen reageert, gebruik dan een fijn, puntig voorwerp om
de reset-knop, aan de achterkant van de rekenmachine, in te
D – 4
File name : CBM_SR285,A_HDBSR285T19_Dutch.doc
version : 2010/04/26
drukken en deze situatie te verhelpen. Deze handeling zal alle
instellingen terugzetten naar de standaardinstellingen.
Het contrast bijregelen
Druk op de [ MODE ] toets en druk vervolgens op [ ] of [ ] om
het contrast te verlagen of te verhogen. Hou één van beide toetsen
ingedrukt om het beeldscherm donkerder of lichter te maken.
Het beeldscherm
Het beeldscherm bestaat uit het de invoerregel, de resultaatregel,
en de indicators
M A I N
74 – 8 / 7
72.85714286
Invoerregel
Indicator
Resultaatregel
Indicator
D EG
Invoerregel
De rekenmachine kan ingevoerde getallen weergeven
met maximaal 76 cijfers. De ingevoerde getallen
beginnen aan de linkerkant; getallen met meer dan 11
cijfers schuiven op naar links. Druk op [ ] of [ ] om
de cursor doorheen een ingevoerd getal te
verplaatsen. Druk op [ 2nd ] [ ] of [ 2nd ] [ ] om de
cursor onmiddellijk naar het begin of het einde van het
ingevoerde getal te verplaatsen.
Resultaatregel
Het beeldscherm kan een resultaat met 10 cijfers,
weergeven in decimale vorm, met een minteken, met
een "
x10
" indicator en met een positieve of negatieve
exponent van 2 cijfers. Resultaten die het maximaal
aantal cijfers overschrijden worden weergegeven in de
wetenschappelijke notatie.
Indicators
De volgende indicators verschijnen op het
beeldscherm om de huidige status van de
rekenmachine aan te geven.
Indicator
Betekenis
M
Zelfstandig
geheugen
–
Het resultaat is negatief
2nd
De tweede functietoets is actief
MODE
Modusselectie is actief
MAIN
De hoofdmodus is actief
STAT
De statistische modus is actief
Base-n
De getalbasis modus is actief
VLE
De variabele lineaire vergelijkingmodus is actief
QE
De kwadratische vergelijkingmodus is actief
CPLX
De complexe getalmodus is actief
DEGRAD
Hoekmodus:
DEG
rees,
GRAD
s, of
RAD
s
ENGSCI
ENG
ineering of
SCI
entific notatie
D – 5
File name : CBM_SR285,A_HDBSR285T19_Dutch.doc
version : 2010/04/26
TAB
Het aantal decimalen dat getoond wordt staat vast
HYP
De hyperbolische functie zal berekend worden
BUSY
Er wordt een bewerking uitgevoerd
Er staan nog meer cijfers aan de linker- of rechterkant
van het beeldscherm
Er zijn vroegere of latere resultaten die weergegeven
kunnen worden
Alvorens het uitvoeren van berekeningen
Een modus selecteren
Druk op [ MODE ] om een menu met de verschillende modi weer te
geven. U kunt één van de volgende zes modi selecteren "
0) MAIN
",
"
1)STAT
", "
2)Base-n
", "
3)CPLX
", "
4)VLE
", "
5)QE
".
Voorbeeld: selectie van de modus "
2)Base-n
":
Methode 1: Schuif doorheen het menu aan de hand van [ ] of
[
] totdat " 2)Base-n " weergegeven wordt.
Selecteer de gewenste modus door op [
] te
drukken.
Methode 2: Toets onmiddellijk het nummer van de modus, [ 2 ] ,
in om de gewenste modus te selecteren.
Een optie in het weergegeven menu kiezen
Er zijn vele functies en instellingen beschikbaar in de menu’s. Een
menu is een lijst met opties die weergegeven worden op de
invoerregel.
Voorbeeld: Door te drukken op de [ DRG ] toets wordt het menu
voor de keuze van de hoekinstelling in de MAIN modus
weergegeven:
Methode : Druk op [ DRG ] om het menu weer te geven en
verplaats de cursor aan de hand van [ ] of [ ] naar
de gewenste optie. Druk op [
] wanneer de
gewenste onderlijnd is.
Een menu-optie die gevolgd wordt door een argumentwaarde kan u
selecteren door op [
] te drukken wanneer de optie onderlijnd
is of door rechtstreeks de overeenkomstige argumentwaarde in te
toetsen.
De " 2nd " toetsen gebruiken
Wanneer u op de [ 2nd ] toets drukt, zal de "
2nd
" indicator op het
beeldscherm verschijnen om u te verwittigen dat u de tweede
functie gaat openen van de volgende toets die u indrukt. Indien u
per ongeluk op de [ 2nd ] toets drukt, druk dan nogmaals op de
[ 2nd ] toets om de "
2nd
" indicator te laten verdwijnen.
D – 6
File name : CBM_SR285,A_HDBSR285T19_Dutch.doc
version : 2010/04/26
De cursor
Druk op de [ ] of [ ] toets om de cursor naar links of rechts
verplaatsen. Hou één van beide toetsen ingedrukt om de cursor aan
een hoge snelheid te verplaatsen.
Druk op de [ ] of [ ] toets om het beeldscherm naar boven of
beneden te schuiven en eerdere invoer of antwoorden te bekijken.
U kunt eerdere invoer opnieuw gebruiken of wijzigen wanneer het
zich op de invoerregel bevindt.
Verbeteringen maken tijdens het intoetsen
Om een teken met de cursor te wissen, onderlijnt u het teken door
de cursor aan de hand van de [ ] of [ ] toets op de gewenste
plaats te brengen en drukt u op [ DEL ] om het teken te wissen. Elke
keer dat u op [ DEL ] drukt, zal u het teken direct links van de cursor
wissen.
Om een teken te vervangen, onderlijnt u het teken door de cursor
aan de hand van de [ ] of [ ] toets op de gewenste plaats te
brengen en toetst u het nieuwe getal in om het vorige teken te
vervangen.
Om een teken in te voegen, verplaatst u de cursor naar de positie
waar u het teken wilt invoegen. Vervolgens drukt u op [ 2nd ] [ INS ]
en toetst u het gewenste teken in.
(Opmerking) : De knipperende cursor " " betekent dat de
rekenmachine zich in de invoermodus bevindt.
Wanneer de knipperende cursor als " _ "
weergegeven wordt dan bevindt de
rekenmachine zich in de overschrijfmodus.
Druk op de [ CL ] toets om alle ingevoerde tekens te wissen
De herhaalfunctie
z
De herhaalfunctie (Replay) slaat de laatst uitgevoerde bewerking
op. Nadat de bewerking is uitgevoerd kunt u op de [ ] of [ ]
toets drukken om de bewerking vanaf het begin of het einde weer
te geven. U kunt de cursor verder verplaatsen aan de hand van
[ ] of [ ] om de waarden of opdrachten te bewerken. Om een
cijfer te verwijderen, drukt u op [ DEL ]. (of, in de overschrijfmodus,
typt u gewoon over het cijfer). Zie Voorbeeld 1.
z
De herhaalfunctie van kan ingevoerde gegevens tot 254 tekens
opslaan. Na de uitvoering of tijdens het invoeren, kunt u op [ ]
of [ ] drukken om de invoerstappen weer te geven en waarden
of opdrachten te bewerken voor volgende uitvoering. Zie
Voorbeeld 2.
(Opmerking)
: De herhaalfunctie wordt niet gewist, zelfs
wanneer u op [ CL ] drukt of de rekenmachine
uitschakelt. U kunt dus zelf de inhoud opvragen
nadat u op [ CL ] gedrukt heeft. De inhoud van de
herhaalfunctie wordt wel gewist wanneer u van
modus veranderd.
D – 7
File name : CBM_SR285,A_HDBSR285T19_Dutch.doc
version : 2010/04/26
Foutieve invoer weergeven
z
Wanneer er een ongeldige rekenkundige bewerking wordt
ingevoerd dan zal de cursor u tonen waar de fout is. Druk op [ ]
of [ ] om de cursor te verplaatsen en toets vervolgens de
correcte waarde in. U kunt ook een fout wissen door op [ CL ] te
drukken en vervolgens de waarden en de uitdrukking opnieuw in
te toetsen vanaf het begin. Zie Voorbeeld 3.
Berekeningen met het geheugen
z
Druk op [ M+ ] om een resultaat aan het actieve geheugen toe te
voegen. Druk op [ 2nd ] [ M– ] om de waarde uit het actief
geheugen te wissen. Om de waarde in het actief geheugen op te
vragen, drukt u op [ MRC ]. Om het actief geheugen te wissen
drukt u tweemaal op [ MRC ]. Zie Voorbeeld 4.
z
De rekenmachine heeft tien geheugenvariabelen voor
herhaaldelijk gebruik:
A, B, C, X, Y, M,
X1, X2, PROG1
en
PROG2
.
U kunt een werkelijk getal in de variabelen
A, B, C, X, Y, M,
X1,
X2
en een uitdrukking in
PROG1
en
PROG2
opslaan. Zie Voorbeeld
5.
* [ P/V RCL ] vraagt alle variabelen op.
* [ SAVE ] slaat de waarden op in de variabelen.
* [ 2nd ] [ RECALL ] vraagt de waarde van de variabele op.
* [ 2nd ] [ CL-VAR ] verwijdert alle variabelen, uitgezonderd
PROG1
en
PROG2
.
* [ 2nd ] [ CL-PROG ] verwijdert de inhoud van
PROG1
en
PROG2
.
(Opmerking): U kunt niet alleen waarden opslaan door op de
[ SAVE ] toets te drukken, maar u kunt ook
waarden toewijzen aan de geheugenvariabele M
door op [ M+ ] of [ 2nd ] [ M– ] te drukken.
Wanneer u dit doet dan zal de huidige waarde
die in de variabele M opgeslagen is, verwijderd
en vervangen worden door de nieuwe
toegewezen waarde.
Volgorde van de bewerkingen
Elke berekening wordt uitgevoerd in de volgende prioriteitsvolgorde:
1) Uitdrukking tussen haakjes.
2) Coördinaattransformatie en functies van het type B die het
indrukken van de functietoets vereisen alvorens het
invoeren, bijvoorbeeld, sin, cos, tan, sin
–1
, cos
–1
, tan
–1
,
sinh, cosh, tanh, sinh
–1
, cosh
–1
, tanh
–1
, log, ln, 10
X
, e
X
,
√
, NEG, NOT, X'( ) ,
Y'( )
3) Functies van het type A die het invoeren van waarden
vereisen alvorens u op de functietoets kunt drukken,
bijvoorbeeld, x
2
,
, ! , x
–1
, %, r, g.
4) Machtsverheffingen ( ^ ),
X
5) Breuken
D – 8
File name : CBM_SR285,A_HDBSR285T19_Dutch.doc
version : 2010/04/26
6) Verkort vermenigvuldigingsformaat dat zich voor de
variabelen bevindt,
π
, RANDM, RANDMI.
7) ( – )
8) Verkort vermenigvuldigingsformaat dat zich voor functies
van het type B, 2
3
, Alog2, enz…. bevindt.
9) nPr,
nCr
10) x ,
11) +, –
12) AND, NAND
13) OR, XOR, XNOR
14) Conversies ( a
b
/
c
d
/
e
, F
D, DMS )
• Wanneer functies met dezelfde prioriteit gebruikt
worden in een reeks, dan worden deze functies
uitgevoerd van rechts naar links.
e
X
ln120
Æ
e
X
{ ln (120 ) }
In andere gevallen gebeurt de uitvoering van links naar
rechts.
• Samengestelde functies worden uitgevoerd van rechts
naar links.
• De gegevens binnen de haakjes hebben altijd de
hoogste prioriteit
Nauwkeurigheid en capaciteit
Uitvoer: tot 10 cijfers
Berekening: tot 24 cijfers
In het algemeen wordt elke logische berekening weergegeven door
een mantisse (het getal dat voor de exponent staat) met maximum
10 cijfers of een mantisse met 10 cijfers plus een exponent met 2
cijfers tot 10
± 99
.
De ingevoerde getallen moeten zich bevinden in het bereik van de
onderstaande functies:
Functies Invoerbereik
sin x
cos x
tan x
Deg :
x
<
4.5 x 10
10
deg
Rad :
x
<
2.5 x 10
8
π
rad
Grad :
x
<
5 x 10
10
grad
Voor tan x is dit echter:
Deg :
x
≠
90 (2n+1)
Rad :
x
≠
2
π
(2n+1)
Grad :
x
≠
100 (2n+1), (n is een geheel
getal)
sin
–1
x, cos
–1
x
x
≤
1
tan
–1
x
x
<
1 x 10
100
D – 9
File name : CBM_SR285,A_HDBSR285T19_Dutch.doc
version : 2010/04/26
sinh x,
cosh x
x
≤
230.2585092
tanh x
x
<
1 x 10
100
sinh
–1
x
x
<
5 x 10
99
cosh
–1
x
1
≤
x
<
5 x 10
99
tanh
–1
x
x
<
1
log x, ln x
1 x 10
–99
≤
x
<
1 x 10
100
10
x
–1 x 10
100
<
x
<
100
e
x
–1 x 10
100
<
x
≤
230.2585092
x
0
≤
x
<
1 x 10
100
x
2
x
<
1 x 10
50
x
-1
x
<
1 x 10
100
, x
≠
0
x !
0
≤
x
≤
69, x is een geheel getal.
P (x, y)
2
2
y
+
x
<
1 x 10
100
R (r,
θ
)
0
≤
r
<
1 x 10
100
Deg
:│θ│
<
4.5 x 10
10
deg
Rad
:│θ│
<
2.5 x 10
8
π
rad
Grad
:│θ│
<
5 x 10
10
grad
Voor tan
θ
is dit echter:
Deg
:│θ│≠
90 (2n+1)
Rad
:│θ│≠
2
π
(2n+1)
Grad
:│θ│≠
100 (2n+1), (n is een geheel
getal)
DMS
│
DD
│
, MM, SS.SS
<
1 x 10
100
,
0
≤
MM, SS.SS,
x
<
10
100
x
y
x
>
0 : –1 x 10
100
<
y log x
<
100
x = 0 : y
>
0
x
<
0 : y = n, 1/(2n+1), n is een geheel getal.
maar : –1 x 10
100
<
y log
⏐
x
⏐
<
100
x
y
y
>
0 : x
≠
0, –1 x 10
100
<
x
1
log y
<
100
y = 0 : x
>
0
y
<
0 : x=2n+1, 1/n, n is een geheel getal.
(n
≠
0)
maar : –1 x 10
100
<
x
1
log
⏐
y
⏐
<
100
nPr, nCr
0
≤
r
≤
n, n
≤
10
100
, n,r zijn gehele getallen.
STAT
x
<
1 x 10
100
,
y
<
1 x 10
100
D – 10
File name : CBM_SR285,A_HDBSR285T19_Dutch.doc
version : 2010/04/26
1–VAR : n
≤
40, 2–VAR : n
≤
40
FREQ. = n, 0
≤
n
<
10
100
: n is een geheel
getal in de 1–VAR modus.
σ
x,
σ
y,
x
,
y
,a, b, r : n
≠
0
Sx, Sy
:
n, n
≠
0, 1
Base–n
DEC
: – 2147483648
≤
x
≤
2147483647
BIN
:
10000000000000000000000000000000
≤
x
≤
11111111111111111111111111111111 (voor
negatieve getallen)
0
≤
x
≤
01111111111111111111111111111111
(voor nul, positieve getallen)
OCT
:
20000000000
≤
x
≤
3777777777(voor negatieve
getallen)
0
≤
x
≤
17777777777 (voor nul of positieve
getallen)
HEX
:
80000000
≤
x
≤
FFFFFFFF (voor negatieve
getallen)
0
≤
x
≤
7FFFFFFF (voor nul of positieve
getallen)
Foutmeldingen
Een foutmelding zal op het beeldscherm verschijnen en verdere
berekeningen zullen onmogelijk worden wanneer er zich één van de
onderstaande situaties voordoet.
DOMAIN Er
(1) Wanneer een opgegeven argument buiten
het geldig bereik van de functie ligt.
(2) De
FREQ
-waarde (in
1–VAR
stats) < 0 of
is geen geheel getal.
(3) Wanneer de USL-waarde < LSL-waarde
DIVIDE BY 0
U hebt geprobeerd een deling door 0 uit te
voeren.
OVERFLOW Er
Wanneer het resultaat van de
functieberekeningen het opgegeven bereik
overschrijdt.
STAT Er
Wanneer u in de MAIN, CPLX, VLE, of QE-
modus, op [ DATA ] of [ STATVAR ] drukt.
SYNTAX Er
(1) Er werden invoerfouten gemaakt.
(2) Wanneer er onjuiste argumenten gebruikt
zijn in opdrachten of functies die
argumenten vereisen.
NO SOL
MULTI SOLS
De simultane vergelijking heeft geen oplossing
of is oneindig in de VLE-modus.
NO REAL SOL
De kwadratische vergelijking heeft geen reële
oplossing in de QE-modus.
Оглавление
- General Guide
- Before starting calculation
- Mode 0 - MAIN
- Mode 1 - STAT
- Mode 2 - Base-n
- Mode 3 - CPLX
- Guía GeneraI
- Antes de empezar los cálculos
- Mode 0 - MAIN
- Mode 1 - STAT
- Mode 2 - Base-n
- Mode 3 - CPLX
- Guia Geral
- Antes de começar cálculos
- Mode 0 - MAIN
- Mode 1 - STAT
- Mode 2 - Base-n
- Mode 3 - CPLX
- Allgemeine Hinweise
- Vor dem Rechnen
- Mode 0 - MAIN
- Mode 1 - STAT
- Mode 2 - Base-n
- Mode 3 - CPLX
- Guide Général
- Avant de Commencer le Calcul
- Mode 0 - MAIN
- Mode 1 - STAT
- Mode 2 - Base-n
- Mode 3 - CPLX
- Guida Generale
- Prima di iniziare i calcoli
- Modalità 0- MAIN.
- Modalità 1 - STATISTICHE
- Modalità 2 - Base-n
- Modalità 3 - CPLX
- Algemene inleiding
- Modus 0 - MAIN
- Modus 1 - STAT
- Modus 2 - Base-n
- Modus 3 - CPLX
- Generel vejledning
- Inden du går i gang med at foretage beregninger
- Mode 0 - MAIN
- Mode 1 - STAT
- Mode 2 - Base-n
- Mode 3 - CPLX
- Основное руководство
- Перед началом вычислений
- Mode 0 - MAIN
- Mode 1 - STAT
- Mode 2 - Base-n
- Mode 3 - CPLX
- Instrukcja Obs ł ugi
- Przed u ż yciem
- Mode 0 - MAIN
- Mode 1 - STAT
- Mode 2 - Base-n
- Mode 3 - CPLX
- Mode 5 - QE
- Petunjuk Umum
- Sebelum mulai menghitung
- Mode 0 - MAIN
- Mode 1 - STAT
- Mode 2 - Base-n
- Mode 3 - CPLX
- Mode 5 - QE
- 一般操作說明
- 使用前說明
- 操作模式 0 - MAIN
- 操作模式 1 - STAT
- 操作模式 2 - Base-n
- 操作模式 4 - VLE

