Dimplex DAB15W: NL

Dimplex

NL: Dimplex DAB15W

background image

Installatie- en gebruiksinstructies

BELANGRIJK: LEES DE INSTRUCTIE ZORGVULDIG EN BEWAAR DEZE VOOR NASLAGDOELEINDEN

NL

BELANGRIJK VEILIGHEIDSADVIES

Het luchtinlaat- of uitlaatrooster mag NIET WORDEN AFGEDEKT OF

GEBLOKKEERD.

ZORG DAT HET APPARAAT GEAARD IS.

Gebruik deze verwarmer niet op een zeer stoffige locatie.

Plaats deze verwarmer niet pal boven of onder een vast stopcontact

of aansluitkast.

Koppel altijd de netvoeding af voordat u aan het product gaat werken.

Er moet naast de uiteindelijke positie van het toestel een geschikte

kabelafsluiting in de vaste bedrading van het pand worden

bevestigd.

Dit product moet veilig worden gemonteerd, uitsluitend aan een

stevige wand of plafond.

Bespuit dit product niet met water en dompel het ook niet onder in

water.

Controleer of de voedingskabels voldoende capaciteit hebben en

door een passende zekering zijn beveiligd.

Als het apparaat in een toilet of badkamer wordt gemonteerd, mag

het nergens aangeraakt kunnen worden door personen die een bad

of een douche nemen.

Als het apparaat in een toilet of badkamer wordt gemonteerd, breng

dan buiten de badkamer en naast de toegangsdeur een aan/uit-

schakelaar aan.

Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip

van kinderen) met verminderde fysieke, sensorische of mentale

vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht

staan of instructies hebben gekregen betreffende het gebruik van dit

apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.

Deze verwarming is niet uitgerust met een toestel voor het regelen

van de kamertemperatuur. Gebruik deze verwarming niet in kleine

kamers als zich hierin personen bevinden die niet in staat zijn om

de kamer te verlaten, tenzij er constant toezicht is.

WAARSCHUWING: Schakel bij het uitvoeren van

onderhoudswerkzaamheden de elektriciteitstoevoer naar ALLE

modulair geschakelde eenheden uit.

Uitvoeringen

Elektrisch

De installatie van dit apparaat moet worden uitgevoerd door een elektromonteur en

in overeenstemming met de actuele IEE-regelgeving voor elektrische aansluitingen.

Compacte Dimplex-luchtgordijnen Uitvoeringen: CAB10E, CAB15E, CAB10W, CAB15W, CAB10A, & CAB15A DAB10E, DAB15E, DAB10W, DAB15W, DAB10A, & DAB15A

(9)

Bevestigingsposities

Dit apparaat kan aan een wand of plafond worden gemonteerd - zie Afb. 3 voor

diverse bevestigingsposities en de paragrafen 'Wandmontage' en 'Plafondmontage'

hierna, voor details over de montage. Een minimumafstand van 100 mm tussen de

bovenzijde van het apparaat en het plafond (zie onder ‘a’ in Afb. 1) is vereist. Ook

moet een minimumafstand worden aangehouden tussen de onderzijde van het

apparaat en de bovenzijde van de deur (zie ‘b’ in Afb. 1).

Wandmontage

Gebruik de wandmontagesteun als sjabloon (zie Afb. 2) en markeer de gatposities

op de wand (houd een minimumhoogte van 2,0 meter aan vanaf vloerniveau tot de

onderzijde van de steun). Plaats de montagesteun zodanig dat de luchtuitlaat van

het geïnstalleerde luchtgordijn zo dicht mogelijk nabij de bovenrand van de deur

komt, maar deze na installatie niet blokkeert.

In muren van massief baksteen of beton moeten gaten worden geboord (gebruik

een waterpas  - zie ‘x’ in Afb. 2 - om te zorgen dat de steun horizontaal komt) waarin

Nr. 8 pluggen worden aangebracht. De plug moet in het massieve gedeelte van de

wand steken, niet alleen in de stucwerklaag.

Bevestig bij montage aan gipsplaat- of paneelwanden de wandmontagesteun aan

het onderliggende regelwerk met Nr. 8 houtschroeven of bevestig deze op een

andere en even veilige wijze.

Zodra de wandmontagesteun is aangebracht, kunt u het luchtgordijn op zijn plaats

vastklemmen zoals getoond in Afb. 3a.

Plafondmontage

Door het gebruik van schroefinzetstukken in het bovenpaneel van het luchtgordijn

kan het product aan het plafond erboven worden bevestigd met geschikt M8 stalen

draadeind of soortgelijke bevestigingen die voldoende sterk zijn - zie Afb. 3b.

Elektrische aansluiting

Alle producten zijn uitgerust met een microprocessorgestuurd regelsysteem.

Aansluitingen voor elektrische voeding en besturing worden gemaakt zoals getoond

in Afb. 6. Een geschikte lokale hoofdschakelaar moet worden aangebracht in het

elektrische voedingscircuit, met tenminste 3 mm speling rondom elke aansluitpool.

Verwijder de uitlaatroosters (‘x’ en ‘y’ in Afb. 4) door zoals getoond de snelsluitingen

los te maken en de panelen te scharnieren.  Verwijder het onderpaneel (‘z’ in Afb. 4).

Alle elektrische uitvoeringen

 - Verwijder een ‘uitbreekopening’ in het

bovenpaneel, haal een passende voedingskabel (zie ‘a’ in Afb. 6A) door een geschikte

kabeldoorvoer (niet meegeleverd) aangebracht in het bovenpaneel en bevestig de

kabel aan het aansluitblok (zie ‘b’ in Afb. 6A).

Alle waterverwarmde en omgevingsluchtmodellen

  - Na verwijdering

van een 'doorslag' in het bovenste paneel, een geschikte voedingskabel (zie ‘a’ in

Afb. 6B) invoeren via een geschikte kabeldoorvoer (niet meegeleverd) aan het

bovenpaneel en de kabel aan de printplaat bevestigen (zie ‘b’ in Afb. 6B).

Alle Modellen

 - Een geschikte kabel (CAT5 of gelijkwaardig) voor een schakel

paneel (kit ref. - CABC5 voor elektrisch verwarmde modellen of CABC6 voor

waterverwarmde/omgevingsluchtmodellen) kan op vergelijkbare wijze via het

bovenpaneel worden aangesloten op de printplaat als getoond in Afb. 6A & 6B. Als

het toestel moet worden bediend in combinatie met een deurschakelaar, dient een

normale openschakelaar in het bedradingsschema te worden opgenomen als

afgebeeld in Afb. 7 & 8.

Opmerking: Bij gebruik van een deurschakelaar is een aanvullende 2-kern (laag

voltage) kabel vereist tussen de deurschakelaar en de luchtbarrières.

Als het toestel wordt aangesloten op een energiebeheersysteem voor gebouwen,

dan dienen de aansluitingen te worden uitgevoerd als in Afb. 7 & 8. Zorg dat het

luchtgordijn stevig op zijn plaats is bevestigd en dat de voedingskabels stevig zijn

vastgeklemd vóór de ingebruikname van het apparaat.

Watertoevoer

Uitvoeringen die bedoeld zijn voor gebruik met een heetwatertoevoer op lage druk

behoren afzonderlijk (in een parallel circuit) te worden aangesloten op de waterstroom-

en terugvoerleidingen. Aansluitingen (zie ‘a’ in Afb. 5) zijn: ½“ BSPT-schroefdraad

(British Standard Pipe Thread) (CAB-serie) en ¾” BSPT-schroefdraad (DAB-serie);

afsluiters (zie ‘b’ in Afb. 5) dienen zo dicht mogelijk bij de luchtgordijnaansluitpunten

te worden aangebracht. Voor inbedrijfstelling zijn ontluchtingskleppen (zie ‘c’ in

Afb. 5) aan het pijpensysteem gemonteerd, die toegankelijk zijn door het onderpaneel

en het inlaatrooster te verwijderen - zie Afb. 4. De afvoer (zie ‘d’ in Afb. 5) is

eveneens toegankelijk zodra rooster en onderpaneel zijn verwijderd.

Maximumwaarden voor watertoevoer zijn 125ºC en 8 bar.

Om de installatie te vergemakkelijken, kunt u de verbindingen van het

waterbuizensysteem aan weerszijden van het toestel plaatsen. Door

het buizensysteem en de verwijderbare delen te verwijderen, kan het

buizensysteem weer worden teruggeplaatst op de vereiste plaats. Deze procedure

moet worden uitgevoerd voordat het toestel wordt gemonteerd.

OMGEVINGSTEMPERATUUR / GEKOELDE OPSLAG

CAB10A

nvt

220-240V ~1PN

0,3

15,5

2,7

CAB15A

nvt

220-240V ~1PN

0,5

21,5

2,7

DAB10A

nvt

220-240V ~1PN

1,5

21,5

4,0

DAB15A

nvt

220-240V ~1PN

2,3

27,5

4,0

ELEKTRISCHE VERWARMING

CAB10E

4,5 / 9,0

380-415V ~3PN

14

20,5

2,7

CAB15E

6,75 / 13,5

380-415V ~3PN

20

29

2,7

DAB10E

6,0 / 12,0

380-415V ~3PN

18

26,5

4,0

DAB15E

9.0 / 18,0

380-415V ~3PN

27

35

4,0

WATERVERWARMING (bij 82/71 °C - LPHW)

CAB10W

9,0

220-240V ~1PN

0,3

17,7

2,7

CAB15W

13,5

220-240V ~1PN

0,5

24.6

2,7

DAB10W

12,0

220-240V ~1PN

1,5

24,7

4,0

DAB15W

18,0

220-240V ~1PN

2,3

31,9

4,0

Uitvoering

Warmte-

afgifte

kW

Elektrische

voeding

Gewicht

kg

Maximum

montage-

hoogte

m

Elektrische

belasting

A

background image

Installatie schakelpaneel

Het kastje (standaard gekoppelde indeling) dient te worden ingebouwd in een geschikte

muur. Het kastje moet zo worden ingepast dat het schakelpaneel gelijk is met de

muur. Waar van toepassing moet een geschikt kanaal worden aangebracht om de

kabel tussen de verwarming en de schakelaar te leiden. Een CAT5 LAN kabel met

‘straight through’ verbindingen moet worden gebruikt om het schakelpaneel aan te

sluiten op de printplaat van het apparaat.

Waarschuwing: Zorg ervoor dat de kabel stevig vastzit en dat het nergens in

contact komt met elementen of bewegende delen van de verwarming. Test alle

schakelaarinstellingen zodra de installatie is voltooid.

Elektrisch verwarmde uitvoeringen

Gebruik met schakelkast - CABC5

Schakel de elektrische voeding naar het luchtgordijn aan. Draai de schakelaar naar

de gewenste warmtestand. De beschikbare standen zijn;

UIT - Lage ventilator - Lage ventilator met lage warmte &

Hoge ventilator - Hoge ventilator met lage warmte - Hoge ventilator met

volledige warmte

Met de wipschakelaar (automatisch / handmatig) kan de werking van een gemonteerde

deurschakelaar handmatig worden geannuleerd. Met handmatig kunt u het apparaat

laten werken op de gewenste instelling, terwijl automatisch zorgt voor een

energiebesparingsfunctie door het apparaat uit te schakelen als de deur is gesloten.

Het apparaat moet altijd UIT worden geschakeld via de schakelkast en niet

door de hoofdstroom van het apparaat te onderbreken.

Als het apparaat is uitgeschakeld (via de schakelkast) zal de ventilator nog 1 minuut

blijven werken om de nog aanwezige hitte van de verwarmingselementen af te voeren.

Als het apparaat voor het eerst wordt aangezet, doorloopt dit een systeemtest. De

geselecteerde instellingen worden bereikt en gehandhaafd na een periode van 30 seconden.

Thermostaatregeling (optie)

Door een éénpolige elektronische of bimetaalthermostaat aan te sluiten volgens ‘C’

in Afb. 7 wordt de volgende functionaliteit beschikbaar, afhankelijk van de instelling

van de verwarmingsschakelaar.

- Alleen ventilator - Geen effect

- Half warm - Verwarming vermindert uitsluitend tot ventilator

- Volledig warm - Verwarming vermindert tot halve warmte

Thermische beveiligingen

De voeding naar de verwarmingselementen wordt onderbroken als de volgende

abnormale omstandigheden zich voordoen, afzonderlijk of in combinatie:

1.

Luchtinlaat- of uitlaatroosters geblokkeerd.

2.

Inwendige ventilatie verslechterd door stof- en pluisafzettingen.

3.

Ventilatoreenheid slaat af.

Om de thermische beveiligingen terug te zetten, moeten de terugsteltoetsen

toegankelijk zijn zoals getoond in Afb. 9. Bepaal voordat u ze gaat terugstellen de

oorzaak van activering en neem corrigerende maatregelen.

Werking met deurschakelaar (elektrische uitvoeringen)

Wanneer in het circuit een deurschakelaar wordt opgenomen volgens 'D' in

Afb. 7 reageert het luchtgordijn als volgt op het openen van deuren:

(1)

Openen van deur bekrachtigt het luchtgordijn volgens de instelcondities

(schakelkastinstellingen).

(2)

Bij sluiten van deur blijven instelcondities nog 1 minuut langer van kracht.

(3)

Tussen 1 minuut en 2 minuten na sluiting deur activeert het afschakelproces

½ verwarming (als verwarming geselecteerd is) en ½ ventilator.

(4)

Tussen 2 minuten en 3 minuten activeert het afschakelproces alleen-

ventilator (op ½ toerental).

(5)

Na 3 minuten gaat het luchtgordijn terug naar stand-by totdat de deur weer

wordt geopend.

Als de deur binnen deze cyclus van 3 minuten opnieuw open gaat, begint

het proces weer bij (1).

Heetwaterverwarming onder lage druk /

Omgevingsluchtuitvoeringen (alleen ventilator)

Gebruik met schakelkast - CABC6

Schakel de elektrische voeding naar het luchtgordijn aan. Draai de schakelaar naar

de gewenste warmtestand. De beschikbare standen zijn;

UIT - Lage ventilator - Hoge ventilator

Met de wipschakelaar (automatisch / handmatig) kan de werking van een gemonteerde

deurschakelaar handmatig worden geannuleerd. Met handmatig kunt u het apparaat

laten werken op de gewenste instelling, terwijl automatisch zorgt voor een

energiebesparingsfunctie door het apparaat uit te schakelen als de deur is gesloten.

Het apparaat moet altijd UIT worden geschakeld via de schakelkast en niet door de

hoofdstroom van het apparaat te onderbreken.

Als het apparaat voor het eerst wordt aangezet, doorloopt dit een systeemtest.

De geselecteerde instellingen worden bereikt en gehandhaafd na een periode

van 30 seconden.

Thermostaatregeling (optie)

1) Een thermostatische regelklep met een voeler op afstand (niet meegeleverd) kan

in de watertoevoerleiding worden gemonteerd om de warmteafgifte te regelen.

2) Een elektrische 3-poort elektromagnetische klep kan ook worden aangesloten op

het systeem. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger en gebruik de

contactgegevens voor meer informatie.

Werking met deurschakelaar (water- &

omgevingsluchtuitvoeringen)

Wanneer in het circuit zoals vereist een deurschakelaar wordt opgenomen zoals

getoond in Afb. 8, reageert het luchtgordijn als volgt op het openen van deuren:

(1)

Openen van deur bekrachtigt het luchtgordijn volgens de instelcondities

(schakelkastinstellingen).

(2)

Bij sluiten van deur blijven instelcondities nog 1 minuut langer van kracht.

(3)

Tussen 1 minuut en 2 minuten na sluiting deur, activeert het afschakelproces

de ½ ventilatorsnelheid.

(4)

Na 2 minuten gaat het luchtgordijn terug naar stand-by totdat de deur weer

wordt geopend.

Als de deur binnen deze cyclus van 2 minuten opnieuw opengaat, begint

het proces weer bij (1).

Bedradingsschema’s

CAB & DAB ‘E’ - Elektrische uitvoeringen - zie Afb. 7

CAB & DAB W’ & ‘A’ - Water- & omgevingsluchtuitvoeringen -

zie Afb. 8

C -

Thermostaat

D -

Deurschakelaar (optioneel)

E -

Onderbreekcircuit thermische beveiliging

F -

Elementen

G -

BMS-schakelaars (optioneel) (S, S1, S2)

M -

Motor

Bediening op afstand (BMS / BEMS)

Aansluiting op een energiebeheerssysteem voor gebouwen (BEMS: Building Energy

Management Control System) is mogelijk; zodat dan het luchtgordijn op afstand kan

worden bediend in samenhang met andere apparatuur.

Modulaire aansluiting

Raadpleeg de instructies die met de modulaire aansluitset zijn meegeleverd.

Verzonken installatie

Raadpleeg de instructies die met de verzonken installatieset zijn meegeleverd.

Recyclen

Voor elektrische producten verkocht binnen de Europese Unie.

Na het verstrijken van de levensduur van elektrische producten

mogen zij niet worden weggeworpen met het normale huisafval. Als er

recycle-faciliteiten beschikbaar zijn, maak daar dan gebruik van.

Neem contact op met de locale overheidsinstanties of de winkel waar

u het apparaat hebt gekocht voor informatie over recyclen.

Reiniging

WAARSCHUWING: SCHAKEL DE NETVOEDING UIT alvorens onderhoud uit

te voeren.

Wrijf zo nu en dan schoon met een vochtige doek om het apparaat mooi te houden;

breng voor het verwijderen van vlekken met een doek een mild zeepsopje aan en

wrijf droog. Pas op en voorkom dat vocht het product kan binnendringen.

After sales-service

Als u na aankoop service nodig hebt of als u reserve-onderdelen wilt aanschaffen,

neem dan contact op met de winkel waar u de kachel hebt gekocht of bel het

servicenummer voor uw land dat op het garantiebewijs staat.

Stuur nooit meteen een kapotte kachel naar ons op omdat dit verlies of schade zou

kunnen veroorzaken en u misschien langer op bevredigende service moet wachten.

Bewaar de bon als bewijs van aankoop.