Jotul I80RH Panorama: 3.0 Veiligheidsvoorschriften

3.0 Veiligheidsvoorschriften: Jotul I80RH Panorama

background image

51

NEDERLANDS

3.0 Veiligheidsvoorschriften

3.1 Maatregelen voor brandpreventie.

Elk gebruik van de haard kan een bepaald risico met zich 

meebrengen. Neem daarom de volgende instructies nauwkeurig 

in acht:

•  Zorg dat meubels of andere brandbare materialen niet te 

dicht bij de haard staan. 

• 

Laat het vuur vanzelf uitgaan. Blus het vuur nooit met water.

•  De haard wordt tijdens gebruik warm en kan bij aanraking 

brandwonden veroorzaken.

•  De as moet naar buiten worden afgevoerd of worden 

weggegooid op een plek waar geen brandgevaar bestaat.

3.2 Luchttoevoer

Waarschuwing!

Zorg voor voldoende luchttoevoer van buiten 

naar de ruimte waar de haard wordt geplaatst.

Zorg dat de ventilatieopeningen in de ruimte waar de haard zich 

bevindt, niet zijn geblokkeerd.

Bij onvoldoende luchttoevoer kan rookgas in de kamer 

terechtkomen. Dit is zeer gevaarlijk. Als u rook ruikt of als u 

zich slaperig, misselijk of ziek voelt, kan dit er op duiden dat er 

rookgas in de kamer is terechtgekomen.

Gebruik geen mechanische ventilatoren in een ruimte met een 

haard. Deze kunnen negatieve druk veroorzaken waardoor giftige 

gassen in de ruimte kunnen komen. 

4.0 Installatie

4.1 Vloer

Vloer

Controleer of de vloer sterk genoeg is voor de haard. Zie 

«2.0 Technische gegevens»

 voor informatie over de gewichten. 

Het wordt aanbevolen om een vloer die niet aan het fundament 

bevestigd is, een zogenaamde zwevende vloer, bij de installatie 

te verwijderen. 

Bescherming van houten vloer

Als de haard op een vloer van brandbaar materiaal wordt geplaa-

tst, moet de gehele vloer onder de haard tot aan het metselwerk 

worden afgedekt met een onbehandelde of gegalvaniseerde 

stalen plaat. De aanbevolen dikte bedraagt 0,9 mm. 

Vloeren van brandbaar materiaal, zoals linoleum, tapijt, 

enzovoort, moeten onder de vloerplaat worden verwijderd.

Brandbare vloeren voor de haard moeten 

voldoen aan het volgende:

De vloerplaat moet in overeenstemming zijn met de nationale 

wetten en voorschriften. (Zie bouwreglementen.)

  Neem contact op 

met de afdeling Bouwtoezicht van uw gemeente voor informatie 

over beperkingen en installatieeisen.

4.2 Muren

Afstand tot muren van brandbaar materiaal 

met isolatie: 

0 mm

De isolatie moet voldoen aan:

50 mm steenwol 120 kg/m

3

 met eenzijdige folie van 

0,2 mm aluminium.

De ombouw moet voldoen aan:

Binnen de ombouw mag zich geen brandbaar materiaal 

bevinden.

Als de verwarmingskamer een stukje doorloopt boven de 

inzethaard en als de ombouw tot het plafond is gemaakt, moet 

de bovenkant van de verwarmingskamer worden afgeschermd 

met een extra paneel. Dit luchtdichte paneel moet bestaan uit 

een isolerende plaat van onbrandbaar materiaal.

Voorbeelden van materiaal dat u kunt gebruiken:

Steenwol 100 mm dik op een stalen plaat min. 0,9 mm.

Zorg voor een ventilatieopening boven aan de ombouw - 

bijvoorbeeld een spleet tussen de ombouw en het plafond of 

een opening van ongeveer 5 cm

2

  

(afb.2)

.

4.3 Luchtcirculatie 

De lucht tussen de inzethaard en het metselwerk moet kunnen 

circuleren. De voorgeschreven openingen voor luchttoevoer in 

de onderkant en luchtafvoer in de bovenkant.

De vereiste grootte van luchtroosters voor Jøtul I 

80 

RH (voor 

luchtcirculatie) is:

Onderkant:   

minimaal 500 cm

2

 vrije ventilatie.

Bovenkant:     

minimaal 750 cm

2

 vrije ventilatie.

Als de ventilatie in het huis slecht is, moet de ruimte worden 

voorzien van extra frisse lucht, bijvoorbeeld door middel van 

een apart kanaal of rechtstreeks aan de bovenkant van de haard. 

Zie afb. 2.

Dat kanaal voor frisse lucht moet zo recht mogelijk zijn. 

Het kanaal moet kunnen worden afgesloten met een keerklep om 

de koude lucht buiten te houden als de haard niet wordt gebruikt. 

De kanalen in de ruimte met de haard moeten zijn gemaakt van 

vuurvast materiaal.

4.4 Plafond

Afstand van bovenkant de luchtroosters aan plafond van 

brandbaar materiaal: Min. 

800 mm

.

4.5 Schoorstenen en kachelpijpen

•  De haard kan worden aangesloten op een schoorsteen en 

kachelpijp die zijn goedgekeurd voor brandstofgestookte 

haarden met rookgastemperaturen die zijn opgegeven in 

«2.0 Technische gegevens»

• 

De doorsnede van de schoorsteen moet ten minste even groot 

zijn als de doorsnede van de kachelpijp. Zie

 «2.0 Technische 

gegevens»

 voor informatie voor het berekenen van de 

doorsnede van de schoorsteen. 

• 

De schoorsteen moet worden aangesloten in overeenstemming 

met de installatievoorschriften van de schoorsteenleverancier. 

•  Voordat u een opening in de schoorsteen maakt, moet de 

background image

52

haard als proef worden geplaatst om te zorgen voor de juiste 

positie ten opzichte van de schoorsteen.  Zie 

afb. 1 

voor de 

minimale afmetingen. 

•  Zorg dat de kachelpijp omhoog wijst in de richting van de 

schoorsteen.

• 

Gebruik een kachelpijpbocht met een veegluik, zodat de pijp 

kan worden geveegd.

Houd er rekening mee dat de aansluitingen enigszins flexibel 

moeten zijn om te voorkomen dat kleine verplaatsingen tijdens 

de installatie schade veroorzaken. 

 Opmerking! Een juiste en 

luchtdichte aansluiting is van groot belang voor het goed 

functioneren van de haard.

Opmerking!

 Er mag geen gewicht worden overgedragen van de 

haard naar de schoorsteen. De haard mag niet verhinderen dat de 

schoorsteen kan bewegen. De haard mag niet op de schoorsteen 

worden vastgezet.

Aanbevolen luchtstroom van schoorsteen, «2.0 Technische 

gegevens». 

Als de luchtstroom te sterk is, kunt u een luchtklep installeren 

en gebruiken om de luchtstroom te regelen.

Bij brand in de schoorsteen 

•  Sluit alle luiken en ventilatieopeningen.

•  Houd de deur van de vlamkast gesloten.

•  Controleer of er rook is op zolder en in de kelder.

•  Bel de brandweer.

• 

Voordat u de haard opnieuw in gebruik neemt na een brand, 

moet een deskundige de haard controleren om na te gaan 

of deze goed werkt.

4.6 Voorbereiding/installatie

Controleer of de inzethaard geen transportschade heeft 

opgelopen voordat u de haard installeert.

NB! Dit onderdeel is zwaar. Daarom hebt u bij het monteren en 

bij het plaatsen van de haard hulp nodig.

De poten bevestigen (afb. 3) en het onderste 

warmteschild vastmaken.

1.  De inzet uitpakken. Haal de inhoud uit de doos, en indien 

nodig de branderplaten. Verwijder zowel de asklep als het 

onderste frame (van toepassing op Harmony/Panorama) aan 

de achterkant van de verbrandingskamer. Sluit de deuren.

2.  Verwijder de gehele voorkant inclusief deuren om de 

installatie makkelijker te maken. Zie het gedeelte: Groot 

onderhoud.

3.  Plaats de houten pallet en de kartonnen verpakking op de 

grond en leg de haard voorzichtig op zijn rug.

4.  Bevestig de 3 poten 

(A)

 aan de verstelbare verbindingsstukken 

(C)

  met behulp van de 3 schroeven en ringen in het plastic 

zakje. Bevestig de verbindingsstukken aan het product met 

behulp van 3 platkopschroeven 

(B)

 van het type M6x25mm 

en 3 ringen. Deze zijn al bevestigd aan de onderkant van 

de haard. Stel de poten zo bij dat de vereiste hoogte wordt 

verkregen.

5.  Monteer het onderste hitteschild 

(E)

 onder de onderkant van 

de haard met 1 M6-moer en 1 ring.

6.  Til de verbrandingskamer op.

7. 

NB!

 De haard is zwaar. Daarom hebt u bij het monteren en 

bij het plaatsen van de haard hulp nodig.

8.  De poten mogen pas definitief worden bijgesteld nadat 

de inzet een proefmontage heeft ondergaan. De beugel D 

moet onder de schroefkoppen worden geplaatst om het 

oppervlak te beschermen en om ervoor te zorgen dat de inzet 

op zijn plaats blijft. Het definitieve bijstellen geschiedt met 

behulp van M10x45mm-schroeven die zijn bevestigd aan de 

verbindingsstukken.

9.  Plaats de onderdelen terug die u hebt verwijderd om de haard 

makkelijker te kunnen hanteren.

Asklep

Plaats de asklep naast het onderste frame.

Montage van de kachelaansluitingspijp (afb. 4)

• De 

kachelaansluitingspijp 

(A)

, die wordt meegeleverd, wordt 

boven op de haard geplaatst. 

• 

Plaats aan elke kant één klem 

(B)

. Deze worden op hun plaats 

gehouden door een schroef 

(C)

 van het type M8x30mm en 

door moeren.

4.7 Zet op/installatie

Montage van de schoorsteen

•  Voer eerst een proefmontage uit, zonder gaten te maken in 

de schoorsteen. Zie de afmetingen van de brandwerende 

muur in 

afbeelding 1

.

•  De inzethaard kan worden gemonteerd met een kachelpijp 

van  Ø 200 mm.

•  Plaats de inzet op zijn definitieve plek. Met behulp van 

haardkit (of eventueel een afdichtkoord) wordt de kachelpijp 

in de rookafvoer van de inzet gemonteerd.

• 

NB!

 Het is van belang dat de verbindingsstukken goed worden 

afgedicht. Valse lucht of een soortgelijk verschijnsel kan slecht 

zijn voor het functioneren van de haard.

4.8 De bedieningselementen controleren 

(afb. 5)

Als de haard op zijn plaats staat, controleer t  u de 

bedieningselementen. Deze elementen moeten gemakkelijk te 

bewegen zijn en naar behoren functioneren. De losse greep kunt 

u gebruiken als de haard heet is.

Bovenste ventilatie-opening (A)

Links       =   gesloten.  

Rechts    =    volledig geopend.

Deursluiting (Classic/Harmony) (B) 

Duw de haak in de groef in de rechterdeur en trek deze omhoog. 

De linkerdeur wordt op dezelfde manier geopend en gesloten.

Deursluiting (Panorama) (C)

Keerklep (D)

De keerklep is optioneel (als deze is meegeleverd)

Ingeduwd        

=       open.

Uitgetrokken      =       gesloten.

NEDERLANDS