Xerox DocuColor 242-252-260 mit Creo Spire CX260-9633 – страница 5

Инструкция к Мфу Xerox DocuColor 242-252-260 mit Creo Spire CX260-9633

Paso 5: Impresión desde un ordenador Macintosh o Windows 69

Configuración de una impresora en un equipo Macintosh (Mac OS 9.0 o superior)

Antes de configurar una de las impresoras de red de Spire CX260, se debe

instalar el archivo PPD de CX260. Para instalar el archivo

CX260_V2.PPD,

conéctese mediante el software AppleShare® a su Spire CX260, inicie la

sesión como invitado y, en la carpeta de utilidades, copie el archivo

CX260_V2.PPD a la carpeta de descripciones de la impresora de la carpeta

de sistema de Mac® OS®.

Para configurar una impresora en un equipo Macintosh:

1. En el menú Apple, seleccione Selector.

2. Seleccione LaserWriter y desplácese por la red hasta el Spire CX260.

Español (ES)

3. Seleccione una de las impresoras de red del Spire CX260; por ejemplo,

Procesar e imprimir y haga clic en Crear. El archivo CX260_V2.PPD se

instalará automáticamente en el equipo Macintosh.

Configuración de una impresora en un equipo Macintosh (Mac OS X -10.4 o superior):

IP, SMB o AppleTalk

Nota: Algunos de los pasos de este procedimiento pueden ser distintos si se

utiliza una versión anterior a Mac OS X 10.4.

Antes de configurar una de las impresoras de red de Spire CX260, se debe

instalar el archivo PPD de CX260. Para instalar el archivo

CX260_V2.PPD,

conéctese mediante AppleShare al dispositivo Spire CX260, inicie la sesión

como invitado, y en la carpeta de utilidades, copie el archivo

CX260_V2.PPD en el disco duro.

1. En el menú Ir seleccione Aplicaciones.

2. Abra la carpeta de utilidades y haga doble clic en el icono Utilidad

Configuración Impresoras

.

Aparecerá la ventana de búsqueda de impresoras.

3. Haga clic en el botón Agregar impresora.

4. Seleccione Navegador por omisión o Impresora IP.

5. Localice la impresora de red CX260 (si está definiendo una impresora

IP, introduzca la dirección IP o el nombre de host del dispositivo

CX260 y el nombre exacto de la impresora en la que desea imprimir,

por ejemplo,

CX260_Procesar e imprimir).

6. En la lista Imprimir con, seleccione Otros.

70 Guía de conexión rápida

7. Localice la carpeta donde ha copiado el archivo CX260_V2.PPD y

selecciónelo.

8. Haga clic en Abrir para asignar el archivo CX260_V2.PPD a la

impresora de red seleccionada.

9. Haga clic en Agregar para agregar la nueva impresora a la lista de

impresoras.

Paso 5: Impresión desde un ordenador Macintosh o Windows 71

Configuración de una impresora Novell Printer en Windows (2000, 2000 Pro, XP y 2003)

Necesitará un administrador de sistema Novell para configurar una

impresora Novell, cliente, o impresión de cola.

Importante: La impresión Novell sólo está disponible en los sitios donde esté

instalado y configurado un servidor de impresora Novell, para ser utilizado con el

Spire CX260. Se requiere un administrador de sistema Novell para garantizar

que el servidor de impresora Novell se instala y configura correctamente.

Antes de comenzar, se deben instalar y configurar en Windows los

siguientes elementos:

Español (ES)

Controlador de impresión de Creo

Protocolo de transporte compatible-NWLink IPX/SPX/NetBios

Servicio al cliente para los servicios Netware®

Software de la estación de trabajo Novell Client

instalado en el

Spire CX260 (consulte el paso 3 de esta guía para obtener más

información)

1. En el menú Inicio, seleccione Configuración>Impresoras

2.

Haga doble clic en Agregar impresora.

3. Siga las instrucciones del asistente y seleccione la impresora de Red.

4. Localice en la NetWare o Red Compatible o el Spire CX260 o un

Servidor de impresora Novell.

5. Seleccione la impresora en la que desea imprimir y configúrela

mediante la impresora-copiadora Xerox DocuColor 242/252/260.

6. Siga los pasos del asistente y haga clic en Finalizar.

72 Guía de conexión rápida

Gebruik van deze handleiding 73

Handleiding voor een snelle aansluiting

Nederlands (NL)

Gebruik van deze handleiding

Deze handleiding is ontworpen om u te begeleiden met de installatie van

uw netwerk en systeemconfiguratieinstellingen voor de Creo®

kleurenserver (Spire CX260) voor de Xerox® DocuColor 242/252/260

printer/copier. Deze handleiding bevat ook de benodigde stappen om een

netwerkprinter op de Macintosh® en Windows® cliëntwerkstations te

installeren.

Nederlands (NL)

De Spire CX260 was ontworpen om de meeste netwerken met minimale

veranderingen aan te sluiten.

Stap 1 beschrijft de reeks voor het inschakelen van de Spire CX260. In de

stap 2 tot en met 5 worden instructies gegeven voor het installeren en

configureren van de Spire CX260 op het netwerk.

Belangrijk: Een netwerkbeheerder moet aanwezig zijn om te controleren dat

de Spire CX260 juist op het netwerk is geconfigureerd. De netwerkbeheerder

moet voor de juiste TCP/IP-instellingen (IP-adres, subnet masker, gateway adres

of DHCP-instellingen) zorgen.

Raadpleeg voor meer informatie en procedures de Creo kleurenserver voor

de Xerox DocuColor 242/252/260 printer/copier Technische handleiding

(documentnummer 731-01024A) of de Creo kleurenserver voor de

Xerox DocuColor 242/252/260 printer/copier Gebruikershandleiding

(documentnummer 731-01023A-NL).

74 Handleiding voor een snelle aansluiting

Terminologie

In de volgende tabel worden de vier Spire CX260-configuraties weergegeven:

Configuratie Beschrijving

Spire CX260

Spire CX260 gemonteerd op de Xerox DocuColor 242/252/260 printer/

(„basisconfiguratie”)

copier.

Spire CX260 met Upgradekit

Upgradekit met de Spire CX260 gemonteerd op een standaard, een

voor Beheerstation

monitor, een toetsenbord, een muis en een dvd-rom. Voor deze

(„Beheerstationconfiguratieh)

configuratie is een dongle nodig.

Opmerking: de Spire CX260 basisconfiguratie is vereist.

Spire CX260 met Professional

Een Upgradekit die de GretagMacbeth® Eye-One® spectrofotometer

Basis Upgradekit („Pro Basis

en geavanceerde softwarefuncties bevat. Voor deze configuratie is een

configuratie”)

dongle nodig.

Opmerking: de Spire CX260 basisconfiguratie is vereist.

Spire CX260 met Professional

Upgradekit met de Spire CX260 gemonteerd op een standaard, een

Upgradekit voor

monitor, een toetsenbord, een muis, een dvd-rom de GretagMacbeth®

Beheerstation („Pro

Eye-One® spectrofotometer en geavanceerde softwarefuncties. Voor

Beheerstationconfiguratie”)

deze configuratie is een dongle nodig.

Opmerking: de Spire CX260 met de Upgradekit voor Beheerstation is vereist.

Configuratie van de Spire CX260 75

Configuratie van de Spire CX260

De configuratie wordt uitgevoerd wanneer u de Spire CX260 software voor

de eerste keer installeert. Nadat de software is geïnstalleerd en de

Spire CX260 is ingeschakeld, verschijnt de wizard Configuratie.

U kunt deze configuratie-instellingen ook vinden in de Spire CX260-software.

Om het venster Instellingen te openen:

¾

Selecteer van het menu Hulpmiddelen de optie Instellingen.

Nederlands (NL)

76 Handleiding voor een snelle aansluiting

Stap 1: De Spire CX260 inschakelen

De volgende illustratie toont de netwerkverbindingen van de Spire CX260.

Belangrijk: De netwerkkabel dient te zijn aangesloten aan een netwerkpoort /

10/100/1.000) van de Spire CX260 en een netwerkpoort, hub of router.

Netwerkpoort 2 voor de NetScan crossover toepassing

Netwerkpoort 1 voor het clientnetwerk

Stap 1: De Spire CX260 inschakelen 77

De Spire CX260 inschakelen

De basisconfiguratie en de pro-basisconfiguratie

Nederlands (NL)

¾ Voer een van de volgende bewerkingen uit:

Zet de Xerox DocuColor 242/252/260 printer/copier aan.

De Spire CX260 schakelt automatisch aan als de Xerox DocuColor

242/252/260 printer/copier wordt aangezet.

Druk op de groene Aan/Uit-knop op de voorkant van de Spire CX260.

De Spire CX260 schakelt automatisch aan en de Xerox DocuColor

242/252/260 printer/copier drukt een testpagina af.

De configuraties Beheerstation en Pro-beheerstation

1. Zet het beeldscherm aan.

2. Voer een van de volgende bewerkingen uit:

Zet de Xerox DocuColor 242/252/260 printer/copier aan.

De Spire CX260 schakelt automatisch aan als de Xerox DocuColor

242/252/260 printer/copier wordt aangezet.

Druk op de groene Aan/Uit-knop op de voorkant van de Spire CX260.

Opmerking: De Spire CX260 kan worden aangezet als de Xerox

DocuColor 242/252/260 printer/copier uit staat. In deze status blijft de

server aan staan tot hij handmatig door de gebruiker wordt uitgezet. Als

de server aan staat en daarna de printer wordt aangezet, wordt de

server daardoor niet beïnvloed en blijft aan staan.

De vermogen indicator op het voorpaneel licht op. Het Windows

besturingssysteem wordt gestart en het opstartscherm van de

Spire CX260 verschijnt.

78 Handleiding voor een snelle aansluiting

Stap 2: Standaard systeem- en netwerkinstellingen

Opmerking: Raadpleeg de Creo kleurenserver voor de Xerox

DocuColor 242/252/260 printer/copier Technische handleiding

(documentnummer 731-01024A) of de Creo kleurenserver voor de

Xerox DocuColor 242/252/260 printer/copier Gebruikershandleiding als

u iets aan de standaardinstellingen moet wijzigen.

(documentnummer 731-01023A-NL).

System and Network Settings (Systeem- en netwerkinstellingen)

In de tabel hieronder staan de instellingen voor het standaard systeem en

het netwerk. Zij worden automatisch overgenomen van de Xerox

DocuColor 242/252/260 printer/copier instellingen.

Parameter Standaardinstelling

Language (Taal) Nederlands

Hostnaam CX260 (de hostnaam wordt van de

computernaam overgenomen die tijdens de

installatie van Windows XP is ingetypt - zie de

Creo kleurenserver voor de Xerox DocuColor

242/252/260 printer/copier

Technisch e

handleiding voor meer informatie).

Wo rk group WER KG RO EP

Datum en tijd USA en Canada

Meeteenheden Millimeters

IP-adres DHCP inschakelen: Ja

AppleTalk instellingen Ingeschakeld, zone: Automatisch gedetecteerd

Stap 3: Netwerkinstellingen 79

Protocols en de geïnstalleerde Services

In de tabel hieronder staan de instellingen voor de standaard protocols en

de geïnstalleerde services op het systeem.

Parameter Standaardinstelling

Client voor Microsoft netwerk Ingeschakeld

Bestands- en printerdeling voor Microsoft-

Ingeschakeld

netwerken

NetBEUI Protocol Ingeschakeld

NWLink BetBIOS Ingeschakeld

NWLink IPX/SPX/NetBIOS Compatible

Ingeschakeld

Nederlands (NL)

Transport Protocol

Network Monitor Driver Ingeschakeld

Internet Protocol (TCP/IP) Enabled: (Ingeschakeld:)

DCHP Ja

AppleTalk Protocol Ingeschakeld

Network Virtual Printers - Print Queues (Netwerk virtuele printers - printer wachtrijen)

In de tabel hieronder staan de standaard virtuele printers die voor de

Macintosh- en PC clients beschikbaar zijn.

Network Virtual Printers - Print Queues

<hostnaam>_ProcessPrint

(Netwerk virtuele printers - printer

<hostnaam>_ProcessStore

wachtrijen)

<hostnaam>_SpoolStore

Stap 3: Netwerkinstellingen

TCP/IP instellingen

Onderstaande stappen moeten alleen worden uitgevoerd als de standaard

instellingen moeten worden veranderd (zie Stap 2 voor de standaard

instellingen).

1. Selecteer in de werkruimte van de Spire CX260 Tools (Hulpmiddelen)>

Settings

(Instellingen).

2. Klik in de parameter Netwerkinstellingen in het TCP/IP-gebied op

Instellingen wijzigen.

80 Handleiding voor een snelle aansluiting

3. Selecteer Use the following IP Address (Gebruik het volgende IP-adres).

4. Typ het nieuwe IP address (IP-adres), Subnet mask (Subnetmasker)

en

Default gateway (Standaardgateway) (volgens de informatie van

de netwerkbeheerder).

5. Definieer, indien dit nodig is, de DNS server adressen (volgens de

informatie van de netwerkbeheerder).

6. Klik op OK.

7. Klik op OK in het venster Local Area Connection Properties

(Eigenschappen lokale netwerkverbinding).

8. Klik op Yes (Ja) als de prompt verschijnt om de computer opnieuw te

starten.

AppleTalk instellingen

Onderstaande stappen moeten alleen worden uitgevoerd als de standaard

instellingen moeten worden veranderd (zie Stap 2 voor de standaard

instellingen).

1. Selecteer in de werkruimte van de Spire CX260 Tools (Hulpmiddelen)>

Settings

(Instellingen).

2. Klik in de parameter Netwerkinstellingen in het gebied Apple Talk

instellen op

Instellingen wijzigen.

Het venster Eigenschappen AppleTalk-protocol verschijnt.

3. Selecteer in de zonelijst de gewenste AppleTalk-zone voor de

computer, en klik op

OK.

IPX en Novell Client installatie

Opmerking: Raadpleeg voor meer informatie de Creo kleurenserver voor de

Xerox DocuColor 242/252/260 printer/copier Technische handleiding

(document nummer 731-01024A) of de Creo kleurenserver voor de Xerox

DocuColor 242/252/260 printer/copier Gebruikershandleiding (document

nummer 731-01023A-NL).

De volgende procedures zijn alleen relevant voor de gebruikers die een

Novell® netwerk hebben dat met het IPX protocol wordt uitgevoerd.

Novell Client op de Spire CX260 installeren

1. Sluit de Spire CX260-software.

2. Sluit alle andere toepassingen.

3. Klik op Start op het Windows-bureaublad en selecteer CX260>CX260-

hulpmiddelen>Novell Client installeren

.

4. Klik op Install (Installeren); en vervolgens op Reboot (Opnieuw opstarten).

Stap 4: De System Configuration (Systeemconfiguratie) bekijken en afdrukken 81

De Novell client configureren op de Spire CX260

1. Nadat het systeem opnieuw is gestart, verschijnt het venster Novell Setup.

2. Geef de Tree Name (Structuurnaam) op. Als u de naam niet kent klikt

u op

Browse (Bladeren) en dubbelklik op de juiste Tree Name

(Structuurnaam).

3. Geef de Context Name (Naam context) op. Als u de naam niet kent

klikt u op

Browse (Bladeren) en dubbelklik op de juiste Context

Name

(Contextnaam).

4. Klik op OK.

De Spire CX260-werkruimte verschijnt.

Stap 4: De System Configuration (Systeemconfiguratie) bekijken en

afdrukken

Nederlands (NL)

1. Selecteer in de werkruimte van de Spire CX260 Tools (Hulpmiddelen)>

Settings

(Instellingen).

2. Klik op View Configuration (Configuratie Weergeven).

De netwerk- en systeemconfiguratie van de Spire CX260 wordt hier

weergegeven.

3. Klik op Print (Afdrukken) om de configuratiedetails af te drukken.

Het dialoogvenster Pagina-instellingen wordt weergegeven.

4. Stel de gewenste afdrukopties in en klik op OK.

Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.

5. Selecteer in de lijst Printers de printer ProcessPrint en klik op OK.

De Spire CX260-systeemconfiguratie wordt afgedrukt.

6. Klik op Opslaan om het venster Instellingen te sluiten.

Stap 5: Vanuit een Macintosh of Windows computer afdrukken

Opmerking: Raadpleeg Creo kleurenserver voor de Xerox DocuColor 242/252/260

printer/copier Gebruikershandleiding (documentnummer 731-01023A-NL) voor meer

informatie.

Een printer in Windows 2000/2000 Pro/2003/XP (SMB) installeren

1. Selecteer Uitvoeren in het menu Start.

2. Typ \\ in het vak Openen gevolgd door de hostnaam of het IP-adres

van de Spire CX260, bijvoorbeeld

\\CX260-1234.

82 Handleiding voor een snelle aansluiting

3. Klik op OK.

Het servervenster verschijnt.

4. Dubbelklik op het pictogram van de gewenste netwerkprinter.

Een TCP/IP-printer in Windows 2000/2000 Pro/2003/XP installeren

Voordat u begint moeten de volgende onderdelen op de Windows 2000, 2000

Pro, XP en 2003 computer worden geïnstalleerd en geconfigureerd:

TCP/IP Protocol

De nieuwste Adobe® PostScript® printer driver (de locatie is in de

gedeelde D:\utilities map op de Spire CX260 of kan worden

gedownload van de Adobe website op www.adobe.com)

CX260 PPD (de locatie van de PPD is de gedeelde map

D:\utilities\PPD op de Spire CX260)

De TCP/IP Printer Port (Printerpoort) definiëren

1. Klik op Start en selecteer Settings (Instellingen)>Printers and Faxes

(Printers en faxapparaten) (Windows XP) of Printers (Windows 2000,

2000 Pro, XP en 2003)

2. Selecteer Server Properties (Servereigenschappen) in het venster Printers

and Faxes

(Printers en faxapparaten) van het menu File (Bestand).

3. Selecteer het tabblad Port (Poort) en klik op de knop Add Port (Poort

To e v o e g e n ) .

4. Selecteer Standard TCP/IP Port (Standaard TCP/IP Poort) en klik op

de knop

New Port (Nieuwe Poort) van de lijst van Available Printer

Ports

(Beschikbare Printerpoorten).

5. Klik op Next (Volgende).

6. Typ de juiste naam van de Spire CX260 (dit veld is hoofdlettergevoelig)

in het vakje

Printer Name or IP Address (Printernaam of IP-adres).

7. Typ een naam voor de printer die vanuit uw computer kan worden

herkend, in het vakje

Port Name (Naam van de poort).

8. Klik op Next (Volgende).

9. Selecteer Custom (Aangepast) in de optie Device Type (Apparaattype)

en klik op

Settings (Instellingen).

Stap 5: Vanuit een Macintosh of Windows computer afdrukken 83

10. Selecteer de gewenste opties.

Protocol: LPR

LPR Settings:

Queue Name: typ de exacte naam in van de netwerkprinter

waarnaar u wilt afdrukken, bijvoorbeeld

CX2601_ProcessPrint.

LPR Byte Counting Enabled: geselecteerd.

11. Klik op OK, Next (Volgende) en daarna op Finish (Voltooien).

12. Klik op Close (Sluiten) om het venster Printer Ports (Printerpoorten)

te sluiten.

13. Klik op Close (Sluiten) in het venster Printer Server Properties

(Printserver-eigenschappen).

In de volgende stap wordt de TCP/IP-poort met de Adobe Printer Driver

Nederlands (NL)

geïnstalleerd.

Een LPR-printer in Windows 2000/2000 Pro/2003/XP installeren

Zorg voordat u begint dat LPR op de Windows 2000-, 2000 Pro-, XP- en

2003-computer is geïnstalleerd.

LPR op de computer installeren

1. Klik op Start en selecteer Instellingen>Configuratiescherm (Windows XP)

of

Configuratiescherm (Windows 2000, 2000 Pro, XP en 2003).

2. Selecteer Windows-onderdelen toevoegen/verwijderen.

3. Zoek het selectievakje Andere netwerk- en afdrukservices op.

Als dit selectievakjes is ingeschakeld, gaat u door naar Een LPR-

printer instellen op pagina 84.

Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, gaat u door naar stap 4.

4. Schakel het selectievakje Andere netwerk- en afdrukservices in en

klik op

Volgende.

5. Klik op Bladeren en zoek de gewenste Windows-installatiebestanden op,

op de harde schijf, in de map

I386 of op de installatie-cd van Windows.

6. Klik op Voltooien.

84 Handleiding voor een snelle aansluiting

Een LPR-printer instellen

1. Klik op Start en selecteer Settings (Instellingen)>Printers and Faxes

(Printers en faxapparaten) (Windows XP) of Printers (Windows 2000,

2000 Pro, XP en 2003)

2. Selecteer Printer toevoegen.

De wizard Printer toevoegen verschijnt.

3. Klik op Next (Volgende).

4. Selecteer Lokale printer die met deze computer is verbonden en klik

op

Volgende.

5. Selecteer Een nieuwe poort maken.

6. Selecteer in de lijst Type poort LPR-poort en klik op Volgende.

7. Typ in het van Naam of adres van server die lpd levert het IP-adres of

de naam van de Spire CX260.

8. Typ de naam van de printer in het vak Naam van printer of

afdrukwachtrij op die computer

.

9. Klik op OK.

10. Volg de instructies in de wizard om het installeren van de LPR-printer

te voltooien.

Wanneer u in de wizard Printer toevoegen wordt gevraagd de locatie

van het .INF-bestand in te voeren, bladert u naar de server en zoekt u

de map

Utilities>PC utilities>Printer Driver>Win2000_XP_2003 op.

Selecteer de gewenste regio en map voor het papierformaat en selecteer

vervolgens het .INF-bestand.

11. Typ in het vak Printernaam de standaardnaam van de printer

(

AdobePS CX260_V2) en de exacte printernaam uit de lijst Virtuele

printers

van de Spire CX260 in het broncentrum, bijvoorbeeld CX260-

1234_ProcessPrint

.

12. Klik op Start en selecteer Instellingen > Printers en faxapparaten

(Windows XP) of

Printers (Windows 2000, 2000 Pro, XP en 2003).

13. Rechtsklik op de nieuwe LPR-printer en selecteer Eigenschappen.

14. Klik op het tabblad Printerstuurprogramma.

15. Typ het IP-adres of de hostnaam van de Spire CX260 IP en klik op OK.

Stap 5: Vanuit een Macintosh of Windows computer afdrukken 85

Een printer op een Macintosh (OS 9.0 of hoger) installeren

Voordat een van de Spire CX260 netwerkprinters wordt geïnstalleerd,

moet eerst de CX260 PPD worden geïnstalleerd. Om de

CX260_V2.PPD te

installeren, maakt u via de AppleShare®-software een verbinding met uw

Spire CX260, meld u zich als gast aan en kopieert u vanuit de map

Hulpprogramma's de

CX260_V2.PPD naar de map Printerbeschrijvingen in

de Mac® OS®-systeemmap.

Om een printer op de Macintosh te installeren:

1. Selecteer van het menu Apple, Chooser.

2. Selecteer LaserWriter en blader het netwerk naar de configuratie van

de Spire CX260.

3. Selecteer één van de Spire CX260 netwerkprinters, bijvoorbeeld

Nederlands (NL)

ProcessPrint en klik op Create (Maken). De CX260_V2.PPD wordt

automatisch op de Macintosh geconfigureerd en geïnstalleerd.

Een printer op een Macintosh-computer (Mac OS X -10.4 of hoger)—IP, SMB of

AppleTalk installeren

Opmerking: Bepaalde stappen in deze procedure kunnen anders zijn als u een

oudere versie gebruikt dan Mac OS X 10.4.

Voordat een van de Spire CX260 netwerkprinters wordt geïnstalleerd,

moet eerst de CX260 PPD worden geïnstalleerd. Om de

CX260_V2.PPD te

installeren, maakt u via de AppleShare een verbinding met uw

Spire CX260, meld u zich als gast aan en kopieert u vanuit de map

Hulpprogramma's de

CX260_V2.PPD naar de harde schijf.

1. Selecteer van het menu Go, Applications.

2. Open de map Hulpprogramma's en dubbelklik op het pictogram

Printerconfiguratie.

De printerbrowser verschijnt.

3. Klik op de knop Add Printer (Printer toevoegen).

4. Selecteer Standaardbrowser of IP-printer.

5. Blader naar de CX260-netwerkprinter (als u een LPR-printer

definieert typt u het adres of hostnaam van de CX260 IP en de exacte

naam van de printer waarnaar u wilt afdrukken, zoals

CXP260_ProcessPrint).

86 Handleiding voor een snelle aansluiting

6. Selecteer in de lijst Gebruik printer de optie Andere.

7. Blader naar de map waarin u het CX260_V2.PPD-bestand hebt

gekopieerd en selecteer het bestand.

8. Klik op Openen om het CX260_V2.PPD-bestand aan de geselecteerde

netwerkprinter toe te wijzen.

9. Klik op Toevoegen om de nieuwe printer aan de printerlijst toe te voegen.

Een Novell Printer in Windows (2000, 2000 Pro, XP en 2003) installeren

Er dient een Novell systeembeheerder aanwezig te zijn om een Novell

printer, client, of queues printing (afdrukken uit wachtrijen) te installeren.

Belangrijk: Afdrukken vanaf een Novell-printer is alleen beschikbaar op locaties

waar een Novell-printserver is geïnstalleerd en geconfigureerd voor gebruik met

de Spire CX260. Een Novell systeembeheerder moet aanwezig zijn om te

controleren dat de Novell Printer Server juist is geïnstalleerd en geconfigureerd.

Voordat u begint moeten de volgende items in Windows worden

geïnstalleerd en geconfigureerd:

Creo Print Driver

IPX/SPX/NetBios-compatibel transport protocol

Client Service voor Netware® diensten

?

De Novell Client

werkstation software moet op de Spire CX260 zijn

geïnstalleerd (zie Stap 3 van deze handleiding voor meer informatie).

1. Selecteer in het menu Start Instellingen>Printers.

2. Dubbelklik op Add printer (Printer toevoegen).

3. Voer de volgende stappen van de wizard uit en selecteer Network

(Netwerk) printer.

4. Blader in NetWare or Compatible Network (Netware of Compatibel

Netwerk) naar de Spire CX260 of een Novell-printserver.

5. Selecteer de printer waarnaar u wilt afdrukken en configureer deze

met de Xerox DocuColor 242/252/260 printer/copier.

6. Ga door met de resterende wizardstappen en klik dan op Finish

(Voltooien).

Como utilizar este guia 87

Guia de conexão rápida

Português do Brasil (PB)

Como utilizar este guia

Este guia ajuda a configurar as opções de rede e de configuração de sistema

do Creo® Color Server (Spire CX260) para a impressora-copiadora Xero

DocuColor 242/252/260. Além disso, fornece etapas para a configuração

de uma impressora de rede em estações de trabalho cliente Macintosh® e

Windows®.

O Spire CX260 pode ser conectado à maioria das redes com alterações

mínimas.

A etapa 1 descreve como ligar o Spire CX260. As etapas 2-5 fornecem

Português do Brasil (PB)

instruções sobre como instalar e configurar o Spire CX260 na rede.

Importante: É preciso um administrador de rede para que o Spire CX260 seja

configurado corretamente na rede. O administrador de rede deve fornecer as

configurações apropriadas de TCP/IP (endereço IP, máscara de sub-rede,

endereço do gateway ou configurações de DHCP).

Para obter procedimentos e informações mais detalhadas, consulte o Creo

Color Server para a impressora-copiadora Xerox DocuColor 242/252/260

Manual técnico (número do documento: 731-01024A) ou o Creo Color

Server para a impressora-copiadora Xerox DocuColor 242/252/260 Guia do

usuário (número do documento: 731-01023A-PB).

88 Guia de conexão rápida

Terminologia

A tabela a seguir lista as quatro configurações do Spire CX260:

Configuração Descrição

Spire CX260 (“configuração

Spire CX260 montado na Impressora-copiadora Xerox DocuColor 242/

Básica”)

252/260.

Spire CX260 com Kit de

Kit de atualização que inclui o Spire CX260 instalado em um suporte,

atualização de Estação de

monitor, teclado, mouse e DVD-ROM. Esta configuração exige um

controle (“configuração

dongle.

Estação de controle”)

Nota: O pré-requisito é a configuração Básica do Spire CX260.

Spire CX260 com Kit de

Kit de atualização que inclui o Espectrofotômetro Eye-One® da

atualização profissional

GretagMacbeth® e recursos avançados do software. Esta configuração

básica (“configuração Pro

exige um dongle.

básica”)

Nota: O pré-requisito é a configuração Básica do Spire CX260.

Spire CX260 com Kit de

Kit de atualização que inclui o Spire CX260 instalado em um suporte,

atualização profissional de

monitor, teclado, mouse, DVD-ROM, Espectrofotômetro Eye-One® da

estação de controle

GretagMacbeth® e recursos avançados do software. Esta configuração

(“configuração Pro de estação

exige um dongle.

de controle”)

Nota: O pré-requisito é o Spire CX260 com Kit de atualização de Estação de

controle.