National Geographic 259NE: Binnen-/buitenthermometer met geheugen

Binnen-/buitenthermometer met geheugen: National Geographic 259NE

Binnen-/buitenthermometer

met geheugen

Hoofdunit:

A. Dag van de week

B. Pictogram batterij

C. Buitentemperatuur

D. Binnentemperatuur

E. Hoogste geregistreerde temperatuur en datum

F. Laagste geregistreerde temperatuur en datum

G. Pictogram signaaldetectie

H. Datum

I. Tijd

1. Max/min-toets

2. History-toets (historie)

3. Clear-toets (wistoets)

4. (+)-toets

5. Set-toets (insteltoets)

6. (-)-toets

7. Re-sync-toets (opnieuw synchroniseren)

8. ºC/ºF-toets

9. Reset-toets

Externe sensor :

10. Reset-toets

Voor u begint

1.0 Instelprocedure:

1. Plaats eerst de batterijen in de hoofdunit en druk daarna één keer op de RESET-

toets.

2. Plaats de hoofdunit zo dicht mogelijk naast de externe sensor en plaats de bat-

terijen in de externe sensor. Druk daarna op de RESET-toets.

BELANGRIJK: De datum en de tijd moeten eerst ingesteld worden voor de hoofdunit

het signaal van de externe sensor kan ontvangen. (Zie hoofdstuk 3.0)

3. Plaats de hoofdunit en de externe sensor binnen het zendbereik dat onder normale

omstandigheden 30 tot 45 meter bedraagt. Het bereik is afhankelijk van de gebruik-

te bouwmaterialen en de plaats waar de hoofdunit en de externe sensor opgehangen

worden. Probeer verschillende locaties uit en kijk wat het beste resultaat geeft.

OPMERKING: Hang de externe sensor in de schaduw voor nauwkeurige meetresultaten.

1.1 Beginnen

Nadat de externe sensor ingeschakeld is (of nadat er op de RESET-toets is gedrukt),

moet u eerst de datum en de tijd instellen. Nadat dit gebeurd is, zendt de sensor een

signaal naar de hoofdunit. De hoofdunit probeert 5 minuten om het signaal te vinden.

Als het signaal opgevangen wordt, veranderen de streepjes (--.-°F) op de hoofdunit

in de buitentemperatuur van dat moment. Druk op de RE-SYNC-toets op de hoofdunit

als de buitentemperatuur na 5 minuten niet op het scherm verschijnt. De hoofdunit

probeert nu gedurende 6 minuten het signaal te vinden.

13

2.0 Problemen oplossen

Druk op de RESET-toets (--.- °F) telkens wanneer er streepjes op het scherm verschijnen

en/of om ervoor te zorgen dat de externe sensor op een lijn ligt met de hoofdunit.

Als de buitentemperatuur niet ontvangen kan worden, controleer dan:

1. De afstand tussen de hoofdunit of de externe sensor en interferentiebronnen zoals

computerschermen en televisietoestellen dient minstens 0,9 tot 1,2 meter te bedragen.

2. Plaats de hoofdunit niet in de onmiddellijke nabijheid van metalen raamkozijnen.

3. Het gebruik van andere elektrische apparatuur zoals koptelefoons en luidsprekers op

dezelfde signaalfrequentie (433 MHz) kan de correcte verzending en ontvangst van

signalen verstoren.

4. Buren die elektrische apparatuur gebruiken die werkt op een signaalfrequentie van 433

MHz kunnen ook interferentie veroorzaken.

5. Signalen van andere huishoudelijke apparaten zoals deurbellen en huisbeveiligings-

systemen kunnen tijdelijk interfereren met de units en de ontvangst verstoren. De

verzending en ontvangst van temperatuurmetingen wordt hervat wanneer de interfe-

rentie verdwenen is.

Het maximale zendbereik is 45 meter van de externe sensor tot de hoofdunit (in

open veld). Maar afhankelijk van het soort omgeving en het interferentieniveau kan

het bereik kleiner zijn. Het temperatuursignaal wordt in een rechte lijn van de externe

sensor naar de hoofdunit gezonden. Het signaal gaat niet met een bocht rond een

voorwerp. Als er geen ontvangst mogelijk is, terwijl er rekening gehouden wordt met

deze factoren, zullen alle units gereset moeten worden.

OPMERKING: Voor het resetten van de units zie Instelprocedure. (Zie hoofdstuk 1.0).

3.0 Datum en tijd instellen

1. Houd de SET-toets ingedrukt om de instelmodus van de datum te activeren.

2. Druk de + of - toets in tot u bij het juiste jaar komt.

3. Druk op de SET-toets om te bevestigen.

4. Herhaal stap 2 en 3 om datum, tijd en de 12- of 24-uurweergave in te stellen.

4.0 Hoogste en laagste geregistreerde temperaturen

De hoogste en laagste geregistreerde buitentemperaturen worden steeds op het

scherm weergegeven. Als de buitentemperatuur boven of onder deze waarde komt,

wordt de waarde op de display onmiddellijk aangepast aan deze nieuwe waarde. Deze

gegevens blijven bewaard in het geheugen van de hoofdunit zelfs als de batterij

verwijderd of de unit gereset wordt.

BELANGRIJK: De hoogste en laagste gemeten temperaturen worden opgeslagen op

datum. Om deze reden MOET de datum juist ingesteld worden voor de unit in gebruik

genomen wordt.

5.0 Vijf jaar historie

De hoofdunit slaat de dagelijkse max/min-waarden van de buitentemperatuur

gedurende 5 jaar op.

1. Houd de HISTORY-toets ingedrukt tot de datum begint te knipperen.

2. Druk de + of - toetsen in tot u bij het gewenste jaar komt en druk op de HISTORY-

toets om te bevestigen.

3. Herhaal stap 2 om de gewenste maand en dag in te stellen.

4. De gemeten max/min-waarde van de buitentemperatuur voor die bepaalde datum

verschijnt 5 seconden op de display.

5. Als er geen waarde geregistreerd is voor die datum verschijnt --.- °C of --.- °F op de

display.

14

OPMERKING: De gegevens worden vijf jaar bewaard zelfs als de batterij verwijderd

of de unit gereset wordt. Na vijf jaar worden de oudste waarden vervangen door de

laatst geregistreerde temperatuurgegevens.

6.0 Historie van dezelfde datum in een ander jaar

Het is mogelijk om de geregistreerde max/min-buitentemperaturen van dezelfde

datum vorig jaar, 2 jaar geleden enz. op te roepen.

Bijvoorbeeld: Als de datum van vandaag 25.3.2007 is, dan zal het toestel de max/

min-temperatuur voor 25.3.2006, 25.3.2005, 25.3.2004 enz. tot 5 jaar geleden

oproepen.

1. Druk eenmaal op de HISTORY-toets en de hoofdunit geeft de max/min-temperatuur

van dezelfde datum van vorig jaar weer. Om de temperatuur van twee jaar geleden

te zien, drukt u nogmaals op de HISTORY-toets enz.

7.0 Maximum- en minimumtemperatuur

1. Druk eenmaal op de MAX/MIN-toets om de gemeten maximumwaarden te zien.

Druk nogmaals op de MAX/MIN-toets om de gemeten minimumwaarden te zien.

2. Om het geheugen te wissen, drukt u op de CLEAR-toets terwijl de max/min-

temperatuur wordt weergegeven. Het record van het weergegeven veld wordt

gewist.

OPMERKING: Als u de max/min-temperatuur wist, dan wordt de hoogste en laagste

geregistreerde temperatuur niet gewist.

8.0 ºC/ºF schakelbaar

De standaardeenheid voor temperatuur is °F, druk op de ºC/ºF-toets om te wisselen

tussen °C en °F.

9.0 Signaaldetectie

De signaalindicator op de hoofdunit zal het volgende weergeven in het venster van de

buitentemperatuur:

Geen signaal waargenomen

Signaal waargenomen

Succesvolle ontvangst

10.0 Verzorging van de thermometer

Stel de thermometer niet bloot aan extreme temperaturen, water of harde

schokken.

Vermijd contact met bijtende materialen zoals alcohol, schoonmaakmiddelen of

parfum.

Stel de thermometer niet bloot aan extreme krachten, schokken, temperaturen,

overmatig stof of vocht. Deze omstandigheden verkorten de levensduur van de

thermometer.

Knoei niet met de componenten binnen in de thermometer. Hierdoor vervalt de

garantie en kan schade ontstaan.

15

11.0 Technische specificaties

Meetbereik temperatuur

Hoofdunit -20 °C tot 70 °C met 0,1 °C resolutie

-4 °F tot 158 °F met 0,2 °F resolutie

Externe sensor -50 °C tot 70 °C met 0,1 °C resolutie

-58 °F tot 158 °F met 0,2 °F resolutie

Controle-interval temperatuur

Hoofdunit Elke 32 seconden

Externe sensor Elke 16 seconden

Voedingsbron

(Alkaline batterijen aanbevolen)

Hoofdunit 2 x AA batterijen, 1,5 V batterijen

Externe sensor 2 x AA batterijen, 1,5 V batterijen

Levensduur batterijen Ongeveer 12 maanden

12.0 Externe sensor

Plaats de externe sensor niet in direct zonlicht of in de buurt van het afvoerkanaal

van de airconditioning of de cv om onjuiste temperatuurmetingen te voorkomen. De

externe sensor is spatwaterdicht. Dompel de sensor niet onder in water en stel hem

niet bloot aan hevige regenval.

Hoofdunit

De hoofdunit kan opgehangen worden aan een muur of weggezet worden op een

vlakke ondergrond.

16

13.0 Afvoeren van het toestel (milieu)

Na afloop van de levenscyclus van het product mag u het niet met het

normale huishoudelijke afval weggooien, maar moet u het naar een

inzamelpunt brengen voor recycling van elektrische en elektronische

apparatuur. Dit wordt aangeduid door het symbool op het product, in de

handleiding en/of op de verpakking.

Sommige materialen waaruit het product is vervaardigd kunnen worden hergebruikt

als u ze naar een inzamelpunt brengt. Door onderdelen of grondstoffen van gebruikte

producten te hergebruiken, levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming van het

milieu. Wend u tot de plaatselijke overheid voor meer informatie over de inzamelpunten

bij u in de buurt.

Verwijder de batterijen voordat u het toestel naar een inzamelpunt brengt.

Voer de batterijen op een milieuvriendelijke manier af volgens de regels die gelden in

uw land.

14.0 Garantie

Garantietermijn

De Topcom-toestellen hebben een garantietermijn van 24 maanden. De garantietermijn

gaat in op de dag waarop het nieuwe toestel wordt aangeschaft.

Verbruiksartikelen en defecten die een verwaarloosbaar effect hebben op de werking of

waarde van het toestel worden niet gedekt door de garantie.

De garantie moet worden bewezen door het kunnen voorleggen van de originele

aankoopbon waarop de aankoopdatum en het toestelmodel staan aangegeven.

Afwikkeling van garantieclaims

Een defect toestel moet worden geretourneerd aan het onderhoudscentrum van

Topcom, samen met een geldige aankoopbon.

Als het toestel defect raakt tijdens de garantietermijn, zal Topcom of een van haar

officieel aangewezen servicecentra defecten ingevolge materiaal- of fabricagefouten

kosteloos repareren.

Topcom zal naar eigen inzicht voldoen aan haar garantieverplichtingen door defecte

toestellen, of onderdelen ervan, te repareren dan wel te vervangen. In het geval van

vervanging kunnen de kleur en het model verschillend zijn van het oorspronkelijk

aangeschafte toestel.

De oorspronkelijke aankoopdatum bepaalt wanneer de garantietermijn ingaat. De

garantietermijn wordt niet verlengd als het toestel wordt vervangen of gerepareerd

door Topcom of een van haar aangewezen servicecentra.

Garantiebeperkingen

Schade of defecten als gevolg van een onjuiste behandeling of onjuist gebruik en schade

als gevolg van het gebruik van niet-originele onderdelen of accessoires die niet worden

aanbevolen door Topcom, vallen buiten de garantie.

De garantie dekt geen schade te wijten aan externe factoren, zoals bliksem, water en

brand, noch enige tijdens transport veroorzaakte schade.

Er kan geen aanspraak worden gemaakt op garantie als het serienummer op de toestellen

is veranderd, verwijderd of onleesbaar gemaakt.

17